Update: zorgen over voortbestaan flexibele schil van zelfstandig werkenden in de (mond)zorg

Karel Gosselink
4 minuten
Image
werkenden-mondzorg
De KNMT heeft haar zorgen geuit aan minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) over het voortbestaan van een flexibele schil van zelfstandig werkende (mond)zorgverleners, die dreigt te verdwijnen in de kabinetsvoorstellen. Update: tijdens het kamerdebat op 7 juni schetste Van Gennip 3 opties om de balans te herstellen tussen werkenden in dienstbetrekking en het aantal zelfstandigen.

Update: kamerdebat op 7 juni met aanvullende maatregelen

Minister van Gennip (SZW) wil de balans herstellen tussen het aantal werkenden in dienstbetrekking en zelfstandigen. “De jarenlange groei van het aantal zzp’ ers heeft negatieve gevolgen”, aldus de minister.

Ze wil langs drie lijnen de balans herstellen, te weten:

  1. Een gelijker speelveld voor werknemers en zelfstandigen.
  2. Meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer in dienstbetrekking dan wel als zelfstandige.
  3. Verbetering van handhaving op schijnzelfstandigheid.

Op de vraag vanuit de Tweede Kamer of het inbeddingscriterium betrekking heeft op de werkende en/of het werk, was Van Gennip duidelijk. Het heeft betrekking op beide. Dus er zal zowel worden gekeken naar de inbedding van de werkzaamheden in de organisatie van de opdrachtgever als naar de persoon die het werk doet.

Aanvullende maatregelen voor Zorg, Kinderopvang en Onderwijs

Aanvullend op de nieuwe regels die voor alle sectoren gaan gelden (waaronder het inbeddingscriterium), denkt het kabinet aan aanvullende maatregelen voor specifiek de sectoren zorg, kinderopvang en onderwijs.

Dit zijn de drie opties die het kabinet verkent:

  1. Een maximaal percentage van het aantal zelfstandigen in een sector; hierbij gaat het om de vraag of de inzet van zelfstandigen in de sectoren zorg, onderwijs en kinderopvang wettelijk procentueel in te perken is, dan wel een bepaald minimum aan werkenden met een dienstverband. 
  2. Een verbod op het verrichten van bepaalde functies door zelfstandigen; ofwel een maatregel waardoor specifieke functies en/of werkzaamheden alleen binnen dienstbetrekking mogen worden verricht. 
  3. Rechtsvermoeden van werknemerschap; dit komt erop neer dat er bij bepaalde functies in principe van wordt uitgegaan dat er sprake is van schijnzelfstandigheid.

 In het zomerreces vindt de internetconsultatie plaats inzake het nieuwe aangekondigde wetsvoorstel voor zzp’ers. 

Modelovereenkomsten van opdracht blijven van kracht

In de laatste 18 maanden zijnde modelovereenkomsten van opdracht tussen tandartsen en met mondhygiënisten vernieuwd. Deze overeenkomsten blijven gewoon van kracht en kun je blijven gebruiken. Het nog te formuleren inbeddingscriterium kan van invloed zijn, maar invoering van dit criterium is pas per 1 januari 2025 te verwachten.

Er is een overleg over deze ontwikkelingen gepland met de vertegenwoordigers van de zzp’ers in de ledenraad van de KNMT. Het behoud van mogelijkheden om als zelfstandige beroepsbeoefenaar te werken én met zelfstandige beroepsbeoefenaren samen te werken is een belangrijk aandachtspunt. Uiteraard zullen wij je nader informeren over verdere ontwikkelingen in dossier.

Lees meer over de aanvullende maatregelen van minister Van Gennip

Inbeddingscriterium is drempel voor zzp'er in de zorg

In een brief aan minister Van Gennip heeft de KNMT - samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), de Federatie Medisch Specialisten (FMS) en de VvAA - speciale aandacht gevraagd voor het behoud van de flexibele schil in de (mond)zorg. De zorgkoepels maken zich zorgen over een voorgestelde uitbreiding van de beoordelingscriteria in het kader van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wet DBA) en dan met name het inbeddingscriterium. Dit criterium werpt een drempel op om als zelfstandige zorgverlener (zzp’er) aan de slag te gaan bij een (mond)zorgorganisatie.

Er kan sprake zijn van een dienstbetrekking

Het inbeddingscriterium houdt in dat als de werkzaamheden van een zelfstandige zorgverlener (zzp’er) organisatorisch zijn ingebed, geïntegreerd of vast onderdeel van de organisatie zijn, dit een aanwijzing kan zijn dat er sprake is van een dienstbetrekking, behalve als de zzp’er kan aantonen dat is voldaan aan een aantal criteria voor zelfstandig ondernemerschap.

Wat inbedding precies inhoudt en welke ‘ondernemerscriteria’ toch maken dat iemand wel zzp’er is, moet nog verder worden uitgewerkt door het ministerie. Een indicatie die minister Van Gennip van SZW in haar brief eind december al heeft genoemd, is de situatie waarin de zzp’er werkzaamheden uitvoert die tot de gebruikelijke bedrijfsvoering van de organisatie behoren en waarbij de zzp’er middelen van de opdrachtgever gebruikt.

Collegiaal waarnemen wordt onmogelijk gemaakt

Als KNMT voorzien we dat door het inbeddingscriterium het collegiaal waarnemen – bijvoorbeeld bij ziekte of zwangerschapsverlof - onmogelijk wordt gemaakt. Bij collegiaal waarnemen is altijd sprake van het (tijdelijk) invullen van een kernfunctie in de zorginstelling: een functie die volledig is ingebed in het uitvoeringsproces en waarbij je doorgaans de organisatie en apparatuur gebruikt van de tandarts of tandartsspecialist die je vervangt.

KNMT maakt met zorgcoalitie vuist naar politiek

Wij vinden dat het collegiaal waarnemen en het opvangen van extra drukte in de praktijk via zzp’ers in een flexibele schil rond de praktijken noodzakelijk is en moet blijven. Dit moet in de nieuwe wetgeving van minister Van Gennip goed worden geregeld.

We blijven ons inzetten voor het behoud van de flexibele schil. Door samen met de VvAA, FMS en LHV een coalitie te vormen, kunnen we een grotere vuist maken richting de politiek.

Heb je vragen? Stel ze - bij voorkeur per mail - aan team Ledenservice via ls@knmt.nl