Zo verloopt het kostenonderzoek van de NZa
Het tarief voor een prestatiecode van tandartsen en orthodontisten is opgebouwd uit 3 componenten:
- materiaalkosten;
- praktijkkosten dus voor personeel, gebouw, et cetera en
- inkomsten van de praktijkhouder ofwel de normatieve arbeidskostencomponent (NAC), bestaande uit onder meer diens inkomen, pensioen en premie voor een arbeidsongeschiktheidsverzekering.
Om te beoordelen of de tarieven nog passen bij de kosten, neemt de NZa de 3 componenten periodiek onder loep.
Nieuwe normatieve arbeidskostencomponent is intussen bepaald
In 2023 werd de NAC al nader onderzocht met als conclusie dat deze voor tandartsen iets te laag is en voor orthodontisten iets te hoog. In de tarieven die vanaf 1 januari 2025 gaan gelden, wordt daarom een verhoging voor tandartsen doorgevoerd. Een verlaging van de NAC voor orthodontisten wordt nog even aangehouden tot 1 januari 2026.
Zijn de tarieven en de kosten nog in balans?
Als vervolg op het onderzoek naar de NAC gaat de NZa in het najaar van 2024 onderzoeken of de huidige tarieven en de daadwerkelijk gemaakte praktijkkosten van tandartsen en orthodontisten nog in balans zijn. “Is hiertussen een discrepantie, dan brengen we dat weer samen. Een herijking dus”, aldus Bob Tieke, een van de projectleiders Kostenonderzoek bij de NZa.
Dat betekent dat de NZa de tarieven zo nodig omhoog of omlaag bijstelt. Dit gebeurt door aanpassing van de zogenoemde puntwaarde, die medebepalend is voor de hoogte van het tarief van een prestatie. Het laatste kostenonderzoek, zo’n 10 jaar geleden, leidde tot een tariefdaling.
De voorbereidingen voor het kostenonderzoek zijn inmiddels in volle gang. In afstemming met de branchepartijen – waaronder de KNMT – wordt gekeken wat er precies wordt uitgevraagd bij tandartsen en orthodontisten.
In tegenstelling tot het onderzoek 10 jaar geleden worden implantologiepraktijken niet meer als aparte groep benaderd. Dit omdat de implantologie volgens de NZa geen specifieke sector meer vormt nu die door steeds meer tandartspraktijken wordt aangeboden.
Voor het kostenonderzoek is een steekproef van tandarts- en orthodontiepraktijken worden gevraagd om deel te nemen. Praktijken die in de steekproef zitten, zijn verplicht deel te nemen. Er zijn alleen in heel uitzonderlijke gevallen mogelijkheden tot ontheffing van deelname. Bijvoorbeeld omdat een praktijk in het betreffende jaar vrijwel geen omzet heeft gedraaid of omdat de praktijkeigenaar is overleden.
Voor het kostenonderzoek daadwerkelijk van start is gegaan, was er in juli en augustus een pilot om te kijken of het onderzoeksformat goed werkt en de juiste informatie oplevert.
Lees over het verloop van de pilot van het kostenonderzoek
Van eind september tot medio november moeten de praktijken die in de steekproef van het daadwerkelijke onderzoek zitten informatie gaan aanleveren.
Praktijken in de steekproef wordt gevraagd om cijfermateriaal en informatie aan te leveren over de kosten en de productie in 2023.
De NZa wil de tandarts en orthodontist hierbij zo goed als mogelijk ondersteunen, zegt Jos Meijer, die net als zijn NZa-collega Tieke als projectleider bij het onderzoek betrokken is. “We hebben een bureau in de arm genomen dat de zorgprofessionals ondersteunt bij het aanleveren van de data en het invullen van de formats, Sira Consulting.” Ook komt er een helpdesk die per e-mail of telefonisch gestelde vragen beantwoordt.
Verder zal de NZa voor het aanleveren van materiaal zoveel mogelijk aansluiting zoeken bij de bestaande administratie en softwarepakketten van mondzorgpraktijken. Van de hoeveelheid tijd die een tandarts kwijt is om alles aan te leveren, kan de NZa geen indicatie geven.
Nadat in december de data van de deelnemende praktijken binnen zijn, zal het in de arm genomen externe bureau deze eerst structureren, controleren en valideren.
