Verwijzing van consultatiebureau naar de mondzorg: hoe werkt het in de praktijk?

Karel Gosselink
9 minuten
Image
baby-mondzorg
Verwijzing van het consultatiebureau naar de tandarts werkt: de opkomst wordt hoger en kinderen hebben minder gaatjes. Dit volgt uit onderzoek naar de GigaGaaf!-methode, waarop Ashley Verlinden recent promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Maar hoe werkt samenwerking tussen het consultatiebureau en de mondzorg nu in de praktijk? We lichten er een aantal sprekende voorbeelden uit.

GigaGaaf! werkt - blijkt in de praktijk

De basis van de GigaGaaf!-methode is dat ouders met hun kind vanaf het doorbreken van het eerste tandje door het consultatiebureau worden verwezen naar een mondzorgpraktijk, waar ze leren hoe ze de mond van het kind moeten onderhouden om cariës te voorkomen. Die methode blijkt te werken: 54% van de kinderen die in het kader van het onderzoek naar de tandarts werd verwezen, bezocht in hun eerste levensjaar een mondzorgverlener, van de kinderen in de controlegroep was dat maar 6%. Daarnaast bleek dat kinderen uit de onderzoeksgroep op hun vijfde zo'n 20 procent minder beginnende gaatjes hadden dan kinderen uit de controlegroep.

Op verschillende plaatsen in ons land is de afgelopen jaren de nodige ervaring opgedaan met de Giga-Gaaf!-werkwijze. Hieronder kun je erover lezen.

Centrum Jeugd & Gezin, Jeugd Tandzorg West en lokale tandartsen, Den Haag

In Den Haag ging GigaGaaf! in 2015 van start. Daar begon het Centrum Jeugd & Gezin (CJG) – waaronder de consultatiebureaus in Den Haag vallen - met het verwijzen van ouders met kinderen vanaf 6 maanden naar een mondzorgpraktijk. Jeugdarts Karin Keijser is erg enthousiast over de methode. “In Den Haag gaan veel kinderen nog niet naar de tandarts en door GigaGaaf! is dit echt verbeterd”, aldus Keijser, die nog steeds op dezelfde manier werkt. Eigenlijk is het helemaal niet zo ingewikkeld om de ouders vanuit het consultatiebureau naar de mondzorg te krijgen. 

Aanpak

Aan de ouders wordt gevraagd of ze met hun kindje al naar de eigen tandarts gaan. Is dat niet het geval, dan wordt gevraagd om dat alsnog te doen of er wordt gevraagd of Jeugd Tandzorg West (JTW) contact met hen kan opnemen voor een eerste afspraak. Kan of wil de eigen tandarts het kind toch niet zien, dan wordt er alsnog op aangedrongen naar JTW te gaan. Bij een volgend bezoek aan het consultatiebureau wordt gecheckt of ouder en kind inderdaad al bij een mondzorgpraktijk zijn geweest.

Belangrijk dat consultatiebureau en tandarts bij elkaar in de buurt liggen

Volgens Keijser is het voor het goed opzetten van een doorverwijsaanpak in een regio belangrijk dat de jeugdgezondheidszorg en de mondzorg elkaar goed weten te vinden en goed contact met elkaar onderhouden. Ook moeten de mondzorgpraktijken waarnaar het consultatiebureau verwijst goed bereikbaar zijn voor ouders en dus niet te ver uit de buurt liggen. Dat bevordert de opkomst. Wat ook goed helpt is om bij het eerste bezoek aan de mondzorgpraktijk een cadeautje aan de ouders te geven en hen te complimenteren voor de inspanning om naar de praktijk te komen. 

