Gedragsregels voor tandartsen

Hier lees je de gedragsregels voor tandartsen en tandartsspecialisten.

Omwille van de leesbaarheid staat in de tekst hieronder telkens 'tandarts'. De tekst heeft echter evengoed betrekking op mka-chirurgen en orthodontisten.

1. Beroepsuitoefening
 

De tandarts zal [...] streven naar een gezonde mond voor iedereen in Nederland

Verantwoordelijkheden van de beroepsbeoefenaar

1. Een gezonde mond voor iedereen

De tandarts zal, tezamen met collega’s en andere zorgverleners, streven naar een gezonde mond voor iedereen in Nederland en daarmee bijdragen aan de doelstelling van de gezondheidszorg als geheel.

Toelichting

Een mondgezonde generatie

De KNMT staat voor het bevorderen van de mondgezondheid van alle inwoners van Nederland. Dat gaat verder dan het behoud van de dentitie: een gezonde mond werkt ook door in de algehele gezondheid en het persoonlijk welbevinden. 

Door aandacht te besteden aan preventie sta je als tandarts in voor een mondgezonde generatie en lever je een belangrijke bijdrage aan bredere gezondheidsdoelstellingen. Denk hierbij aan toegankelijkheid van de mondzorg en het verkleinen van gezondheidsverschillen binnen de samenleving.

Samenwerking in de mondzorgketen

De toenemende bewustwording van de relatie tussen de mondgezondheid en algehele gezondheid, de gevolgen van leefstijl op de mondgezondheid en de ontwikkelingen in de samenwerkingsrelatie tussen de patiënt en tandarts maken dat samenwerking een onmisbare pijler is voor het bereiken van een goede mondgezondheid. 

De groeiende zorgvraag onder patiënten en toenemende behandelopties maken dat je als tandarts een verbindende rol zult moeten innemen binnen de mondzorgketen. Door middel van overleg en afstemming met tandartsen, tandarts-specialisten én andere eerstelijnszorgverleners beantwoord je niet alleen aan de behoeften van de individuele patiënt, maar lever je ook een structurele bijdrage aan de kwaliteit en toegankelijkheid van de mondzorg in Nederland.

2. Zorg verlenen volgens de professionele standaard

De tandarts verleent goede zorg zoals dat van een redelijk bekwaam en redelijk handelend tandarts verwacht mag worden. Daaronder wordt verstaan zorg in overeenstemming met de voor de beroepsgroep geldende professionele standaard. De tandarts legt desgevraagd verantwoording af en stelt zich open, transparant en toetsbaar op.

Toelichting

Goed hulpverlenerschap

Op welke wijze je als tandarts bij de uitvoering van je werkzaamheden jouw professioneel handelen moet inkleuren, wordt bepaald aan de hand van de zorgvuldigheidsnorm uit artikel 7:453 BW. 

an een tandarts wordt op grond van dit artikel verwacht dat deze bij zijn of haar werkzaamheden handelt als een goed hulpverlener en ieder geval in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, welke voortvloeit uit de geldende professionele standaard en de kwaliteitsstandaarden uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). 

Wat is dan goed hulpverlenerschap? De mate van zorg die een ‘redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot in vergelijkbare omstandigheden’ ook zou hebben betracht. Daarvoor is vereist dat je ten minste handelt in overeenstemming met de op jou rustende professionele standaard.

De professionele standaard

De professionele standaard wordt beschouwd als een kapstok voor algemeen aanvaarde uitgangspunten binnen de beroepsgroep en wordt ingekleurd door onder meer een veelheid aan regels en normen, jurisprudentie en bovendien door richtlijnen en protocollen welke doorgaans door beroepsorganisaties in de zorg zelf zijn opgesteld. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de klinische richtlijnen van het Kennisinstituut Mondzorg (KIMO) en de verschillende KNMT-praktijkrichtlijnen. 

De professionele standaard is voortdurend aan verandering onderhevig. Het handelen van een tandarts wordt daarom getoetst aan de ten tijde van de uitvoering van de behandeling geldende professionele standaard. Het is daarom belangrijk dat je op de hoogte bent en blijft van de geldende professionele standaard.

Open, transparante en toetsbare houding

Als tandarts maak je steeds een eigen professionele afweging op basis van je deskundigheid, de specifieke kenmerken van de individuele patiënt en (be)handel je, conform de professionele standaard, zoveel als mogelijk 'evidence based'. 

Verantwoordelijkheid nemen, betekent ook verantwoording afleggen. Het moment dat iets niet (helemaal) goed is gegaan of een klacht of claim zich aandient, kan juist een moment zijn om van te leren, jezelf te ontwikkelen en te reflecteren op je eigen handelen. Door een open, transparante en toetsbare houding aan te nemen doe je niet alleen recht aan de positie van de patiënt, maar draag je ook bij aan een gezond en veilig werk- en leerklimaat en de kwaliteit van de mondzorg.

Reflectie kan ook proactief zijn, bijvoorbeeld door met collega’s regelmatig casuïstiek te bespreken of kennis te nemen van uitspraken van de (tucht)rechter en de Stichting Geschilleninstantie Mondzorg (SGIM) waarin verhelderd wordt hoe wetten en regels zich vertalen naar de tandheelkundige praktijk.

