Zes drogredenen om niet aan visitatie te doen

Evert Berkel
6 minuten
Drogredenen
Voor veel tandartsen is de drempel voor een visitatie van hun praktijk heel hoog. Bij de KNMT hebben tot nog toe 700 van de ruim 4600 tandartspraktijken zich ervoor aangemeld. Leden van het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT) zijn verplicht om hun praktijk te laten visiteren, anderen niet. Welke excuses zijn er om niet aan visitatie te doen? En hoe valide zijn die?

Even voor alle helderheid: visitatie is een vorm van intercollegiale toetsing. Een visitatie wordt uitgevoerd door minimaal twee tandartsen: een KNMT-hoofdvisiteur en een collega-visiteur. Die laatste is een tandarts die zelf al een visitatie heeft gehad of binnenkort gevisiteerd wordt. Iemand die een visitatie krijgt, gaat in principe dus zelf ook mee op visitatie. Tijdens het bezoek worden heel veel punten gecheckt en besproken. Dit levert een gedetailleerd rapport op over wat goed gaat en wat beter kan. Je zou denken dat iedereen hier het nut van ziet. Wat zijn dan toch de excuses om het niet te doen?

1 Een visitatie kost veel tijd

“Ja, dat is waar”, zegt Caroline de Krom meteen. Anderhalf jaar geleden begon zij een solopraktijk in Monnickendam. “En ik heb het al zo druk. Maar toch heb ik de tijd voor een visitatie genomen. De afgelopen jaren heb ik heel hard gewerkt om alles in orde te krijgen. Ik wilde weten of anderen ook vonden dat ik de praktijk op orde had. Het was zo prettig om de vragenlijsten door te werken en alles af te kunnen vinken. Op een paar dingen na, waaraan ik niet had gedacht. Zo had ik bij de voordeur nog geen goed leesbaar bord waarop staat waar patiënten bij een spoedgeval na openingstijd terecht kunnen. Die dingen heb ik meteen in orde gemaakt. Het geeft me een zeker gevoel te weten dat alle kwaliteitseisen gedekt zijn.”

Volgens tandarts-hoofdvisiteur Sjoerd Algera kost het een paar uur om de vragenlijsten voorafgaand aan de visitatie in te vullen. De visitatie zelf neemt voor een solopraktijk een dagdeel in beslag en voor een groepspraktijk een dag. Algera, zelf een oude rot in het vak, heeft de laatste vijf jaar bijna veertig visitaties gedaan. “We controleren bijvoorbeeld of de apparatuur tijdig gekeurd is, of protocollen en dossiers op orde zijn en of de verbruiksmaterialen niet over datum zijn. We praten met medewerkers en stellen vragen over de werkverhoudingen, het werkoverleg en de opleidings- en ontwikkelingsplannen. We kijken ook naar de privacy van patiënten bij de balie, de kwaliteit van het infectiepreventiesysteem, het calamiteitenplan en de werkkleding. We praten niet met patiënten en kijken ook niet hoe in de praktijk een vulling wordt gemaakt. Maar omdat we een paar uur rondlopen, zien we natuurlijk veel. Tegenover de tijd die het een gevisiteerde kost, staat dat die weet hoe een externe commissie zijn praktijk beoordeelt. Hij hoort wat er beter kan, maar krijgt ook de bevestiging dat het goed gaat.”

2 Een visitatie is duur

“Ik schrok wel even toen ik de rekening kreeg”, zegt De Krom eerlijk. “Maar dat kwam ook omdat ik vooraf niet goed had bekeken wat het zou kosten. Ik mocht het gelukkig in termijnen betalen. Maar ik zou het er ook voor over hebben gehad als het nog duurder was geweest. Ik wilde dat certificaat gewoon hebben.”

“Als je ziet hoeveel tijd de visiteurs in een visitatie steken, valt het bedrag erg mee”, vindt Algera. Voor een solopraktijk komt het neer op zo’n 1.100 euro . In een groepspraktijk betaal je voor elke extra tandarts 200 euro meer. “Ik ben samen met mijn collega-visiteur een of twee dagdelen in zo’n praktijk aanwezig. We controleren alle ingevulde lijsten en maken na afloop een rapport. Dat kost tijd om het goed te doen, want je wilt dat de tandartspraktijk daar echt iets aan heeft. Als je kijkt wat een visitatie per uur kost, is dat een stuk minder dan wat je als tandarts in een uur omzet en goedkoper dan de meeste cursussen.”

3 Ik ben geen lid van het KRT

Leden van het Kwaliteitsregister Tandartsen (KRT) moeten aan bepaalde verplichtingen voldoen, zoals bij- en nascholing en een vijfjaarlijkse visitatie. Voor niet-leden geldt die verplichting niet. Maar net als in andere beroepsgroepen neemt van buitenaf de druk toe om te laten zien dat aan de kwaliteitseisen wordt voldaan.

