De wet DBA: tussenstand van de pilot met webmodule

Hans Scholten
2 minuten
Twijfel
Als onderdeel van de wet DBA, die schijnzelfstandigheid moet tegengaan, loopt er sinds 11 januari 2021 een pilot met een webmodule. Via een online vragenlijst kunnen opdrachtgevers checken of ze voldoen aan de regels voor het inhuren van een zzp’er. Hoe staat het met de pilot?

Wanneer een opdrachtgever de vragenlijst in de webmodule invult zijn er drie uitkomsten mogelijk. Ten eerste dat de opdracht ‘buiten dienstbetrekking’ kan worden uitgevoerd, dus door een zzp'er. Ten tweede dat er mogelijk sprake is van een dienstbetrekking of tot slot dat er geen oordeel kan worden gegeven over de arbeidsrelatie.

Gedurende de 6 maanden durende pilotfase is de webmodule bedoeld als voorlichtingsinstrument. Deelname is vrijwillig en anoniem. Aan de uitkomst kan ook nog geen rechtszekerheid ontleend worden. De uitkomst van de online vragenlijst is dus slechts een indicatie van de arbeidsrelatie, geen juridische beslissing.

Tijdens een bijeenkomst begin juni 2021 gaven minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de staatssecretarissen Keijzer (Economische Zaken) en Vijlbrief (Belastingen) een toelichting op de stand van zaken van de pilot. Ze gaven daarbij nadrukkelijk aan dat zij demissionair zijn en de komende regering niet voor de voeten kunnen lopen. 

Het volgende kunnen we afleiden uit de toelichtingen: 

  1. De pilot webmodule verloopt ‘naar verwachting’. De ministeries SZW en EZ&K zijn voorstander en Financiën berust. De webmodule wordt dus mogelijk ingevoerd, hoewel veel belangenorganisaties waaronder de KNMT, er geen voorstander van zijn;
  2. De (sector)modelovereenkomsten van opdracht blijven ‘vooralsnog’ van toepassing. De KNMT dringt er, samen met de LHV, FMS en VvAA, op aan dat deze overeenkomsten voor een langere termijn en duur van de overeenkomst een vrijstelling blijft bieden voor opdrachtgever en opdrachtnemer;
  3. Het verlengen van het handhavingsmoratorium na 1 oktober 2021 is een besluit dat een nieuwe regering moet nemen. Ook als de non-handhaving niet verlengd wordt, lijkt er vooral bij schrijnende situaties aan de onderkant van de arbeidsmarkt gecontroleerd te gaan worden. Wij hebben de verwachting dat er ook bij het vervallen van de non-handhaving tot tenminste medio 2022 geen handhavingsacties in de mondzorg zijn te verwachten;
  4. Het gebruik van de webmodule voor het beoordelen van arbeidsrelaties is niet verplicht (mocht de module worden ingevoerd). Staatssecretaris Vijlbrief waarschuwt tegen de neiging van de politiek om deze module in te gaan zetten als instrument bij handhaving. De KNMT kan zich in die waarschuwing vinden. De webmodule is een generiek instrument, terwijl de modelovereenkomsten specifiek zijn ingericht voor de mondzorg. 

Ondertussen is in de Sociaal Economische Raad (SER) een sociaal akkoord gesloten. Onderdeel daarvan is het idee om opdrachtgevers en opdrachtnemers vrij te laten in de vormgeving van hun afspraken vanaf een bepaald uurtarief (tussen € 30,- en € 35,-). De Belastingdienst zou dan geen handhavingsrechten meer hebben. Wanneer een nieuwe regering dit idee overneemt zou dit voor de mondzorg positief zijn.

Lees meer over de webmodule Beoordeling Arbeidsrelaties