3. Neem professionele verantwoordelijkheid

De tandarts is zich bewust van zijn of haar eigen professionele verantwoordelijkheid en verricht geen handelingen die tegen zijn of haar professionele oordeel ingaan. De tandarts blijft binnen het domein van de tandheelkunde en voert geen handelingen uit waarvoor hij of zij niet bevoegd en/of bekwaam is.

Toelichting

Professionele verantwoordelijkheid

Als tandarts draag je zelfstandig verantwoordelijkheid voor de zorg die je verleent. Hoewel voor de invulling van die zorg de professionele standaard leidend is, betekent dat niet dat je er nooit van mag afwijken. Sterker nog, soms zal goede zorg volgens de professionele standaard juist inhouden dat je gemotiveerd afwijkt van bepaalde beroepsnormen. 

Je handelt volgens je eigen professionele oordeel en bent niet verplicht om handelingen te verrichten die daarmee niet verenigbaar zijn. Dat kunnen bijvoorbeeld medisch zinloze behandelingen of wenstandheelkundige handelingen zijn. Het enkele feit dat de patiënt of een derde een behandeling verzoekt, doet immers niet af aan de professionele verantwoordelijkheid voor je eigen handelen.

Binnen je eigen grenzen blijven

Van een tandarts mag worden verwacht dat deze uitsluitend handelingen verricht waarvoor hij of zij bevoegd én bekwaam is. Dat houdt in dat je handelt binnen tandheelkundig deskundigheidsgebied en dat je geen behandelingen uitvoert die buiten het vakgebied vallen of waarvoor je over onvoldoende kennis of kunde beschikt.

Bevoegdheid verwijst naar de formele wettelijke toestemming om bepaalde handelingen zelfstandig uit te voeren, zoals geregeld in artikel 36 van de Wet BIG (voorbehouden handelingen). Bekwaamheid betreft de praktische en actuele vaardigheid om een handeling op verantwoorde wijze uit te voeren. 

Als tandarts moet je beide voortdurend toetsen, ook wanneer het gaat om nieuwe behandeltechnieken of grensgebieden van de tandheelkunde. Door de grenzen van je eigen deskundigheid te respecteren, draag je namelijk bij aan veilige, verantwoorde zorg en voorkom je dat patiënten onnodig risico lopen.
 

4. Bij twijfel verwijzen

Bij twijfel over de eigen deskundigheid verwijst de tandarts de patiënt tijdig door naar een ter zake competente collega of tandarts-specialist. 

De collega naar wie verwezen is onthoudt zich in beginsel van het uitvoeren van een andere behandeling dan door de verwijzer is benoemd in de verwijsbrief. 

Verwijzing is in principe eenmalig en de patiënt komt na de behandeling waarvoor die is verwezen weer bij de eigen tandarts terug.

Toelichting

Tijdige verwijzing

Wanneer twijfel bestaat over jouw eigen deskundigheid in het kader van diagnostiek of behandeling, wordt van jou verwacht dat je de patiënt tijdig doorverwijst. Dit waarborgt dat de patiënt de zorg ontvangt van een zorgverlener met de juiste expertise of specialisatie. Tijdige verwijzing draagt daarmee bij aan patiëntveiligheid en voorkomt onnodige vertraging in de behandeling.

De beslissing om te verwijzen is onderdeel van professioneel en zorgvuldig handelen. Ook als je formeel bevoegd bent, kan verwijzing nodig zijn wanneer de specifieke situatie buiten de reikwijdte van je eigen ervaring of technische mogelijkheden valt.

Zorgvuldige samenwerking bij verwijzing

Bij verwijzing is het belangrijk dat er duidelijke afspraken zijn over ieders rol. De tandarts die verwijst, formuleert in de verwijsbrief helder waarvoor de patiënt wordt verwezen. De zorgverlener naar wie verwezen is, beperkt zich in beginsel tot de gevraagde behandeling of beoordeling. Deze afspraak voorkomt verwarring bij de patiënt en draagt bij aan een overzichtelijke, samenhangende zorgverlening. 

Verwijzing is in principe tijdelijk en gericht op een specifieke hulpvraag. Na afloop van de behandeling of beoordeling keert de patiënt terug naar zijn of haar eigen tandarts. Hiermee blijft de regie over de mondzorg in handen van de regiebehandelaar en wordt continuïteit van zorg gewaarborgd.

Richtlijn Verwijzen

5. Kennis en vaardigheid op peil houden

De tandarts houdt zijn of haar kennis en vaardigheden op peil en draagt waar mogelijk bij aan de ontwikkeling van de tandheelkunde.

Toelichting

Actuele kennis en kunde

Goede zorgverlening is afhankelijk van de kennis en kunde van de tandarts. Daarom wordt van jou als tandarts niet alleen voldoende inspanning verwacht om actuele kennis en kunde te hebben, maar ook om deze te behouden én adequaat in te zetten.

Dat brengt een leven lang leren met zich mee, bijvoorbeeld door deskundigheidsbevorderende activiteiten als het volgen van bij- en nascholing, gestructureerd intercollegiaal overleg middels studiegroepen en visitatie.

