5 tips om een richtlijn te implementeren
1. Benoem een praktijkcoördinator
Breng de richtlijn en de hulpmiddelen bij jouw behandelteam onder de aandacht en maak één medewerker in het team verantwoordelijk voor de implementatie van de richtlijn. Deze praktijkcoördinator zorgt ervoor dat onderstaande punten worden uitgevoerd.
2. Richtlijn met het team bespreken
Het eerste actiepunt van de praktijkcoördinator is de richtlijn te bespreken in het hele zorgteam. De praktijkcoördinator krijgt daarmee zicht op hoe de diverse teamleden aankijken tegen het gebruik van de richtlijn en bij wie eventuele kennishiaten zijn. Ook zorgt de coördinator ervoor dat de taken en verantwoordelijkheden bij de implementatie van de richtlijn duidelijk zijn binnen het praktijkteam en dat er afstemming plaatsvindt met de betrokken zorgprofessionals buiten de praktijk.
3. Scholingsaanbod
De praktijkcoördinator inventariseert het scholingsaanbod. De efficiëntie van deelname wordt mogelijk vergroot door:
- Het regelen van accreditatie voor het bijwonen van de bijeenkomsten.
- Een (onderdeel van de) training in de mondzorgpraktijk te organiseren (incompanytraining).
- Afspraken te maken voor de follow-up van de training (terugkomdag).
Als de richtlijn aanbeveelt gebruik te maken van gezamenlijke besluitvorming, laat dit dan ook terugkomen in het scholingsaanbod. In de mondzorg wordt veel educatiemateriaal aangeboden via de wetenschappelijke beroepsverenigingen, waaronder ook een aantal e-learnings.
De KNMT Academy biedt een breed scala aan cursussen over communicatieve vaardigheden, praktijkorganisatie, wet- en regelgeving en financiële praktijkvoering. Deze kunnen ook als incompanytraining gegeven worden.
Daarnaast organiseert de KNMT Academy met regelmaat webinars over nieuwe richtlijnen. En van bijna elke klinische praktijkrichtlijn kun je een leertoets maken om je kennis op te frissen.
4. Lokaal protocol opstellen
In elke mondzorgpraktijk is het nodig om samen met de betrokken zorgverleners een lokaal protocol vanuit de richtlijn op te stellen. Het heeft de voorkeur een aantal patiënten te betrekken bij het opstellen van het protocol, met name voor de aanbevelingen die betrekking hebben op het handelen van de patiënt. Het lokale protocol kan worden opgesteld aan de hand van de volgende vragen:
- Welke aanpassingen in de huidige werkwijze zijn nodig?
- Wat is nodig om deze aanpassingen in te voeren?
- Wat betekent dit voor de communicatie tussen zorgverleners in de praktijk? En buiten de praktijk?
- Welke informatie hebben de patiënten nodig? En hoe gaan we dit communiceren?
Het uitwisselen van informatie onder zorgverleners over het gebruik van richtlijnen in de praktijk is heel belangrijk. Het gaat hier om communicatie binnen het team en met zorgverleners buiten de praktijk.
Om de patiënten te informeren over eventuele wijzigingen in het handelen, kan de praktijk wijzen op allesoverhetgebit.nl. De patiënteninformatie staat ook op de webpagina van de desbetreffende richtlijn.
5. Monitoring en feedbackbesprekingen
Als in de mondzorgpraktijk is afgesproken dat de richtlijn wordt toegepast en het lokale protocol daarvoor is opgesteld, dan is het zinvol om na te gaan of conform de afspraken wordt gehandeld.
Bespreek gezamenlijk patiëntcasussen en dan met name hoe de richtlijn in de praktijk is gevolgd. Je kunt deze casuïstiekbespreking bijvoorbeeld met je IQual-groep doen.