Vervolgens gaan de gegevens naar de NZa die ze gebruikt om te berekenen wat de gemiddelde kosten per praktijk zijn en wat de gemiddelde kostprijs per prestatie is op basis van de bijgestelde puntwaarde.
Daarna indexeert de NZa de kostprijs naar een definitief nieuw tarief voor 2026. Om deze op 1 januari van dat jaar te kunnen laten ingaan, bepaalt de Raad van Bestuur van de NZa uiterlijk 1 juli 2025 – mede op basis van het kostenonderzoek – de hoogte ervan. “Dit is in feite het eerste formele moment waarop de uitslag van het kostenonderzoek bekend wordt gemaakt. Dit is inclusief de verantwoordingsdocumenten”, aldus Tieke.
Mochten partijen zich hierin niet kunnen vinden, dan kunnen ze bezwaar aantekenen. De mondzorgkoepels – inclusief de KNMT – die in de klankbordgroep van het onderzoek zitten, worden al eerder van de onderzoeksresultaten op de hoogte gebracht.
De KNMT zit er bovenop
De KNMT vindt het belangrijk dat het kostenonderzoek van de NZa een fair beeld oplevert van de kosten die gemoeid zijn met het voeren van een tandarts- of orthodontiepraktijk en de tarieven die daarbij passen. “Daarom gaan we ons maximaal inzetten om het kostenonderzoek van de NZa goed te monitoren qua opzet, uitvoering en uitkomsten”, aldus Martijn Ludwig, hoofd Structuur & Financiering van de KNMT.
We zetten ons maximaal in om het kostenonderzoek van de NZa goed te monitoren qua opzet, uitvoering en uitkomsten
Allereerst maakt de KNMT deel uit van de klankbordgroep die de NZa heeft ingesteld. Daarin hebben 2 beleidsadviseurs van de KNMT, 2 tandartsen en 2 orthodontisten zitting.
Ten tweede zal de KNMT een schaduwonderzoek houden bij tandarts- en orthodontiepraktijken die in de steekproef van het NZa-onderzoek zitten. Voor dit onderzoek – uitgevoerd door een extern bureau – worden praktijken uit de NZa-steekproef gevraagd zich te melden bij de KNMT. Voor dit onderzoek moeten dezelfde data als die voor het NZa-onderzoek worden aangeleverd.
Ludwig verwacht dat tandartsen en orthodontisten uit de steekproef het nodige werk kunnen verwachten om de gevraagde gegevens aan te leveren. “In de praktijk zal het erop neerkomen dat een tandarts ook zijn accountant aan het werk moet zetten.”
Verder kunnen tandartsen en orthodontisten bij vragen en problemen op ondersteuning van de KNMT rekenen, zowel voor het NZa-kostenonderzoek als het schaduwonderzoek.
Ook kunnen ze terecht op de pagina www.knmt.nl/kostenonderzoek en wordt er online een startbijeenkomst voor hen georganiseerd. Daarnaast is er een mogelijkheid voor individuele ondersteuning vanuit de KNMT.
De KNMT verwacht met al haar inspanningen een bijdrage te kunnen leveren aan een goed verloop van het kostenonderzoek. Dit vergroot de kans op een bevredigende uitkomst en verkleint de kans op langdurige bezwaar- en beroepsprocedures. “In ieder geval houden we de vinger goed aan de pols”, benadrukt Ludwig.
Tijdlijn NZa-kostenonderzoek
- Januari-juni 2024: voorbereidingen kostenonderzoek.
- Juli- augustus 2024: pilot van het concept invulformat bij kleine groep praktijken.
- September-november 2024: uitvraag gegevens bij een steekproef van praktijken.
- November 2024-januari 2025: controle en validatie van aangeleverde gegevens.
- Februari 2025: definitieve onderzoekrapportage gereed.
- Maart-april 2025: NZa berekent de concepttarieven.
- Mei 2025: consultatie klankbordgroep (o.a. KNMT) over concepttarieven.
- Juli 2025: concepttarieven aangeboden aan Raad van Bestuur NZa voor vaststelling nieuwe tarieven per 2026.
- 1 januari 2026: nieuwe tarieven voor de mondzorg treden in werking.
Alles over het kostenonderzoek
Dit artikel verscheen eerder in NT/Dentz 04 2023.