Ook stel je je op de hoogte van actuele richtlijnen en protocollen om zo evidence based invulling te geven aan de beroepsuitoefening en te handelen conform de professionele standaard.

Door je eigen kennis en vaardigheden te onderhouden sta je in voor kwalitatief goede mondzorg en draag je bij aan het vertrouwen dat jouw patiënten en de samenleving in de beroepsgroep stellen.

Bijdragen aan de ontwikkeling van de tandheelkunde

Naast het onderhouden van eigen kennis en vaardigheden wordt van jou als tandarts verwacht dat je, waar mogelijk, bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van het vakgebied. 

it kan onder meer door het delen van praktijkervaringen, het begeleiden van studenten en jonge collega's, het deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek of het actief meewerken aan de ontwikkeling van richtlijnen en protocollen.

Dergelijke bijdragen versterken de kwaliteit en de toekomstbestendigheid van de tandheelkunde als geheel. Die bevorderen innovatie, stimuleren kennisdeling en dragen bij aan een lerende beroepscultuur.

6. Geen opdrachten geven aan onbevoegden

De tandarts zal geen opdrachten geven aan niet-zelfstandig bevoegden voor het verrichten van voorbehouden handelingen anders dan met inachtneming van de wettelijke regeling ter zake.

Toelichting

Voorbehouden handelingen

In de Wet BIG staat beschreven dat tandartsen voor bepaalde voorbehouden handelingen zelfstandig bevoegd zijn binnen het tandheelkundig deskundigheidsgebied. Dat zijn bijvoorbeeld heelkundige handelingen, het maken van röntgenfoto’s, het toedienen van anesthesie en het voorschrijven van geneesmiddelen.

Deze voorbehouden handelingen brengen risico’s voor de patiënt met zich mee en mogen daarom enkel worden uitgevoerd door zorgverleners die daarvoor wettelijk bevoegd én bekwaam zijn. Wel is het mogelijk om onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen voorbehouden handelingen te delegeren aan een niet-zelfstandig bevoegde, zoals een tandartsassistent.

Let op: de delegerende tandarts blijft eindverantwoordelijk en moet zich houden aan de voorwaarden en grenzen die de wet stelt.

Taakdelegatie: voorwaarden en grenzen

Delegatie door de BIG-geregistreerde tandarts en uitvoering door een niet-zelfstandig bevoegde van een voorbehouden handeling is alleen toegestaan wanneer is voldaan aan bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen. Deze voorwaarden en grenzen zijn bedoeld om de veiligheid van de patiënt te garanderen en duidelijkheid te geven over verantwoordelijkheden.

De tandarts dient dus kritisch af te wegen of taakdelegatie passend is in een bepaalde situatie en moet daarbij voortdurend toetsen of aan de wettelijke eisen is voldaan. Bij twijfel over de bekwaamheid of toezichtmogelijkheden mag de handeling niet gedelegeerd worden.

Let op: de Toetsingskaders kunnen aan verandering onderhevig zijn. Je dient altijd kennis te nemen van de meest actuele informatie. 
    
De BIG-geregistreerde tandarts dient:

  1. Per patiënt de indicatie te stellen, de opdracht te geven en de opdracht schriftelijk vast te leggen in een protocol of in het dossier van de patiënt;
  2. Vast te stellen dat de uitvoerende ter zake bekwaam is;
  3. De mogelijkheid van toezicht en/of tussenkomst van een (andere) tandarts te borgen (aanwezigheid in de praktijk is vereist);
  4. Zo nodig aanwijzingen te geven.

De niet-zelfstandig bevoegde:

  1. Handelt uitsluitend in en na opdracht van een BIG-geregistreerd tandarts;
  2. Gaat na of hij of zij bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  3. Gaat na of de mogelijkheid van toezicht en/of tussenkomst geborgd is;
  4. Volgt gegeven aanwijzingen op;
  5. Informeert de patiënt dat de voorbehouden handeling in opdracht van de tandarts wordt uitgevoerd, vraagt de patiënt in dat kader om toestemming en legt deze toestemming vast in het dossier.

Voorbehouden handeling en taken delegeren

Professionaliteit en het vertrouwen in de beroepsgroep

7. De eigen veiligheid waarborgen

De tandarts waarborgt zijn of haar eigen veiligheid, welzijn en gezondheid. Wanneer door (persoonlijke) problemen het leveren van goede zorg in het geding komt, zoekt de tandarts gepaste hulp. De tandarts levert geen (mond)zorg onder invloed van alcohol of stimulerende, verdovende of bewustzijnsveranderende middelen.

Toelichting

Zorg voor eigen welzijn en functioneren

Als tandarts heb je een verantwoordelijke rol in de zorg. Om patiënten veilige en goede zorg te kunnen bieden, moet je zelf in staat zijn om professioneel te functioneren. Dat vraagt aandacht voor je lichamelijke en mentale gezondheid. Wanneer je merkt dat persoonlijke omstandigheden, stress of andere problemen een negatieve invloed hebben op je functioneren, is het belangrijk dat je dat onderkent en gepaste hulp inschakelt. Dit is geen teken van zwakte, maar van professioneel bewustzijn en verantwoordelijkheid.

