facebook

Zwanger als tandarts, waar moet je op letten?

Evert Berkel
7 minuten
Zwanger
Hoera, je bent zwanger, gefeliciteerd! Hoewel je hopelijk een mooie periode tegemoet gaat, kan het ook best zwaar zijn, zeker bij een lichamelijk inspannend beroep als tandarts. Hoe zorg je tijdens het werk goed voor jezelf tijdens deze 9 maanden? En hoe ga je om met klachten als vermoeidheid en misselijkheid?

“Ik had op voorhand niet verwacht dat het zo zwaar zou zijn.” Gerdien Hameete, tandarts-zzp’er bij Tandpunt Mondzorg in Spijkenisse, is op het moment van schrijven 25 weken zwanger. Vooral de eerste drie maanden van haar zwangerschap omschrijft ze als ‘heel pittig’. “Ik was erg moe en misselijk. Je weet vooraf dat het kan en je hoort wel eens verhalen van anderen, maar dit had ik niet verwacht. Het viel me wel tegen.” Het zorgde ervoor dat Hameetes dagen lang waren. En tijd en ruimte om even uit te puffen was er niet. Ze meldde al vrij snel op haar werk wat er aan de hand was, omdat anders niemand zou begrijpen waarom ze zich gedroeg zoals ze deed.

Pauzes hard nodig om uit te rusten

Hameete meldde zich de eerste maanden van haar zwangerschap één of twee keer ziek, omdat het echt niet ging. “Ik moest naar m’n lichaam luisteren en gaf meteen al aan dat ik mijn pauzes voortaan echt nodig had om uit te rusten. Voorheen gebruikte ik een pauze nog wel eens om even snel een patiënt met een pijnklacht te behandelen.” Gelukkig verdelen de drie andere tandartsen in de praktijk dit soort werkzaamheden nu samen.

Wettelijk gezien heeft een zwangere werknemer onder andere recht op extra pauze (maximaal een achtste van de arbeidstijd) en hoeft zij tegen haar wil geen overwerk te verrichten. Hameete is echter zzp’er. Die doen er verstandig aan om in overleg met de tandarts-praktijkhouder goede afspraken over de belastbaarheid te maken.

Hameete heeft tot nog toe geen fysieke klachten. Het toeval wil dat haar assistent ook zwanger is. “Zij is drie weken verder dan ik en ik zie bij haar dat het ook anders kan: zij heeft namelijk wel last van haar rug en bekken en kan bijvoorbeeld moeilijk op een zadelkruk zitten.”

‘Doe jij de instructie even?’

Iris Eggels die, als we haar spreken, in de 34e week van haar zwangerschap zit, merkt dat ze haar rust nodig heeft. Ze heeft het afgelopen jaar waargenomen als zzp’er en werkt nu in loondienst bij het UMC Groningen.

“Ik merk dat ik echt aan zwangerschapsverlof toe ben”, geeft Eggels toe, “ondanks dat ik gelukkig weinig lichamelijke klachten heb.” Wel was ze in het begin moe en erg misselijk. “Ik heb wel aan het eind van een behandeling tegen mijn assistent gezegd: ‘Doe jij de instructie?’, terwijl ik snel wegging omdat ik moest overgeven.”

Waar Hameete weinig last had van zwangerschapshormonen, merkte Eggels dat ze soms nogal ongeduldig en kortaf was tegen haar assistenten. “Ik denk dat zij wel wat gemerkt hebben”, lacht ze. Verder had ze een lage bloeddruk, wat zich soms uitte in duizeligheid. Ze heeft zich echter nooit ziek hoeven melden omdat ze zich slecht voelde. Wel at ze vaker tussen behandelingen door.

