Patiënt met een wettelijk vertegenwoordiger: dit moet je weten

Hans Scholten
4 minuten
In overleg
Als een patiënt zijn eigen belangen niet langer kan behartigen, kan een vertegenwoordiger nodig zijn die beslissingen voor hem neemt. Een aantal vormen van vertegenwoordiging wordt bij wet geregeld, namelijk curatele, bewind en mentorschap. Welke gevolgen hebben ze voor de tandarts-patiëntrelatie?

Zowel curatoren, mentoren als bewindvoerders worden door de kantonrechter aangesteld. De patiënt zelf kan een verzoek doen om een wettelijke vertegenwoordiger aan te laten stellen, maar ook diens familie, een Officier van Justitie of een zorginstelling. 

Naast curatele, bewind en mentorschap zijn er nog twee andere vormen van vertegenwoordiging: volmacht en plaatsvervangers. 

Een vertegenwoordiger heeft volgens de WGBO in principe recht op inzage in het medisch dossier. 

De uitzondering hierop is als dit in strijd zou zijn met de normen van een goed hulpverlener. Als bijvoorbeeld een patiënt vertelt een verzoek te hebben gedaan bij de kantonrechter om een andere mentor te benoemen omdat de huidige niet goed functioneert, dan kan dat een reden zijn om voorzichtiger te zijn.

Op het moment dat de patiënt een vertegenwoordiger heeft, is het van belang dat deze betrokken wordt bij de beslissingen. Welke beslissingen dat zijn, hangt af van de vorm van vertegenwoordiging. Daarom is het van belang om te weten of er sprake is van een vertegenwoordiger. 

Je doet er bovendien goed aan bij de start van een behandelingsovereenkomst na te gaan of bij de nieuwe patiënt van curatele of bewind sprake is. Anders loop je – bij het ontbreken van toestemming – het risico zelf op te draaien voor de kosten van de behandeling. 

Centraal curatele- en bewindregister

Deze vijf vormen van vertegenwoordiging zijn er:

1. Onder curatele: geen medische en financiële beslissingen

Curatele is de meest verstrekkende vorm van wettelijke vertegenwoordiging, omdat de curator in plaats van de patiënt financiële én medische beslissingen neemt. Het gevolg van curatele is dat de patiënt handelingsonbekwaam wordt. Dus rechtshandelingen die hij verricht zijn nietig of vernietigbaar. 

Meer concreet: wanneer bijvoorbeeld een patiënt onder curatele staat en zelfstandig een behandelingsovereenkomst aangaat, dan kan de curator die terugdraaien. In de praktijk zal dit vaak niet zo’n vaart lopen, omdat de gemiddelde curator het ermee eens zal zijn dat iemand naar de tandarts gaat, mits het niet gaat om buitensporige bedragen die deze persoon niet kan betalen. 

In het curatele- en bewindregister (ccbr) kun je vinden of een patiënt onder curatele staat.

2. Onder bewind: geen financiële beslissingen

Als de patiënt niet in staat is zijn financiële belangen te behartigen, kan een bewindvoerder worden aangesteld. Die beschermt de patiënt op financieel vlak en heeft in dat kader het beheer over diens financiën of over een deel daarvan. 

De bewindvoerder beslist dus in principe niet over of een bepaalde medische of tandheelkundige behandeling moet worden uitgevoerd, maar beslist wel over de financiële component daarvan. 

Het bewind wordt vaak gepubliceerd in het curatele- en bewindregister. Het bewind wordt hier – in tegenstelling tot curatele – helaas echter niet altijd in geregistreerd. 

3. Mentorschap: hulp bij persoonlijke zaken

Een mentor beschermt de patiënt op het vlak van verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding. Het betreft hier dus persoonlijke beslissingen van niet-financiële aard. Mentorschap wordt niet gepubliceerd in een register, maar blijkt uit de uitspraak van de kantonrechter. 

4. Volmacht: je laten vertegenwoordigen door een ander

Naast de hiervoor besproken vormen van wettelijke vertegenwoordiging kan een patiënt zich ook laten vertegenwoordigen door het opstellen van een volmacht. 

Dat kan een algemene volmacht zijn, waarin iemand wordt gevolmachtigd om de patiënt te vertegenwoordigen in alle rechtshandelingen. 

Het kan ook een volmacht zijn die uitsluitend ziet op specifieke zaken. Zo kan bijvoorbeeld een bancaire volmacht worden opgesteld, uitsluitend voor financiële zaken, of kan de patiënt ervoor kiezen iemand te volmachtigen voor het nemen van beslissingen omtrent zijn gezondheid.

Vaak is een voorwaarde voor handelen op grond van de volmacht dat de persoon in kwestie wilsonbekwaam is verklaard. Of de gevolmachtigde bevoegd is de patiënt te vertegenwoordigen, hangt dus af van de inhoud van de volmacht en of aan de daarin genoemde voorwaarde(n) is voldaan. 

Een volmacht kan zijn opgenomen in een levenstestament, maar dat is geen verplichting. 

5. Plaatsvervanger: wilsonbekwaam, geen vertegenwoordiger en geen volmacht

Als er in geval van een wilsonbekwame patiënt geen wettelijke vertegenwoordiger is en de patiënt geen volmacht heeft, biedt de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO) uitkomst. Hierin is een artikel opgenomen dat bepaalt dat een plaatsvervanger kan worden aangewezen, die in het kader van de geneeskundige behandeling een beslissing kan nemen namens de patiënt. De patiënt zelf kan dat immers niet meer, want die is wilsonbekwaam. 

In eerste instantie moet worden bezien of de patiënt een partner heeft. Als dat niet het geval is of als deze partner niet wil optreden als plaatsvervanger, kan een ouder, kind, broer, zus, grootouder of kleinkind van de patiënt worden aangewezen als plaatsvervanger.