Neem bij acute problematiek contact op met jouw huisarts of de crisisdienst van de GGZ-instelling in jouw omgeving.

Het Vertrouwenspunt Tandarts

Het Vertrouwenspunt Tandarts helpt tandartsen en tandarts-specialisten op een vertrouwelijke wijze om passende hulp te vinden door de tandarts te koppelen aan bijvoorbeeld een coach, arbeidsdeskundige of vertrouwenspersoon. Het digitale systeem van het Vertrouwenspunt is zeer beperkt toegankelijk en staat los van de KNMT-administratie.

Vertrouwenspunt Tandarts

Geen zorg onder invloed – zero tolerance

Het werken onder invloed van alcohol, drugs of andere middelen die het bewustzijn beïnvloeden, is volstrekt onverenigbaar met zorgverlening. Het brengt de veiligheid van de patiënt in gevaar en schaadt het vertrouwen in de beroepsgroep. Er geldt dan ook een strikte norm: het verlenen van (mond)zorg onder invloed is niet toelaatbaar. Van tandartsen wordt verwacht dat zij hierin helder en standvastig zijn; naar zichzelf én naar collega’s toe.

Maak het onderwerp bespreekbaar onder collega’s: lees meer en download de gratis toolkit van ABS-artsen (een programma van KNMG) 

8. Vertrouwen in de beroepsgroep bevorderen

De tandarts handelt, zowel binnen als buiten de beroepsuitoefening, op een zodanige wijze dat het aanzien en/of het vertrouwen in de beroepsgroep en de beroepsuitoefening door tandartsen wordt bevorderd. Ook gaat de tandarts uiterst zorgvuldig om met (persoonlijke) uitingen en het delen van informatie op sociale media.

Toelichting

Professioneel gedrag binnen en buiten de praktijk

Het gedrag van tandartsen beïnvloedt hoe de beroepsgroep als geheel wordt gezien. Professioneel gedrag beperkt zich niet tot de praktijkvloer, maar strekt zich ook uit tot andere situaties waarin je herkenbaar bent als zorgverlener. Ook dan heb je als tandarts de verantwoordelijkheid om bij je expertise te blijven en je te onthouden van uitingen die buiten je kennen en kunnen vallen.

Of het nu gaat om handelen in de behandelkamer, contact met collega’s of het gedrag in het dagelijks leven. De titel ‘tandarts’ gaat gepaard met een bepaalde voorbeeldfunctie, zelfs als je je op persoonlijke titel uit.

Zorgvuldig omgaan met (sociale) media en publieke uitingen

In een tijd waarin informatie zich snel verspreidt, is zorgvuldigheid bij het delen van persoonlijke of professionele uitingen belangrijker dan ooit. Het is van belang om je bewust te zijn van de impact die een bericht, foto of reactie kan hebben op je eigen reputatie én op het imago van het beroep. Dat vraagt om zorgvuldigheid en terughoudendheid bij alles wat je online en offline deelt, zeker als het betrekking heeft op patiënten, collega’s of maatschappelijke kwesties.

Deel geen informatie over de patiënt die onder jouw geheimhoudingsplicht valt.

2. Relatie tandarts en patiënt
 

De tandarts richt zich in de relatie met de patiënt op [...] wederzijds respect, vertrouwen en verantwoordelijkheid

Algemeen

 

9. Wederzijds respect, vertrouwen en verantwoordelijkheid

De tandarts richt zich in de relatie met de patiënt op een samenwerking die is gebaseerd op wederzijds respect, vertrouwen en verantwoordelijkheid met als doel goede zorg te leveren. De tandarts bewaakt binnen deze relatie de professionele grenzen en onthoudt zich van (potentieel) ongewenst, schadelijk en grensoverschrijdend gedrag.

Toelichting

Wederzijds respect en vertrouwen

De patiënt bevindt zich ten opzichte van jou als tandarts in een afhankelijke positie. Het opbouwen en onderhouden van een goede behandelrelatie tussen tandarts en patiënt dient daarom als uitgangspunt te worden genomen. Daarom ga je niet alleen deskundig te werk, maar heb je ook oog voor hoe je overkomt, hoe je communiceert en hoe je omgaat met gevoelens van ongemak of kwetsbaarheid.

De patiënt moet erop kunnen vertrouwen dat jij hem of haar zorgvuldig, eerlijk en met aandacht behandelt. Goede zorg ontstaat daar waar wederzijds respect, vertrouwen en gedeelde verantwoordelijkheid samenkomen.

Professionele grenzen

Het is van belang om je als tandarts bewust te zijn van je professionele grenzen en deze te bewaken. Die grenzen zijn er niet voor niets: ze beschermen de patiënt tegen misbruik van de afhankelijkheidsrelatie, maar ook jou als zorgverlener tegen situaties die je integriteit of beoordelingsvermogen onder druk zetten.

Seksuele intimidatie en ander seksueel getint gedrag, discriminatie, pesten, agressie en geweld is in geen geval toelaatbaar en onverenigbaar met goede zorg.

