KNMT uit zorgen over handhaving Wet DBA
We zien dat het einde van het handhavingsmoratorium van de Wet DBA, de manier waarop de handhaving nu zal worden opgepakt en de onzekerheid die dit met zich meebrengt, zal leiden tot een gebrek aan waarnemers en een uitstroom van tandartsen. En dat terwijl er nu al een tekort is.
Het gaat ons daarbij om de flexibele schil van zelfstandige tandartsen, die zorgen voor vervanging bij ziekte en overlijden, tijdelijk toegenomen zorgvraag of specifieke kennis inbrengen in praktijken. Een groep die wel degelijk zelfstandig het beroep uitoefent maar toch gedwongen lijkt te worden om in loondienst te gaan.
Zeer twijfelachtig of er voldoende zzp'ers overblijven om ziekte en drukte op te vangen
Het is zeer twijfelachtig of er onder de Wet DBA voldoende zzp’ers overblijven die ziekte en drukte kunnen opvangen – met alle gevolgen van dien. Zeker in regio’s in Nederland waar nu al te weinig tandartsen zijn kan dit ertoe leiden dat praktijken moeten overschakelen op noodroosters of de deuren (tijdelijk) helemaal moeten sluiten.
Flexibele schil moet mogelijk blijven
Om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen moet de inzet van een flexibele schil van zzp’ers in de mondzorg – uiteraard onder voorwaarden - mogelijk blijven. Aan dergelijke nader normerende wetgeving wordt nu gewerkt; dat is de Wet Vbar.
In de Tweede Kamer was donderdag 12 september een commissiedebat over zzp'en. In onze brief vragen we de Kamerleden en de minister niet vóór die wetgeving gereed en van kracht is de zorg voor patiënten in de waagschaal te stellen, maar juist in die verhelderende wet voldoende ruimte te scheppen voor de inzet van zelfstandig werkende zorgverleners.
Lees de brief over de handhaving van de Wet DBA (pdf) aan de Tweede Kamer
In actie om ruimte te houden voor zzp'en
Behalve via de Tweede Kamer is de KNMT ook op andere podia actief om wet- en regelgevende instanties van de noodzaak te overtuigen voldoende ruimte te blijven bieden aan zzp'ers in de zorg. We doen dat bijvoorbeeld in contacten met het ministerie van VWS en de Belastingdienst. We doen dat samen met met de collega-beroepsorganisaties LHV, FMS en VvAA.
Parallel daaraan werken we eraan om onze leden ook de komende periode zo goed mogelijk te helpen in te spelen op de nieuwe situatie.