Algera: “Als je lid bent van het KRT laat je aan de buitenwereld zien dat de kwaliteit van je praktijk op orde is en dat je voldoet aan de eisen van het vak. Als je geen lid bent van het KRT, kun je je praktijk natuurlijk ook prima op orde hebben. Er is alleen niemand die daar van buitenaf een check op doet. Dat is het verschil. En je wilt toch dat patiënten er blind op kunnen vertrouwen dat hun tandarts goede kwaliteit van zorg levert?”

Bij medisch specialisten is visitatie al verplicht. Algera: “We kunnen natuurlijk afwachten tot visitatie bij onze beroepsgroep ook een keer verplicht wordt. Maar het is stukken mooier als het initiatief bij onszelf vandaan komt.” De Krom: “De trend is dat je steeds meer certificeringen nodig hebt. Op den duur zal visitatie ook wel verplicht worden, denk ik. Maar ik wilde daar niet op wachten. Ik wilde het zelf!”

4 Ik heb maar een solopraktijk

Juist als je alles in je eentje doet, is het goed om de blik van een buitenstaander door je praktijk te laten gaan, zeggen beide tandartsen. De Krom: “Als je alleen werkt, heb je alleen jezelf om je scherp te houden. Daarom is die blik van buiten zo goed. Bovendien ga ja zelf ook een keer als collega-visiteur op bezoek bij een andere praktijk. Dat hoop ik ook nog te gaan doen. Het lijkt me interessant en leerzaam om te zien hoe de zaken in een andere praktijk georganiseerd zijn.”

“Dat bij elkaar kijken, is een fantastisch iets”, bevestigt Algera. “We waren onlangs bij een praktijk die uitstekende protocollen had. Daar waren de collega-visiteurs zo enthousiast over dat ze die in hun eigen praktijk ook gaan gebruiken. Zo gaat het dus vaak: de tips gaan over en weer. Je bent zelf al jaren gewend om dingen op een bepaalde manier te doen, het is goed om te zien dat het ook anders kan.”

5 Ik heb mijn praktijk prima op orde

‘Wat goed is kan beter’, is het credo waarmee Algera elke visitatie begint. “Het punt is dat de praktijken die we nu visiteren, nagenoeg altijd op orde zijn. Tandartsen die vrijwillig meedoen, zitten al aan de bovenkant van de kwaliteitseisen. Die goeden willen het altijd nog beter doen, terwijl de zwakke broeders zich echt niet vrijwillig aanmelden. Daarom zou in mijn optiek een visitatie verplicht moeten zijn. Dat iedereen openheid moet geven over hoe het er in zijn praktijk aan toegaat.”

Het komt volgens hem wel eens voor dat een tandarts na een bezoek van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) een visitatie aanvraagt. De IGJ is daar dan bijvoorbeeld komen kijken vanwege meldingen van patiënten. “Vaak is er dan echt wel wat mis, bijvoorbeeld op het gebied van hygiëne. Maar toch: iedereen die dingen al heel lang doet, kan blinde vlekken krijgen. Op het punt van dossiervorming bijvoorbeeld, valt bijna altijd wat te verbeteren.”

6 Je krijgt er niets voor terug

“Natuurlijk geeft het een bepaalde spanning als je praktijk wordt gevisiteerd. Je moet toch alles nakijken en opruimen. Bij het invullen van de lijsten blijken er meestal toch dingetjes te ontbreken. Maar als de visitatie achter de rug is, zeggen mensen altijd dat het geweldig is meegevallen en dat ze een hoop hebben geleerd”, zegt Algera. “In Noord-Holland hebben we een groepsvisitatie opgezet. We hebben een groep tandartsen verzameld die elkaar al wel kenden, maar van wie velen nog niet bij elkaar in de praktijk hadden gekeken. Dat bleek heel goed te werken. Een visitatie is een ijkpunt. De ene praktijk heeft zijn zaken voor 75 procent op orde, de ander voor 95 procent. Er vallen altijd zaken te verbeteren. Als het nodig is, leggen wij de vinger op de zere plek en dat heeft toch meer impact dan als een medewerker er iets van zegt.”

De Krom: “Ik wilde als startende tandarts zeker weten dat ik het goed voor elkaar heb. Nu kan ik dat met een visitatierapport bewijzen en daar ben ik apetrots op. Ik heb het zelfs op mijn website en Facebook gezet.”

Op de website van de KNMT vindt u meer informatie over visitatie.

Tekst: Corien Lambregtse