10. Open en onbevooroordeelde houding

De tandarts handelt in het belang van de patiënt met een open en onbevooroordeelde houding, waarbij gelijkwaardigheid vooropstaat. Daarbij spelen godsdienst, sociaaleconomische status, etniciteit, gender, seksuele oriëntatie of andere persoonlijke kenmerken van de patiënt geen rol.

Toelichting

Onbevooroordeeld en inclusief handelen

Iedere patiënt heeft recht op goede mondzorg, ongeacht godsdienst, sociaaleconomische status, etniciteit, gender, seksuele oriëntatie of andere persoonlijke kenmerken. Je baseert daarom je zorgverlening op de specifieke situatie van de patiënt en laat deze niet beïnvloeden door persoonlijke overtuigingen, aannames of stereotypen.

Door zoveel als mogelijk aan te sluiten bij de belevingswereld van de patiënt draag je bovendien bij aan het vertrouwen binnen de behandelrelatie, stimuleer je een inclusieve praktijk waarin iedereen zich welkom voelt en beantwoord je beter aan de zorgbehoeften van de patiënt.

Gelijkwaardigheid

Gelijkwaardigheid betekent niet dat iedereen dezelfde zorg krijgt. Je levert immers maatwerk. In de zorg kunnen bepaalde factoren, zoals leeftijd en geslacht, een cruciale rol spelen bij het bepalen van de meest geschikte, verantwoorde en passende zorg.

Informed consent

11. 'Informed consent' verkrijgen

De tandarts verkrijgt geïnformeerde toestemming ('informed consent') van de patiënt alvorens hij of zij overgaat tot het uitvoeren van een verrichting op grond van de behandelingsovereenkomst.

Daarbij neemt de tandarts de leeftijdsgrenzen uit de WGBO (Wet op de geneeskunde behandelingsovereenkomst), onderdeel van het Burgerlijk Wetboek), de vigerende richtlijnen en het bevattingsvermogen van de patiënt in acht.

Wanneer een patiënt niet in staat is tot een redelijke waardering van zijn of haar belangen, verkrijgt de tandarts toestemming van een wettelijk vertegenwoordiger.

De tandarts nodigt de patiënt uit tot gezamenlijke besluitvorming ('shared decision making') teneinde te komen tot een passende behandelkeuze.

Toelichting

Informed consent en shared decision making

Op grond van artikel 7:448 BW dient de tandarts de patiënt op duidelijke wijze in te lichten (informatieplicht) én tijdig te overleggen met de patiënt.

Het inlichten en overleggen wordt in samenhang aangeduid met de term gezamenlijke besluitvorming ('shared decision making'). Je gaat in je rol als deskundige een dialoog aan met de patiënt: je biedt ruimte voor het bespreken van de wensen en voorkeuren met betrekking van de behandeling, je beantwoordt vragen en informeert de patiënt.

De informatieplicht strekt ertoe om de patiënt op een zodanig informatieniveau te brengen dat deze toestemming ('informed consent') kan verlenen voor de te verrichten medische handeling(en). 

Zonder dat je 'informed consent' hebt verkregen, mag je niet tot behandeling overgaan op grond van artikel 7:450 BW.

In het tweede lid van artikel 7:448 BW staat opgesomd waarover je de patiënt moet informeren om aan de informatieplicht te voldoen, waarbij als minimum geldt dat je die informatie verstrekt waarvan je kunt begrijpen dat een redelijk denkend mens die in een vergelijkbare situatie zou willen meenemen bij zijn afweging en nodig heeft om tot een adequate behandelbeslissing te komen.  

Bijzondere aspecten van informed consent

Bevattingsvermogen

Niet iedereen heeft dezelfde cognitieve capaciteiten en daarom moet je de patiënt op een wijze informeren die past bij zijn bevattingsvermogen. Het is aan te bevelen om te verifiëren of de patiënt de informatie daadwerkelijk heeft begrepen. Wees alert op taalbarrières, afname van begrip door angst en stress en geestelijke aandoeningen die van invloed kunnen zijn op het beoordelingsvermogen van de patiënt.

Wanneer je bemerkt dat een patiënt niet tot een redelijke waardering van zijn belangen in staat is, kom je de informatieplicht na jegens de (wettelijk) vertegenwoordiger en verkrijg je van hem of haar toestemming.

Kinderen

  • Je verkrijgt bij kinderen tot 12 jaar 'informed consent' van de wettelijk vertegenwoordiger(s) en komt de verplichtingen uit de WGBO jegens hen na.
  • Bij kinderen van 12 t/m 15 jaar verkrijg je van zowel de wettelijk vertegenwoordiger(s) als kinderen informed consent.
  • Vanaf 16 jaar mogen kinderen zelf toestemming verlenen en kom je de informatieplicht (en overige verplichtingen conform de WGBO) jegens hen na, mits zij wilsbekwaam zijn.

Toestemming voor het behandelen van kinderen

Toestemming

Een patiënt kan toestemming voor de behandeling zowel mondeling, digitaal als schriftelijk geven.

In sommige gevallen mag je toestemming impliciet aannemen; zo kan bij het vullen van een caviteit of het verwijderen van tandsteen het voldoende zijn dat de patiënt de afspraak voor de behandeling maakt.

