KNMT in gesprek met VWS en de Belastingdienst over handhaving Wet DBA

Harry Korver
3 minuten
Image
Wet-overleg
Per 1 januari 2025 eindigt het handhavingsmoratorium op de Wet DBA. Om duidelijkheid te krijgen over de gevolgen hiervan, is de KNMT samen met de beroepsorganisaties LHV, FMS en VvAA in gesprek met het ministerie van VWS en de Belastingdienst. Het doel van deze gesprekken is om te onderzoeken hoe zelfstandigen flexibel kunnen blijven werken bij calamiteiten, piekbelasting en bijzondere situaties. Waar moet je als praktijkhouder of zzp'er rekening mee houden?

Handhaving op schijnzelfstandigheid vanaf 2025

In 2016 werd de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) ingevoerd om schijnzelfstandigheid te voorkomen. Deze wet veroorzaakte vanaf het begin veel onrust en discussie. Daarom kregen opdrachtgevers en zelfstandigen een overgangsperiode, het zogenaamde handhavingsmoratorium. Dit moratorium houdt in dat de Belastingdienst geen loonheffingen of boetes oplegt voor onjuiste kwalificaties van arbeidsrelaties, behalve bij kwaadwillendheid of na een aanwijzing.

Vanaf 1 januari 2025 eindigt het handhavingsmoratorium. Volgens de Belastingdienst zal deze wijziging geen grote impact hebben op de manier van handhaven. Momenteel wordt er al gehandhaafd, maar met de mogelijkheid om eerst een aanwijzing te geven en een redelijke termijn te bieden om de arbeidsrelatie aan te passen. 

Na 1 januari 2025 vervalt deze mogelijkheid en zal de Belastingdienst direct handhaven (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2025). Omdat niet verder terug wordt gecorrigeerd en nageheven dan 1 januari 2025 zal de Belastingdienst pas in 2030 weer over de maximale wettelijke termijn van 5 jaar correcties of naheffingen opleggen, met uitzondering van situaties van kwaadwillendheid of na een aanwijzing.

Toekomst van modelovereenkomsten

Ook na 1 januari 2025 kan nog met de modelovereenkomsten gewerkt kan worden, tot de einddatum van de modellen. Daarbij zijn onderstaande voorwaarden van belang: 

  • werk conform de feiten en omstandigheden in de modelovereenkomst om deze als ‘buiten dienstbetrekking’ te kwalificeren. De Belastingdienst beoordeelt de feitelijke manier van werken.
  • controleer voor januari 2025 of de uitvoering van de overeenkomst overeenkomt met de afspraken, gebruik de juiste versie en zorg ervoor dat er geen regels of verplichtingen worden opgelegd die eigenlijk alleen van toepassing zijn op werknemers.

We raden je daarnaast aan om de laatste ontwikkelingen op dit gebied te blijven volgen en regelmatig te evalueren of je samenwerking onder de huidige voorwaarden kunt blijven voortzetten.

Geen modelovereenkomsten voor ondersteunend personeel 

Voor ondersteunend personeel zijn er geen goedgekeurde modelovereenkomsten. Wij raden je aan om niet met ondersteunend personeel in een zzp-constructie te werken.

Continuïteit van zorg

In het kader van continuïteit van zorg verkennen we momenteel samen met de Belastingdienst en VWS hoe zorgprofessionals ook na 2025 als zzp'er kunnen blijven werken. We bespreken daarvoor verschillende casussen. 

Dossier Wet DBA

Wet VBar 

Op dit moment wordt er ook gewerkt aan de wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (Wet Vbar). Het doel is om heldere regels te creëren die duidelijk maken of iemand een werknemer of een zelfstandige is. Het wetsvoorstel is nu in behandeling bij de Raad van State en kan, als alles volgens planning verloopt, op zijn vroegst op 1 januari 2026 ingaan. Tot die tijd blijft de huidige wetgeving, artikel 7:610 BW, van kracht. Dit betekent dat de Belastingdienst de arbeidsrelatie beoordeelt volgens de regels voor arbeidsovereenkomsten. Bij de beoordeling kijkt de Belastingdienst specifiek naar het aspect van gezag, zoals of er interne regels zijn die voor alle medewerkers gelden.