Actief toeleiden van de JGZ naar de tandarts nog makkelijker met 2 nieuwe, handige hulpmiddelen

Hans Scholten
3 minuten
Image
Tandarts-kind-lach-behandeling
Wil je als mondzorgpraktijk – of als groep praktijken - een samenwerking opzetten met het consultatiebureau of Centrum voor Jeugd en Gezin in de buurt? En wil je dat jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen ouders actief gaan doorverwijzen naar de tandarts? Dan hebben we 2 nieuwe, handige hulpmiddelen voor je: een verwijskaart en een tipskaartje.

Verwijskaart voor JGZ naar de mondzorgpraktijk

Werk je samen met de JGZ? Dan kunnen consultatiebureaus met behulp van de doorverwijskaart ouders op een mondzorgpraktijk in de buurt wijzen om een afspraak te maken als hun kind zijn eerste tandje heeft gekregen.

Doorverwijskaart van de JGZ naar de mondzorgpraktijk

Kaartje met 7 tips voor een gezonde kindermond

De tipskaart zorgt ervoor dat de ouders de adviezen uit het eerste consult nog eens na kunnen lezen en zo makkelijker kunnen onthouden. Reik het kaartje na de controle uit en geef als tip om hem op een handige plek te bewaren, bijvoorbeeld bij de spiegel in de badkamer of bij de familieplanner.

Kaartje met 7 tips voor een gezonde kindermond

Actief toeleiden werkt

Actieve toeleiding is een heel effectieve methode om meer kinderen bij de tandarts te krijgen. Dat is nodig, want in sommige gebieden komt wel tot een kwart van de jeugdigen niet op controle. Maar als de jeugdgezondheidszorg ouders actief doorverwijst naar de mondzorg dan gaat meer dan de helft van de kinderen in hun 1e levensjaar (dus na het doorbreken van het 1e tandje) naar de tandarts. En die kinderen hebben op hun 5e tot 20% minder gaatjes.

Aan de slag met actief doorverwijzen in 7 stappen

1. Benader het consultatiebureau en/of het Centrum voor Jeugd en Gezin in jouw buurt of vestigingsplaats. De praktijkkaart tandarts-jeugdarts kan je helpen het gesprek op gang te brengen. Contactgegevens van de jeugdgezondheidszorg vind je in de JGZ-zoeker.

2. Breng de collega’s in je woonplaats op de hoogte van je plannen. Trek samen op of verwijs onderling door. De ene praktijk heeft immers meer ruimte voor nieuwe patiënten of affiniteit met het zien van heel jonge kinderen dan de andere.

3. Is de samenwerking een feit? Dan vraagt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige op het consultatiebureau aan ouders of deze al met hun kind bij de eigen tandarts zijn geweest. Is dat nog niet het geval, dan vraagt jeugdarts dat alsnog te doen. Hiervoor kun je de doorverwijskaart gebruiken.

4. Heeft de ouder geen eigen tandarts? Of kan die het kind nog niet zien bij het doorbreken van de eerste tand? Dan vraagt de jeugdarts de ouder om met het kind naar een praktijk te gaan waarmee een samenwerking is opgezet. De jeugdarts kan ook vragen of de mondzorgpraktijk contact met de ouder mag opnemen. Hiervoor kun je de doorverwijskaart gebruiken.

5. Bij een volgend bezoek aan het consultatiebureau vraagt de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige of de ouder al met het kind bij je is geweest. Dit gebeurt net zolang tot de ouder hieraan gehoor heeft gegeven.

6. Is het gelukt het jonge kind te zien? Dan is het aan de praktijk, de ouders en het kind om samen tot een blijvend succesvolle behandelrelatie te komen. Geef na het eerste consult het tipskaartje mee om de ouders te helpen herinneren aan de gegeven adviezen.

Tip: denk bij de eerste controle niet te groots. Het gaat bij heel jonge kinderen met name om het begeleiden van de ouder richting gezonde mondgewoonten. Vooral met betrekking tot (klachten bij) doorkomende tandjes, het aantal voedingsmomenten, nachtflessen en het opstarten van dagelijks poetsen leven bij veel jonge ouders vragen.

7. Evalueer na een tijdje met de andere betrokken partijen, zowel de mondzorgpraktijken als de instelling(en) voor jeugdgezondheidszorg hoe de samenwerking bevalt. Wissel kennis en ervaringen uit. En vergeet vooral niet om samen successen te vieren als het goed gaat!

Lees ook ervaringen van anderen met actief doorverwijzen