Bij riskante of ingrijpende behandelingen, behandelingen zonder medische noodzaak, experimentele behandelingen en behandelingen met aanzienlijke kostenconsequenties is het altijd aan te raden schriftelijk vast te leggen dat de patiënt op basis van de verstrekte informatie van de tandarts heeft ingestemd met de behandeling.

Hulpverlening

12. Continuïteit en samenhang van zorgverlening

Als uitgangspunt geldt dat de tandarts bij wie de patiënt is ingeschreven de regie voert over de mondzorg van de patiënt. Deze tandarts spant zich voldoende in om de continuïteit en samenhang van de zorgverlening te waarborgen.

Bij afwezigheid en buiten praktijkuren draagt hij of zij zorg voor adequate waarneming en informeert patiënten hieromtrent.

Toelichting

Regie en samenhang in de zorg

De tandarts die de behandelrelatie met de patiënt aangaat, draagt de regie over de coördinatie van het zorgtraject en de gehele behandeling, ook voor het werk dat is uitbesteed aan derden. Deze tandarts voert primair de regie over diagnostiek, behandeling, nazorg en eventuele verwijzingen.

Een regiebehandelaar houdt overzicht en zorgt voor heldere communicatie met de patiënt, naasten en andere betrokken zorgverleners. Dat versterkt de samenhang en doelmatigheid van de zorg, voorkomt dubbel werk en wekt vertrouwen bij de patiënt.

Continuïteit van zorg en waarneming

Ook bij afwezigheid van de tandarts moet de patiënt kunnen rekenen op continuïteit van de mondzorg. Je bent daarom verplicht om bij eigen afwezigheid te voorzien in waarneming of opvang door een collega. De patiënt dient hier op begrijpelijke wijze vooraf over geïnformeerd te zijn.

13. Spoedeisende zorg regelen

In alle gevallen dient de tandarts zich ervan te vergewissen dat zijn of haar patiënten een beroep kunnen doen op goede spoedeisende zorg. De tandarts mag in beginsel een patiënt met spoedeisende klachten niet weigeren.

Toelichting

Spoedeisende mondzorg

Wanneer de beoordeling of behandeling van een klacht in redelijkheid niet kan worden uitgesteld, is er veelal sprake van spoed. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een nabloeding, avulsie, ander ernstig tandletsel of ernstige pijnklachten.

In alle gevallen dient een tandarts zich ervan te vergewissen dat zijn of haar patiënten in voorkomende gevallen een beroep kunnen doen op goede spoedeisende zorg, te leveren door bevoegde en bekwame tandartsen.

De patiënt moet duidelijkheid zijn verschaft over de bereikbaarheid buiten de praktijkuren en het telefoonnummer van de dienstdoende tandarts of de triagedienst moet duidelijk worden vermeld op een zichtbare plaats of via de telefoonbeantwoorder. 

Voor patiënten staat veel informatie over spoed op allesoverhetgebit.nl.

Zorgplicht

De dienstdoende tandarts bepaalt of er sprake is van spoed, en zo ja, op welke termijn de patiënt moet worden gezien of behandeld.

Wanneer er sprake is van spoedeisende klachten, mag je een patiënt niet weigeren. Dit geldt onverminderd voor patiënten die geen eigen tandarts hebben, patiënten die door omstandigheden, bijvoorbeeld wegens vakantie elders in het land hun eigen dienstdoende tandarts niet kunnen bereiken.

Let op: uit jurisprudentie van de tuchtrechter volgt dat (zeer) jonge kinderen met acute en forse pijnklachten altijd gezien dienen te worden.

Praktijkrichtlijn ‘'Opvang spoedgevallen buiten reguliere openingstijden'

14. Vrije keuze patiënt respecteren

De tandarts respecteert de vrije keuze van de patiënt voor een zorgverlener. Wanneer een eigen patiënt een verwijzing of second opinion verzoekt, zal de tandarts hieraan gevolg geven tenzij zwaarwegende gronden een weigering van het verzoek rechtvaardigen.

Toelichting

Vrije artsenkeuze

In Nederland hebben patiënten een recht op vrije artsenkeuze: zij mogen zelf kiezen door wie zij behandeld of onderzocht willen worden.

Dit recht is echter niet onbegrensd en kan in de praktijk door diverse factoren beperkt worden, bijvoorbeeld door capaciteitsproblemen en in spoedeisende situaties.

Verwijzing en second opinion

Je moet een verzoek van de patiënt tot verwijzing of second opinion in beginsel honoreren, tenzij zwaarwegende gronden een weigering van het verzoek rechtvaardigen. Deze afweging moet je zorgvuldig maken.

Het is van belang dat de verwijzing bijdraagt aan de kwaliteit van de door de patiënt ontvangen zorg en de mondzorg niet nodeloos belast wordt. Denk hierbij aan verwijzing naar een ter zake niet deskundige zorgverlener of het herhaaldelijk verwijzen voor een second opinion ten behoeve van dezelfde problematiek.

15. Behandelingsovereenkomst weigeren of beëindigen

De tandarts kan een behandelingsovereenkomst uitsluitend weigeren of beëindigen indien er sprake is van een voldoende onderbouwde, gewichtige reden en is voldaan aan de geldende zorgvuldigheidseisen.