Privacy is een aandachtspunt

Verder moet er bij het uitwisselen van gegevens goed op de privacy worden gelet. “Je kunt niet zomaar gegevens van ouders en kinderen via e-mail naar een mondzorgpraktijk sturen, dat is niet veilig.” In Den Haag is er daarom voor gekozen om de contactgegevens vanuit de jeugdgezondheidszorg fysiek aan de mondzorg te overhandigen. Wat Keijser vaker hoort en zorgelijk vindt is dat er een behoorlijke groep tandartsen is die ouders met heel jonge kinderen niet verwelkomt in hun praktijken. Dat zou beter moeten.

Inspanning en tijd

Ook bij JTW kijkt men positief naar GigaGaaf!, een aanpak die nog altijd wordt gebruikt. De methode heeft veel waarde voor het kindergebit, aldus kindertandarts Lina Jasulaityte. Het kostte wel de nodige inspanning en tijd om het goed in te voeren in de praktijk, omdat het vrij complex is voor mondzorgverleners, aldus de kindertandarts. 

Zo moesten die in plaats van alleen gaatjes zoeken en direct restaureren, leren het cariësrisico van het jonge kind goed in te schatten, goed leren communiceren met de ouders en leren hen te begeleiden bij de opvoeding van het kind. Daarom kregen ze allereerst een cursus over GigaGaaf! en een training in motivational interviewing. Het scheelde dat JTW al werkte met Gewoon Gaaf, een methode van cariëspreventie op basis van het zeer succesvolle Deense Non Operative Caries Treatment Programme (NOCTP). 

Om GigaGaaf! goed in een mondzorgpraktijk in te voeren, is het volgens Jasulaityte belangrijk dat alle neuzen in het team dezelfde kant op staan en iedereen achter GigaGaaf! staat. Dat zorgt ervoor dat nieuwe medewerkers makkelijker ingewerkt worden en de continuïteit van GigaGaaf! niet in gevaar komt. Verder moeten behandelaars voldoende tijd per ouder en kind krijgen. Ook moet er voldoende mankracht zijn om de kinderen en ouders te begeleiden en voldoende aandacht te geven aan degenen bij wie de mondverzorging nog niet goed lukt. 

Een goede samenwerking tussen de mondzorg en de jeugdgezondheidszorg in een regio draagt ook zeker bij aan het slagen van GigaGaaf!, aldus de kindertandarts.

Mondzorgcentrum Winschoten en consultatiebureau, Winschoten

In 2015 werd ook in het Groningse Winschoten GigaGaaf! ingevoerd vanwege het promotieonderzoek van Verlinden. Een van de participerende praktijken was Mondzorgcentrum Winschoten dat in hetzelfde gebouw is gevestigd als het consultatiebureau. 

Aanpak

Op het consultatiebureau werd ouders gevraagd om toestemming te geven om aan GigaGaaf! mee te doen, waarna ze een voucher kregen waarmee ze zich voor een afspraak konden melden bij de balie van het mondzorgcentrum. 

Tekort aan mondzorgverleners is een remmende factor

GigaGaaf! loopt in de praktijk nog steeds, maar heeft niet meer dezelfde instroom als in het begin. Dat heeft vooral te maken met de patiëntenstop die het mondzorgcentrum een aantal jaar geleden heeft moeten invoeren vanwege het capaciteitstekort in de mondzorg in Groningen, zegt Arie Hoeksema van Mondzorgcentrum Winschoten. “Willen we een cariësvrije generatie laten opgroeien, dan moet dat eerst worden opgelost.”

Regelmatig overleg tussen JGZ en mondzorgpraktijk

Om GigaGaaf! goed te laten draaien, is volgens Hoeksema een goede samenwerking en regelmatig overleg met het consultatiebureau van belang. “Je moet er als tandarts rekening mee houden dat je wel een aantal uren per maand aan begeleiding kwijt bent om het project organisatorisch op de rails te houden.” Hij raadt verder aan om mondhygiënisten en preventieassistenten in te zetten bij GigaGaaf! Wat volgens hem ook goed werkt, is het belonen van goed gedrag door het geven van een cadeautje aan ouder en kind.

