In de mondzorg met zzp’ers werken, is dat straks nog mogelijk?

Hans Scholten
4 minuten
Image
Behandeling bij de tandarts
Veel tandartsen, zowel praktijkhouders als zelfstandigen, duizelt het: is het na 1 januari 2025 nog wel of niet mogelijk om in de mondzorg als zzp’er te werken? Het antwoord is: ja, maar niet in alle gevallen en niet door iedereen. We zetten voor je op een rij waar je aan moet denken en hoe je het risico op een negatief oordeel van de Belastingdienst zo veel mogelijk kunt beperken.

Met ingang van 1 januari gaat de Belastingdienst handhaven op schijnzelfstandigheid, dat is intussen genoegzaam bekend. Hoe die handhaving precies gaat uitpakken, staat nog te bezien. Maar je kunt wel van alles doen om de risico’s op naheffingen of zelfs boetes te verkleinen. Wat die mogelijkheden zijn, zetten we hier voor je op een rij.

De belangrijkste punten zijn:

  • Werk met een goedgekeurde modelovereenkomst
  • Werk strikt volgens de modelovereenkomst
  • Kijk wat je kunt doen om zo veel mogelijk tegemoet te komen aan zo veel mogelijk van de criteria uit het zogenaamde Deliveroo-arrest.

Goedgekeurde modelovereenkomsten in de mondzorg

De modelovereenkomsten voor praktijkwaarneming en praktijkmedewerking door tandartsen kunnen tot 30 september 2026 gebruikt worden. Tot dat moment loopt namelijk de goedkeuring van de Belastingdienst. Er is daarnaast een modelovereenkomst van opdracht-mondzorgpraktijk, die specifiek bedoeld is om afspraken tussen een praktijkhoudend tandarts en een zelfstandig werkende mondhygiënist of juist in omgekeerde rol, vast te leggen. Die goedkeuring is geldig tot 1 januari 2028.

Werken volgens de modelovereenkomst

Werk je als opdrachtgever of zzp'er met een modelovereenkomst? Controleer dan of je met de juiste versie werkt en of je geen wijzigingen hebt aangebracht in het modelcontract die kunnen wijzen op een dienstverband. Zorg er altijd voor dat je daadwerkelijk werkt zoals vastgelegd in de modelovereenkomst en je als praktijkhouder/opdrachtgever in de dagelijkse uitvoering geen regels of verplichtingen oplegt die eigenlijk alleen van toepassing zijn op werknemers. De Belastingdienst beoordeelt altijd de feitelijke manier van werken.

Modelovereenkomsten van opdracht

Toetsen aan de Deliveroo-criteria

Bij het bepalen of sprake is van een arbeidsovereenkomst zijn alle feiten en omstandigheden van belang. Deze moeten in onderling verband worden beoordeeld. Dit wordt ook wel de ‘holistische toets’ genoemd. De Hoge Raad heeft in een aantal uitspraken verduidelijkt hoe die beoordeling kan plaatsvinden. 

De Belastingdienst toetst aan de hand van de wettelijke definitie van de arbeidsovereenkomst, aangevuld met de criteria die door de Hoge Raad in onder meer het Deliveroo-arrest zijn geformuleerd. Daarmee beoordeelt de Belastingdienst of er al dan niet sprake is van een arbeidsovereenkomst. 

In het 'Overzicht Deliveroo-criteria' hieronder zetten we de criteria voor je op een rijtje, inclusief toelichting. De Belastingdienst kent niet meer of minder zwaarte toe aan bepaalde criteria, en toetst ze ‘holistisch’, dus in samenhang. Dat laatste wil ook zeggen dat je niet overal op hoeft te ‘scoren’. Als je maar in zijn totaliteit kunt overtuigen dat je met een zzp-opdracht te maken hebt.

Overzicht Deliveroo-criteria (pdf)

Fragment uit het KNMT-webinar over de Wet DBA: toelichting op de Deliveroo-criteria

Ook even checken: webmodule en Ondernemerscheck

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarnaast een webmodule, bedoeld voor opdrachtgevers, waarmee een indicatie kan worden gegeven of buiten dienstbetrekking kan worden gewerkt. De webmodule bevat echter niet alle belangrijke uitgangspunten (zoals Deliveroo) en heeft geen juridische status. ZZP’ers kunnen ook nog gebruikmaken van de Ondernemerscheck. Deze check is bedoeld om te bepalen of iemand voor de inkomstenbelasting als ondernemer wordt gezien.

Nu heb je 'knoppen om aan te draaien'

Met behulp van de informatie uit het overzicht en de tools heb je ‘knoppen om aan te draaien’, zowel als opdrachtgever als opdrachtnemer (zzp’er). Het is aan te raden hierover met elkaar in gesprek te gaan. De Belastingdienst verwacht dit ook van opdrachtgevers. Je kunt met elkaar bespreken of je van beide zijden aan zo veel mogelijk criteria voldoet, of je nog extra stappen kunt zetten en eventueel ook of er niet een alternatieve manier is waarop je kunt of zou willen samenwerken. 

Houd er altijd rekening mee dat ook al wanneer je concludeert dat het werken buiten dienstbetrekking kan, de Belastingdienst bij een controle tot een andere conclusie kan komen.

Alternatieven voor het werken met of als zzp'er

Een alternatief kan in loondienst gaan zijn, of maat worden in de praktijk. De KNMT weegt daarnaast een aantal ‘nieuwe’ alternatieven, waarover we je later nader informeren.

Zekerheid gezocht? Vraag een beschikking aan

Het is overigens, tot slot, wel mogelijk om absolute zekerheid te krijgen over hoe de Belastingdienst een arbeidsrelatie kwalificeert: namelijk als je de dienst om een oordeel vraagt (een zogenaamde beschikking). De KNMT wil graag een aantal praktijken ondersteunen bij het aanvragen van een dergelijke beschikking, om zo kennis te kunnen opdoen over de wijze van beoordelen van arbeidsrelaties in de mondzorg door de Belastingdienst. Zo kunnen we die weer ten goede te laten komen aan de gehele beroepsgroep.

Dossier Wet DBA