Buik in de weg tijdens behandelingen

Hoe verder de zwangerschap vordert, hoe groter de buik natuurlijk wordt. En die kan nog weleens in de weg gaan zitten tijdens behandelingen. Eggels merkte dit toen ze bij een patiënt composiet-facings maakte. “Dat gaat me normaal goed af, maar nu zag ik dat de facings in het midden wat scheef stonden. Hoe kan dat nou? dacht ik. Maar blijkbaar ben ik me toch anders gaan positioneren ten opzichte van de patiënt. Die facings heb ik toen opnieuw gedaan, waarbij ik vaker ben gaan staan en vanaf de voorkant heb gekeken.”

Het zittend werken wisselt ze sowieso vaker af met staan. Ook bukken om bijvoorbeeld iets uit een onderste lade te pakken, gaat lastiger. Daarbij is ze zich meer bewust van haar houding. Eggels merkt bovendien dat de baby reageert op bepaalde geluiden tijdens het werk, bijvoorbeeld bij het gebruik van een techniekmotor om een prothese te bewerken. “Dan voel ik de baby heel erg bewegen en heb ik soms ineens een voet bij m’n rib.”

Röntgenstraling en gevaarlijke stoffen

Iets anders om rekening mee te houden is röntgenstraling. In de KNMT-richtlijn Tandheelkundige Radiologie (2018) staat dat de limiet effectieve stralingsdosis van één millisievert (mSv) voor zwangere medewerkers niet overschreden mag worden. Erwin Berkhout, tandarts en hoofd van de sectie Tandheelkundige Radiologie aan ACTA, voegt daar aan toe: “Op zich valt het allemaal erg mee, omdat je in de tandheelkunde die dosis eigenlijk nooit bereikt. Officieel is het zo dat de dosis voor de vrucht niet hoger mag zijn dan één mSv. Dat is vanaf het moment gemeten dat de zwangere haar zwangerschap bekend maakt en het is de verantwoordelijkheid van de zwangere om daar ruchtbaarheid aan te geven, zodat de praktijk actie kan ondernemen. Als je je normale procedures volgt, voldoe je sowieso aan het feit dat op de plek waar je het toestel bedient, de dosis onder de één msv per jaar blijft. In de stralingsriscicoanalyse van de praktijk kun je dit nakijken.”

Waar je als zwangere tandarts ook voorzichtig mee moet zijn, zijn inhalatieanesthetica, zoals lachgas en halothaan. Eggels: “Ik deed weleens narcosebehandelingen, maar werd weggestuurd door de anesthesioloog, omdat inhalatieanesthetica schadelijk kunnen zijn voor het ongeboren kind.” 

Ed Kolsteeg, secretaris van de Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT), legt uit. “In tandartspraktijken worden soms wel vijftig producten gebruikt waar gevaarlijke stoffen in zitten. In hoeverre deze producten daadwerkelijk schadelijk zijn, is van meerdere factoren afhankelijk. Bijvoorbeeld hoe vaak je ermee in aanraking komt en op wat voor manier. Gebruik je bijvoorbeeld handschoenen of een mondkapje?” 

De Arbowet vereist dat procucten met gevaarlijke stoffen genoemd worden in het register gevaarlijke stoffen. Vanuit dat register moet er een risicoanalyse gemaakt worden, waarin de zogeheten CMR-producten – carcinogeen, mutageen en reprotoxisch – apart worden opgenomen vanwege het verhoogde risico bij deze producten. Kolsteeg adviseert zwangere tandartsen goed bij de praktijk te informeren naar de risico-inventarisatie. 

Schuldgevoel richting patiënten en collega's

Behalve lichamelijk zijn er ook mentale aspecten die bij een zwangerschap de kop kunnen opsteken. “Als tandarts wil je er graag voor je patiënten zijn, ook als je zwanger bent”, aldus Rolf de Ruijter, tandarts en tandheelkundig ergonoom bij het UMC Groningen. “Dat kan samengaan met een schuldgevoel naar collega’s of patiënten.”

