Uitspraak rechter onderstreept noodzaak tot aanpassing NZa-systematiek rond kostenonderzoeken

Hans Scholten
2 minuten
Image
Behandeling bij de tandarts
De recente uitspraak van de rechter in de zaak die tegen de NZa is aangespannen door de huisartsen laat geen ruimte voor twijfel: de NZa heeft haar motivering van de uitkomsten van het kostenonderzoek in de huisartsenzorg op cruciale punten ondeugdelijk onderbouwd. KNMT-voorzitter Hans de Vries: “Wij zijn teleurgesteld dat de NZa deze kernpunten in haar publieke reactie volledig onbenoemd laat en vasthoudt aan dezelfde uitgangspunten in onze lopende mondzorgprocedures.”

De uitspraken van de rechter zijn glashelder

  • Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) is onder andere van oordeel dat de huisartsen aannemelijk hebben gemaakt dat het investeren in het aanpassen van de huisvesting en/of het investeren in nieuwe huisvesting wordt bemoeilijkt doordat de tarieven daarin niet voorzien.
  • Het college komt ook tot de conclusie dat de NZa de weging van het functiehouderschap (de verantwoordelijke voor de zorg in de praktijk) ondeugdelijk heeft gemotiveerd.
  • En de rechter stelt dat de bepaling van het norminkomen en de daaraan onderliggende berekening ondeugdelijk gemotiveerd zijn.

Lees over de uitspraak in de zaak van de huisartsen

Hans de Vries, die mede spreekt namens NVM-mondhygiënisten en ONT: “Dezelfde uitgangspunten hanteert de NZa echter deels (punt 1) of volledig (punt 2 en 3) in onder meer haar tariefbeschikkingen in de mondzorg, maar ook in de geboortezorg en de geestelijke gezondheidszorg. Desondanks toont de NZa zich in haar reactie op deze uitspraak geenszins gevoelig voor bovenstaande punten uit het oordeel van het CBb. De NZa gaat niet in op deze generieke punten uit de CBb-uitspraak en benoemt slechts 2 door de huisartsenverenigingen ingebrachte punten, namelijk dat de krappe huisvestiging en de poortwachtersfunctie van de huisarts onvoldoende zijn mee genomen.”

“Wij betreuren het dan ook zeer dat de NZa er nog steeds voor kiest dezelfde uitgangspunten weer in juridische procedures te verdedigen. In onder meer de bezwaarzaak van de mondzorg (die op maandag 1 december diende), het vervolg van de rechtszaak in de mondzorg (naar verwachting op 10 december), de bezwaarzaak in de geboortezorg én de bezwaarzaak in de psychiatrie. Terwijl het college deze reeds heel duidelijk heeft verworpen en wij deze bezwaren ook al meer dan 2 jaar bij de NZa kenbaar maken. Voor wat betreft het derde punt is dit al de tweede keer dat de NZa door een rechter in het ongelijk is gesteld.”

“Wij roepen de NZa dan ook op om:

  1. alle tariefbeschikkingen waarin de volgens de rechter ondeugdelijk gemotiveerde uitgangspunten zijn verwerkt te heroverwegen,
  2. de systematiek van huisvesting, functiehouderschap en norminkomen/NAC conform de jurisprudentie aan te passen,
  3. volledige transparantie te bieden over de gevolgen van de uitspraak voor álle zorgdomeinen waar dezelfde systematiek geldt.

Alleen een integrale herbeoordeling kan voorkomen dat zorgverleners in een langdurig juridisch en financieel vacuüm terechtkomen.”

Webdossier kostenonderzoek