Bespreek de samenwerking met collega's in de buurt

Hoeksema vond het belangrijk om eerst met collega’s in de regio te bespreken dat hij met GigaGaaf! aan de slag zou gaan. Want dat zou betekenen dat sommige ouders niet met hun kind naar hun eigen tandarts zouden gaan. De collega’s gaven aan hier geen moeite mee te hebben.

JGZ Kennemerland, lokale kindertandarts en lokale tandartsen, Haarlem

Officieel was de Jeugdgezondheidszorg Kennemerland geen deelnemer aan het GigaGaaf!-onderzoek. Echter, ze omarmde het idee en voerde een eigen variant in. Op de consultatiebureaus daar worden sinds 2018 ouders met kinderen vanaf het doorbreken van het eerste tandje verwezen naar een mondzorgpraktijk. Het idee ontstond omdat men zag dat er in bepaalde wijken in Haarlem minder werd gepoetst en de tandarts minder werd bezocht dan elders. En dat baarde zorgen, aldus jeugdartsen Madeleine Snip en Lucy Smit.

Aanpak

In Kennemerland werkt het als volgt: ouders die met hun jonge kind bij de jeugdarts komen worden aangemoedigd een afspraak te maken met een mondzorgpraktijk. Sommige ouders krijgen een brief mee voor hun eigen tandarts met de vraag of ze met hun kind langs kunnen komen. In deze brief wordt verwezen naar de KIMO-richtlijn ‘Mondzorg voor Jeugdigen - preventie en behandeling van cariës’, die voorschrijft om kinderen al vanaf het doorbreken van de eerste tand te zien in de mondzorgpraktijk.

Naar de eigen tandarts of de kindertandarts?

Daarnaast is er een groep ouders die wordt verwezen naar een praktijk voor kindertandheelkunde waarmee de Jeugdgezondheidszorg Kennemerland goed contact heeft. Hier kunnen ze altijd terecht, ook wanneer de eigen tandarts het kindje nog niet wil zien. Iets wat regelmatig voorkomt, merken de jeugdartsen. 

Speciale vermelding mondzorg in digitaal dossier

In het digitale dossier van de jeugdarts in Kennemerland is speciaal voor dit doel een vakje ‘herinnering voor de toeleiding voor mondzorg’ gemaakt, die afgesloten dient te worden als een ouder met het kind naar de tandarts is geweest. Tot de tandarts is bezocht, blijft de herinnering openstaan en popt bij een volgend bezoek van de ouder telkens weer op. 

Veilig kunnen mailen is belangrijk

Aandachtspunt om het verwijssysteem in een regio goed op te zetten, is volgens Snip en Smit dat de jeugdgezondheidszorg en de mondzorg op een veilige manier met elkaar kunnen mailen, bijvoorbeeld via Zorgmail. Ook is het belangrijk dat tandartsen de jongste kinderen kunnen en willen ontvangen, zoals de eigen richtlijn voorschrijft. Verder is het zaak dat jeugdartsen en -verpleegkundigen worden geschoold over het belang van een goede mondgezondheid.

Testen met een toolkit voor samenwerking, Flevoland

Tandarts-onderzoeker Annemarie Schuller houdt zich vanuit TNO en het Centrum Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen bezig met de implementatie van GigaGaaf! Momenteel werkt ze aan een toolkit met zaken waarop je moet letten als je de samenwerking tussen de jeugdarts en tandarts wilt opzetten in een regio. Deze is naar verwachting in juni gereed.

Onderdeel hiervan is een vragenlijst aan de jeugdgezondheidszorg en aan de mondzorg om in kaart te brengen hoe beide partijen staan ten opzichte van GigaGaaf! Dit moet een beeld geven van het type praktijken in een regio: of deze kleine kinderen willen en kunnen ontvangen, hoe beide partijen denken over samenwerking en wat de verwachtingen zijn. Aan de hand hiervan kunnen ze met elkaar in gesprek gaan over samenwerking in het kader van GigaGaaf!