Toelichting

Nieuwe patiënten

Wanneer de patiënt zich meldt bij de praktijk om patiënt te worden, komt er niet meteen een behandelingsovereenkomst tot stand. Desalniettemin zul je, wanneer je ervoor kiest om een patiënt niet aan te nemen, je beslissing goed moeten onderbouwen met zuivere, duidelijke en objectieve argumenten. Houdt daarbij rekening met alle omstandigheden van het geval.

Je mag een patiënt in ieder geval niet weigeren op basis van:

  1. Het in artikel 1 van de Grondwet neergelegde discriminatieverbod.
  2. Eventuele eerder gemaakte afspraken, bijvoorbeeld met een zorgverzekeraar.
  3. Eventuele gedragingen van de tandarts, waaruit een patiënt kon en mocht afleiden dat hij als patiënt is ingeschreven.

In geval van een patiëntenstop mag je de patiënt weigeren op te nemen in de praktijk. Het verdient aanbeveling dit duidelijk te vermelden op de website.

Het weigeren of beëindigen van de behandelingsovereenkomst

Doorgaans ontstaat een behandelingsovereenkomst wanneer een patiënt zich met een specifieke hulpvraag tot de tandarts wendt en de tandarts daarop ingaat. Je kunt weigeren uitvoering te geven aan de behandelingsovereenkomst op grond van een gewichtige redenen. Deze gewichtige redenen staan niet beschreven in de wet, maar vloeien voort uit uitspraken van de tuchtrechter.

Daarnaast moet je ook voldoen aan verschillende zorgvuldigheidseisen om daadwerkelijk tot weigering over te mogen gaan. Let wel, indien het gaat om spoedeisende zorg geldt gedragsregel 13 als ook de toelichting daarop onverkort.

Er kunnen zich situaties aandienen die maken dat je de behandelingsovereenkomst met de patiënt in zijn geheel wilt beëindigen. Dat is een ingrijpend besluit voor de patiënt en het verdient terughoudendheid.

Ook voor het beëindigen van de behandelingsovereenkomst geldt dat aan je besluit een gewichtige reden ten grondslag moet liggen en verschillende zorgvuldigheidseisen in acht genomen moeten worden.

Let op: er bestaan verschillen in gewichtige redenen en zorgvuldigheidseisen voor weigering en respectievelijk beëindiging. Neem daarom kennis van de KNMT-handleiding ‘Niet-aangaan of beëindigen behandelingsovereenkomst’.
 

Rechten en plichten met betrekking tot het dossier

16. Patiëntendossier inrichten

De tandarts richt voor iedere patiënt een dossier in dat voldoet aan de geldende professionele standaard. De tandarts bewaart het dossier met inachtneming van de wettelijke bewaartermijn.

Toelichting

Dossiervorming

Het zorgvuldig inrichten en bijhouden van het dossier van de patiënt is noodzakelijk om goede en verantwoorde zorg te kunnen verlenen.

Daarnaast is het onmisbaar voor een deugdelijke overdracht van de behandeling aan andere zorgverleners, toekomstige behandelingen en (achteraf) beoordelen van de kwaliteit van de door jou geleverde zorg in het kader van reflectie of in geval van een aansprakelijkstelling of tuchtklacht.

Uit de wet en bestaande jurisprudentie valt af te leiden welke onderdelen verplicht moeten zijn opgenomen om te voldoen aan de professionele standaard, welke zijn vervat in de KNMT-richtlijn ‘Patiëntendossier’. Het verdient sterk aanbeveling kennis te nemen van deze richtlijn.

Bewaartermijn van 20 jaar

Op grond van artikel 7:454, derde lid, BW ben je verplicht het dossier van de patiënt ten minste 20 jaar in stand te houden en te beheren. Dit gaat in vanaf het tijdstip waarop de laatste wijziging in het dossier heeft plaatsgevonden.

Vanuit het oogpunt van goed hulpverlenerschap kan het geboden zijn een langere bewaartermijn te hanteren dan 20 jaar.

17. Rechten patiëntendossier eerbiedigen

De tandarts draagt zorg voor de eerbiediging van de rechten van de patiënt met betrekking tot het dossier. Dit omvat, maar is niet beperkt tot, het recht op inzage, afschrift, vernietiging (van onderdelen) van het dossier, correctie van onjuiste persoonsgegevens en het recht op aanvulling van het dossier met een door de patiënt afgegeven verklaring.

Toelichting

Rechten met betrekking tot het dossier

Het verdient opnieuw sterk aanbeveling om kennis te nemen van de KNMT-richtlijn ‘Patiëntendossier’ voor de overige rechten van de patiënt met betrekking tot het dossier en een uitwerking daarvan voor de tandheelkundige praktijk.

Beroepsgeheim

18. Beroepsgeheim bewaren

De tandarts draagt er zorg voor dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van de gegevens uit het dossier worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt, behoudens bij of krachtens de wet bepaalde uitzonderingen.

Toelichting

Het medisch beroepsgeheim

Voor de vertrouwensrelatie met de patiënt is het essentieel dat je alle informatie die je tijdens je beroepsuitoefening te weten komt over de patiënt geheimhoudt. Deze regel wordt ook wel aangeduid als het medisch beroepsgeheim.