Hameete herkent zich daar in. Zo ging ze, terwijl ze zich heel slecht voelde, toch naar de praktijk, omdat ze wist dat er een heel bange patiënt op de planning stond. “Ik vond het zo sneu dat die zich waarschijnlijk zo voor de behandeling had opgedraaid, dat ik haar echt niet wilde afzeggen. Daarna heb ik staan spugen in de wc en ben ik meteen weer naar huis gegaan.”

Daarnaast kampte ze ook met schuldgevoelens tegenover collega’s. Ze dacht wel eens: ‘Ik ben zwanger, niet ziek.’ “Er groeit een kindje in m’n buik. Zet even door, denk ik dan bij mezelf, het is iets heel moois!” 

Hameete benadrukt dat ze het geluk heeft in een praktijk te werken waar men van haar weet en ziet dat ze soms moeite heeft met nee zeggen. “Collega’s zeggen dan: ‘we zien dat je zo in elkaar zit, maar we zien óók dat je je beroerd voelt. Houd je het wel vol vandaag?’ Dat medeleven is heel fijn.” 

Ook Eggels ervaart veel steun vanuit haar werkgevers en collega’s. Enkele assistenten hebben al kinderen en wisselen tips uit, én witte zwangerschapsbroeken voor tijdens het werk.

Vervanging vinden

En dan moet je ook nog een vervanger zien te vinden voor tijdens je verlof. Ben je in loondienst, dan is het wettelijk geregeld dat zwangere vrouwen zes weken voor de uitgerekende datum zwangerschapsverlof krijgen en na de bevalling tien weken bevallingsverlof. 

Als tandarts-zzp’er krijg je geen verlof. De mogelijkheid om inkomen te behouden in deze periode hangt af van wat er is geregeld in de arbeidsongeschiktheidsverzekering. Omdat Hameete als zelfstandig tandarts werkt, moet ze zelf een waarnemer tijdens haar verlof regelen. Daar maakte ze zich best druk om. “Ik dacht: straks kan ik niemand vinden, hoe gaat dat dan?” Gelukkig werd er iemand gevonden die goed bij de praktijk past. “Dat gaf me veel rust. Ik wil mijn collega’s goed achterlaten.”

De KNMT heeft een modelovereenkomst opgesteld voor zzp’ers, waarin er geen sprake is van een inspanningsverplichting, alleen de plicht om tijdig te melden. Harry Korver, hoofd dienstverlening bij de KNMT: “Maar in de praktijk gaan opdrachtgever en opdrachtnemer samen op zoek naar een oplossing. Overigens zijn opdrachtgevers zich bewust van de schaarste aan tandartsen , zodat sommigen proberen in de overeenkomst een resultaatverplichting op te leggen aan de opdrachtnemer. Wees daar voorzichtig mee; als het niet lukt om een waarnemer te vinden, kan dat leiden tot forse schadeclaims.”

Eggels vindt het best spannend dat haar patiënten de komende vier maanden gezien worden door iemand anders. “Ik zie het meteen als een test hoe goed mijn dossiervorming is. Als je dat goed op orde hebt, kan je werk makkelijk worden overgenomen door iemand anders.”

Negen tips

  1. Luister naar je lichaam.
  2. Neem voldoende rust.
  3. Eet en drink tussendoor genoeg.
  4. Probeer langdurig staand en zitten werken te voorkomen. Zorg ervoor dat je veel beweegt.
  5. Pas je programma aan waar nodig.
  6. Vermijd a-symmetrische houdingen.
  7. Leun niet tegen stoelen of muren.
  8. Blijf actief rechtop zitten; ga niet hangen in je rug.
  9. Houd er rekening mee dat je na de bevalling nog lichamelijke klachten kunt hebben.

Bekijk ook de video met tips voor zwangere tandartsen

Dit artikel verscheen eerder in het Nederlands Tandartsenblad.

Watch Tips voor zwangere tandartsen on YouTube.