Verslaglegging bij spoedgevallen

Voor alle patiënten die je tijdens een dienst hebt gesproken, gezien en/of behandeld breng je verslag uit aan diens eigen tandarts. Wat je vast moet leggen en hoe je de informatie overdraagt, leggen we je hieronder uit.

De dienstdoende tandarts brengt voor alle patiënten die hij tijdens een dienst heeft gesproken, gezien en/of behandeld verslag uit aan de eigen tandarts. Voor een adequate terugkoppeling aan en dossiervoering door de eigen tandarts dienen in dit verslag de volgende gegevens te worden opgenomen:

  • Naam, adres, woonplaats en BSN van de patiënt;
  • Omschrijving van de spoedklacht, met datum en tijdstip;
  • Omschrijving van de bevindingen en de diagnose;
  • Omschrijving van de uitgevoerde behandeling en/of het gegeven advies;
  • Een eventuele verwijzing naar een collega, tandartsspecialist, huisarts of medisch specialist, met de reden van deze verwijzing;
  • Een eventueel noodzakelijke na- of vervolgbehandeling en daarvoor gestelde termijn;
  • Eventuele overige gegevens die voor een goede zorgverlening noodzakelijk zijn;
  • Bij dit verslag worden, indien van toepassing, ook gemaakte röntgenopnamen gevoegd. Bij voorkeur worden tevens de in rekening gebrachte tariefcodes vermeld.

Zie voor de adviezen met betrekking tot dossiervoering de KNMT-richtlijn Patiëntendossier.