Als uitgangspunt geldt dat er rechtsgeldige, uitdrukkelijke toestemming van de patiënt vereist is voor het doorbreken van het beroepsgeheim. Enkel toestemming van de patiënt die vrijelijk, op basis van duidelijke informatie, ondubbelzinnig en voldoende specifiek is gegeven, kan aangemerkt worden als rechtsgeldig. Dan kun je overgaan tot het delen van informatie met anderen dan de patiënt.

Het medisch beroepsgeheim is niet absoluut: er zijn omstandigheden die rechtvaardigen dat je zonder toestemming overgaat tot het uitwisselen van medische gegevens van de patiënt. Bijvoorbeeld bij een wettelijke plicht of taak, wanneer een vitaal belang van de patiënt in het geding is of een noodsituatie zorgt voor een conflict van plichten.

Een uitzondering op het beroepsgeheim kan binnen bepaalde grenzen ook worden gemaakt wanneer de gegevens worden verstrekt aan iemand die rechtstreeks is betrokken bij de behandeling, aan een vervanger of waarnemer en aan de zorgverlener naar wie de patiënt wordt verwezen.

Minderjarigen

  • Bij patiënten jonger dan 12 jaar moet de wettelijk vertegenwoordiger(s) toestemming geven voor het doorbreken van het beroepsgeheim.
  • Bij patiënten van 12 tot 16 jaar moeten zowel de patiënt als de wettelijk vertegenwoordiger(s) samen toestemming geven, tenzij de patiënt niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen.
  • Bij patiënten van 16 jaar en ouder geeft de patiënt alleen zijn of haar toestemming, mits wilsbekwaam.

3. Omgang met collega’s en andere beroepsgenoten
 

De tandarts gaat respectvol om met collega’s en draagt zorg voor een gezond en veilig werk- en leerklimaat.

19. Gezond en veilig werk- en leerklimaat waarborgen

De tandarts gaat respectvol om met collega’s en draagt zorg voor een gezond en veilig werk- en leerklimaat. De tandarts onthoudt zich van (potentieel) ongewenst, overschrijdend en schadelijk gedrag.

Het voorgaande geldt zowel voor collega-zorgverleners in het netwerk van de patiënt als andere beroepsgenoten.

Toelichting

Een gezond en veilig werk- en leerklimaat

Als tandarts werk je samen met collega’s binnen en buiten de praktijk: van assistenten en mondhygiënisten tot collega-tandartsen en andere (in)direct bij de zorgverlening betrokken collega’s.

Als tandarts vervul je veelal een centrale rol binnen het team. Juist dan is het belangrijk om bewust om te gaan met verschillen in ervaring, positie of deskundigheid.

Goede samenwerking betekent dat je collega’s serieus neemt, ruimte biedt voor overleg en initiatief, en ook zelf openstaat voor feedback.

Ongewenst, overschrijdend en schadelijk gedrag

Ongewenst, overschrijdend en schadelijk gedrag kan veel impact hebben op de directe betrokkenen en het hele team en ondermijnt een gezond en veilig werk- en leerklimaat. Denk aan seksueel getinte opmerkingen, denigrerende grappen, buitensluiten, verbaal geweld of het publiekelijk ondermijnen van collega’s.

Het kan helpen om met je collega’s te bepalen wanneer iets als grensoverschrijdend beschouwd kan worden, hieromtrent regels vast te leggen in een gedragsprotocol en/of gebruik te maken van een extern vertrouwenspersoon.

Seksuele intimidatie en ander seksueel getint gedrag, discriminatie, pesten, agressie en geweld is in geen geval toelaatbaar en onverenigbaar met goede zorg.

20. Aanspreken op ongewenst gedrag

Bij een vermoeden van ongewenst gedrag of mogelijk handelen in strijd met de professionele standaard door een collega of beroepsgenoot, spreekt de tandarts deze in beginsel hierop aan en maakt het gedrag bespreekbaar.

De tandarts onderneemt verdere actie als dat nodig is, zoals een melding doen binnen of buiten de organisatie.

Toelichting

Handelen bij ongewenste omgangsvormen

Het bewaken van kwaliteit en veiligheid in de zorg is een collectieve verantwoordelijkheid. Wanneer je als tandarts signalen opvangt dat een collega of beroepsgenoot mogelijk in strijd handelt met de professionele standaard of ongewenst gedrag vertoont, is het in eerste instantie van belang dat je dergelijk gedrag met elkaar bespreekt en aanpast.

Indien van toepassing volg je daartoe opgestelde gedragsprotocollen en neem je eventueel contact op met een (extern) vertrouwenspersoon.

Het is raadzaam om bij (vermoedens van) structureel disfunctioneren van een collega dan wel gedrag dat mogelijk schade of risico’s voor patiënten kan opleveren, een melding te doen binnen of buiten de organisatie.

Vertrouwenspunt Tandarts

Printversie gedragsregels

Gedragsregels voor tandartsen (pdf; alleen voor leden)

Toelichting op de gedragsregels voor tandartsen (pdf; alleen voor leden)