JGZ gaat vanaf het eerste tandje toeleiden naar de mondzorg
“Probeer kinderen vóór of vanaf het moment van de doorbraak van de eerste gebitselementen te begeleiden”. Zo luidt een van de aanbevelingen uit de KIMO-richtlijn ‘Mondzorg voor Jeugdigen preventie en behandeling van cariës’ uit 2020. Dit betekent dat ouders met hun baby vanaf ongeveer 6 maanden al een bezoek moeten brengen aan een mondzorgpraktijk. De JGZ neemt deze aanbeveling nu over in haar eigen, geactualiseerde richtlijn, die ze begin volgend jaar lanceert.
Huidige JGZ-richtlijn stamt uit 2005
Milou Munk, opgeleid als arts Maatschappij en Gezondheid en nu beleidsadviseur Jeugd bij de KNMT, ziet het als een goede stap dat de JGZ – die preventie als uitgangspunt heeft – nu deze richtlijn ontwikkelt. Ook omdat in de huidige door de JGZ gebruikte handleiding uit 2005 stamt. Daarin wordt nog geadviseerd dat ouders met kinderen vanaf 2 jaar de tandarts bezoeken, wat niet in lijn is met de KIMO-richtlijn op dit gebied.
Kan leiden tot minder cariës als het kind wat ouder is
Het zien van een kind vanaf het doorbreken van het eerste element door een mondzorgprofessional is dus het nieuwe adagium. Een goede samenwerking tussen JGZ en mondzorg kan eraan bijdragen dat ouders al met heel jonge kinderen naar een mondzorgpraktijk gaan en een mondzorgprofessional zien om hen te begeleiden in het aanleren van gezonde mondgewoonten voor het kind. Dit kan bovendien leiden tot minder cariës als het kind wat ouder is, een beeld dat onder meer naar voren kwam uit recente onderzoeken naar GigaGaaf! en Gezonde Peutermonden.
Dit zijn 2 interventiemethodes waarin de JGZ – in casu de consultatiebureaus en Centra voor Jeugd en Gezin – en de mondzorg samenwerken. Bij Gigagaaf! worden ouders en baby vanuit de JGZ actief verwezen naar de mondzorgpraktijk, bij Gezonde Peutermonden worden de ouders actief begeleid door een mondzorgcoach op de JGZ-locatie.
In kwetsbare wijken veel zuigflescariës
Aandacht voor mondgezondheid maakt deel uit van het takenpakket van de JGZ en is al enkele jaren onderdeel van de opleiding tot jeugdarts. Jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen op flink wat JGZ-locaties – zeker die in wijken waar veel mensen wonen met een lage sociaal economische positie (sep) – zien veel kinderen met veel cariës.
Ik gun ieder kind een kans op een gaaf gebit.
Zo ook Rifka Efrat, jeugdarts bij de GGD Amsterdam. Zij werkte lange tijd in deze kwetsbare wijken en zag daar veel zuigflescariës en soms ook dramatische gebitten bij wat oudere kinderen. “En ik gun ieder kind een kans op een gaaf gebit.” Dat was voor Efrat dan ook de motivatie om mee te werken aan het opstellen van een JGZ-richtlijn voor de mondzorg.
Richtlijn zal in januari 2025 worden geïntroduceerd
Op verzoek van het ministerie van VWS wordt deze richtlijn onder de regie van TNO ontwikkeld, aldus Eline Vlasblom, projectmanager bij de afdeling Child Health van TNO. Een JGZ-richtlijn zou volgens VWS een van de hulpmiddelen kunnen zijn om de strijd tegen cariës aan te gaan.
Afgelopen jaar ging TNO samen met het veld aan de slag met de richtlijn, die volgens de planning in januari 2025 zal worden geïntroduceerd. Vanaf dat moment schrijft de werkwijze in de JGZ-richtlijn voor dat ouders bij de JGZ – in casu de consultatiebureaus en de Centra voor Jeugd en Gezin – de boodschap krijgen om met het kindje vanaf de doorbraak van het eerste tandje naar een mondzorgpraktijk te gaan. Toeleiden naar de mondzorg, zoals het in het JGZ-veld wordt genoemd.
Kennisniveau speelt een rol
Wanneer men in de JGZ de richtlijn overal actief gaat toepassen, is moeilijk te zeggen. De verwachting is dat er in de eerste helft van 2025 een grote stap gemaakt wordt. Hierbij speelt het kennisniveau dat jeugdartsen en jeugdverpleegkundigen van de mond hebben een rol. In hun basisopleiding was daar vaak weinig aandacht voor: zo zit in de opleiding tot jeugdarts maar 3 uur onderwijs over mondzorg.