Geen affiniteit met dreumesen? Verwijs door!

Schuller begrijpt overigens goed dat niet elke tandarts affiniteit heeft met ouders die met hun kind van 6 maanden naar de praktijk komen. Deze tandartsen zouden de ouders dan wel moeten verwijzen naar een tandarts of mondzorgpraktijk waar ze wel terecht kunnen, vindt ze.

Onderzoek naar samenwerking loopt

De GGD in Flevoland is momenteel bezig om GigaGaaf! als proefproject op te zetten met behulp van de vragenlijsten van TNO. Uit de eerste inventarisatie op basis van de uitgestuurde vragenlijsten blijkt dat een aantal mondzorgpraktijken positief is over samenwerking met de jeugdgezondheidszorg, aldus Helma Ario Soerowardojo, tandheelkundig preventief medewerker van de GGD Flevoland. Inmiddels is het verwijzen vanuit het consultatiebureau naar de mondzorgpraktijken al van start gegaan. Daarmee is de implementatie van GigaGaaf! begonnen.

Zelf aan de slag met actief doorverwijzen in 7 stappen

  1. Benader het consultatiebureau en/of de jeugdgezondheidszorg in jouw woonplaats of regio. Een goed hulpmiddel om het gesprek aan te gaan
    is de praktijkkaart tandarts-jeugdarts van de KNMT. Contactgegevens vind je in de JGZ-zoeker. Ook de GigaGaaf!-toolkit - naar verwachting in juni 2024 beschikbaar - kan je helpen.
  2. Breng de collega’s in je woonplaats op de hoogte van je plannen. Trek samen op of verwijs onderling door. De ene praktijk heeft immers meer ruimte voor of affiniteit met het zien van heel jonge kinderen dan de andere.
  3. Is de samenwerking een feit? Dan vraagt de jeugdarts of jeugdverpleegkundige op het consultatiebureau aan ouders of deze al met hun kind bij de eigen tandarts zijn geweest. Is dat nog niet het geval, dan vraagt jeugdarts dat alsnog te doen.
  4. Heeft de ouder geen eigen tandarts? Of kan die het kind nog niet zien bij het doorbreken van de eerste tand? Dan vraagt de jeugdarts de ouder om met het kind naar een praktijk te gaan waarmee een samenwerking is opgezet. De jeugdarts kan ook vragen of de mondzorgpraktijk contact met de ouder mag opnemen.
  5. Bij een volgend bezoek aan het consultatiebureau vraagt de jeugdarts of de jeugdverpleegkundige of de ouder al met het kind bij je is geweest. Dit gebeurt net zolang tot de ouder hieraan gehoor heeft gegeven.
  6. Het is vervolgens aan de praktijk, de ouders en het kind om samen tot een blijvend succesvolle behandelrelatie te komen. Zo werkt het belonen van goed gedrag door het geven van een cadeautje aan ouder en kind goed, volgens deelnemende tandartsen. Preventieprogramma's als Jonny Joker en Glansje ondersteunen dit. Meer voorbeelden zijn te vinden op knmt.nl/jeugdinitiatieven.
  7. Evalueer na een tijdje of de samenwerking succesvol is. Wissel kennis uit. En vergeet niet om samen successen te vieren als het goed gaat! 

Handig: de praktijkkaart tandarts-jeugdarts en de JGZ-zoeker

Om te helpen de samenwerking tussen de mondzorg en jeugdgezondheidszorg tot stand te brengen, hebben we samen met de vereniging voor jeugdartsen AJN, de praktijkkaart tandarts-jeugdarts ontwikkeld. Hierin staan randvoorwaarden, achtergronden en suggesties voor samenwerking. 

We bieden je ook de JGZ-zoeker, waarin je contactgegevens van GGD-instellingen, Centra voor Jeugd en Gezin en consultatiebureaus kunt opzoeken.

Dit artikel is verschenen in NT/Dentz 2, april 2024