Het is dan ook handig dat de eerste van de 3 modules uit de richtlijn zich richt op meer kennis over de mond. De andere 2 modules betreffen de preventie van cariës en de samenwerking met mondzorgprofessionals. Deze laatste gaat over samenwerkingsafspraken over hoe je jonge kinderen naar de mondzorg kunt toeleiden tussen mondzorgprofessionals en JGZ-professionals binnen een regio. Hierbij kan de praktijkkaart Tandarts & jeugdarts van de KNMT en AJN Jeugdartsen gebruikt worden, met de verwijskaartjes die de KNMT onlangs introduceerde.
Ook groep ouders zonder eigen tandarts
De verwachting is dat de invoering van de JGZ-richtlijn er vanaf 2025 voor gaat zorgen dat veel ouders zich met hun kindje van circa 6 maanden melden in de mondzorg. Een deel van die ouders zal met het kind bij de eigen tandarts terecht kunnen. Maar dit zal niet altijd gaan, aangezien er ook mondzorgpraktijken zijn met minder affiniteit met heel jonge kinderen.
Daarnaast is er een groep ouders zonder eigen tandarts voor wie het lastiger is om bij een mondzorgpraktijk terecht te komen.
Samenwerking JGZ en mondzorg in de regio is logische stap
Daarom is het volgens Munk een logische stap dat de JGZ en de mondzorg in een gemeente of regio gaan samenwerken, zodat bekend wordt in welke mondzorgpraktijken kinderen nog terechtkunnen en niet buiten de boot vallen. Overigens is het zo dat de JGZ als publiek orgaan niet mag samenwerken met één mondzorgpraktijk. Dit betekent dat meerdere mondzorgpraktijken hierbij betrokken moeten worden.
Samenwerking krijgt steeds meer vorm
Efrat geeft aan dat in Amsterdam de samenwerking tussen JGZ en mondzorg steeds meer vorm krijgt. Dit heeft er onder meer voor gezorgd dat er geregeld een tandarts iets over mondzorg komt vertellen aan de JGZ-professionals op het consultatiebureau.
Daarnaast plaatsen steeds meer JGZ-locaties een kaart of lijst bij de balie met mondzorg-verleners bij wie ouders met hun baby terecht kunnen, maar pas nadat ze het eerst hebben geprobeerd bij alle mondzorgverleners in hun omgeving.
Onderling regelen hoe je ouders toeleidt
Een goede samenwerking houdt verder in dat de mondzorg en de JGZ onderling regelen hoe je ouders toeleidt, hoe je checkt of er echt een afspraak met de tandarts is gemaakt en hoe je het bezoek aan de tandarts terugkoppelt aan het consultatiebureau. Beleidsadviseur Munk roept de jeugdgezondheidszorg en mondzorg op om hier actief werk van te maken.
Het gesprek en anticiperende voorlichting vaak voldoende
Ze benadrukt hierbij het belang dat ouders goed begeleid worden in het aanleren van gezonde mondgewoontes. Het gesprek en de anticiperende voorlichting is daarbij in veel gevallen - zeker bij de heel jonge kinderen - voldoende. Lang niet ieder kind hoeft met 6 maanden in de tandartsstoel voor een uitgebreid periodiek mondonderzoek. “Bovendien is het aanleren van gezond gedrag veel minder intensief dan gedragsverandering voor elkaar krijgen als mondzorg. Een deel van die ouders zal met het kind bij de het eenmaal mis gaat in de mond.”
Melding op de GroeiGids-app: vanaf 1e tandje naar de tandarts
Recent is ook de automatische melding over mondgezondheid, die ouders wanneer hun kind zes maanden is via de GroeiGids-app ontvangen, aangepast. Ze ontvangen hierin nu ook de oproep: ‘Ga vanaf het eerste tandje met je kind naar de tandarts of mondhygiënist. Je hoeft daarvoor niets te betalen en er gaat ook niets van je eigen risico af. Je kunt je baby ook meenemen als je zelf voor controle gaat’.
De GroeiGids-app is de app van de JGZ waarmee ouders de groei en ontwikkeling van hun kind kunnen volgen.
Dit artikel is eerder geplaatst in NT/Dentz 07/2024