Ru Modderman werkt met kwetsbare patiënten: “Inzicht in iemands medicatieoverzicht helpt mij echt”

Evert Berkel
6 minuten
Image
modderman-medicatieoverdracht
Beter inzicht hebben in het medicijngebruik van zijn patiënten. Het is een wens van Ru Modderman, die mondzorg verleent aan kwetsbare mensen bij onder meer zorginstellingen en het Leger des Heils. Een actueel medicatieoverzicht dat digitaal beschikbaar is, draagt bij aan een betere mondzorg voor deze doelgroep.

Ru Modderman heeft ruim 35 jaar ervaring in de mondzorg. De laatste jaren bezoekt hij als tandarts voor kwetsbare bewoners – via Fresh Unieke Mondzorg – verschillende zorginstellingen. Modderman levert mondzorg aan verpleeghuizen die aangesloten zijn bij het Leger des Heils en bezoekt particuliere verpleeghuizen waar ouderen met dementie wonen. Ook behandelt hij patiënten met geestelijke aandoeningen zoals schizofrenie, psychoses, dementie, Korsakov en met lichamelijke problemen zoals Multiple Sclerose en Parkinson. Samen met een tandartsassistent en zijn mobiele unit verleent hij op locatie mondzorg op maat.

U werkt met diverse groepen kwetsbare patiënten. Dat brengt vast de nodige uitdagingen met zich mee. Hoe gaat u daarmee om?

“Het belangrijkste in dit werk is dat je elke bewoner als uniek benadert. Bij iedere bewoner vraag ik mij opnieuw af: wat kan ik voor iemand betekenen? Wat voor informatie heb ik over de patiënt en hoe kan ik diens kwaliteit van leven bevorderen? Daarnaast is het belangrijk om echt contact te maken en het gesprek aan te gaan. Ik kom altijd bij de bewoner op de kamer. Dat geeft mij al veel informatie, bijvoorbeeld door familiefoto’s aan de muur. Aan de hand daarvan start ik een gesprek en bouw ik een band met de patiënt op. Tijdens het gesprek observeer ik hoe de mond eruitziet. Heeft de patiënt nog eigen tanden of een gebitsprothese? Ziet het er schoon uit? Sluit de prothese goed aan of beweegt die tijdens het spreken?’’

Hoe pakt u de mondzorg bij deze patiënten aan?

“Ik behandel de mensen op hun kamer. Meestal zitten ze tijdens de behandeling in hun eigen (rol)stoel of liggen ze in bed. Met mijn mobiele unit kan ik in principe alle basale handelingen uitvoeren, zoals gaatjes vullen, tandsteen verwijderen en kiezen trekken. Kroon- en brugwerk doe ik niet, daarvoor is meer apparatuur nodig. Ik kijk goed naar wat de behandelbaarheid en belastbaarheid van iemand is. Dat betekent constant afwegingen maken: wat als ik niks doe versus wat als ik wel ingrijp? Wat is de beste keuze of het minst schadelijk? Dat maakt dit vak zo leuk.’’

Hoe komt u aan de benodigde medische gegevens van een patiënt?

“Ik heb vaak weinig informatie over een patiënt. Voordat ik aan de slag ga, loop ik altijd naar de zorgmedewerkers die in de buurt zijn. Aan hen vraag ik naar bijzonderheden en zaken waarmee ik rekening moet houden. Denk aan agressiviteit of wanneer iemand geen goede dag heeft. Helaas heeft het zorgpersoneel hier niet altijd tijd voor. En dan mis ik informatie over de bewoner. Dat komt ook omdat ik in veel gevallen niet in het Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) kan of mag. Het kunnen inzien van een actueel medicatieoverzicht maar ook bijvoorbeeld contra-indicaties en overgevoeligheden zou al enorm helpen. Hieruit kan ik informatie halen over relevante diagnoses en medicatie voor een behandeling. En zoals tandartsen weten: medicijnen hebben regelmatig bijwerkingen die zich uiten in de mond: overmatige speekselproductie, slikklachten, een droge mond of een verhoogd infectiegevaar.’’

Heeft dat gebrek aan informatie weleens tot problemen geleid?

“Dit is helaas vaker gebeurd. Ik heb meegemaakt dat een bewoner klaagde over een kurkdroge mond, waardoor hij 7 liter sinas op een dag dronk. Vanzelfsprekend is dit niet goed voor iemands gebit en het poetsen verliep ook problematisch. Het plan was om alle tanden te verwijderen en over te gaan op een kunstgebit. Op een gegeven moment kreeg ik een uitdraai van zijn ‘actueel medicatieoverzicht’ (AMO) waarop ik 3 soorten antipsychotica zag staan. Na wat onderzoek kwam ik erachter dat deze man vanwege clozapine (een middel tegen psychoses; bijwerking overmatige speekselproductie, red.) ook nog glycopyrronium kreeg. Dit had als uitwerking dat de patiënt een extreem droge mond had en totaal geen eigen speeksel meer aanmaakte. Het was snel duidelijk waarom deze patiënt dagelijks zoveel frisdrank dronk. Ik heb de behandelend arts verzocht het gebruik van dit middel te heroverwegen, want ik verander zelf geen medicatie. Mijn oproep werd gehoord en het middel werd stopgezet. Toen ik de bewoner weer zag, was zijn overmatige frisdrankinname drastisch verminderd.”

En wat gebeurde er daarna…

“Als ik alle tanden had verwijderd, dan had deze patiënt een aanzienlijke kans om tandeloos door het leven te gaan zonder ooit een gebitsprothese te kunnen dragen. Dat heb ik gelukkig kunnen voorkomen. Tandartsen weten dat een droge mond niet samengaat met een gebitsprothese. Ik ben ook geschrokken van het middel clozapine. Dit veroorzaakt een verhoogd infectierisico. Het is zeer belangrijk dat tandartsen ervan op de hoogte zijn wanneer een patiënt dit middel gebruikt. Anders loopt die het risico op leed en complicaties. Een laatste voorbeeld zijn bisfosfonaten. Gelukkig worden deze niet vaak gebruikt, maar ze kunnen leiden tot botafsterving en chronische pijn die niet te behandelen is.”

Wat zou kunnen helpen om deze problemen te voorkomen?

“Ik vind dat tandartsen meer moeten weten over medicatie en bijwerkingen. Ook is het van belang dat artsen en specialisten beter op de hoogte zijn van uitwerkingen die bepaalde medicatie heeft op de mond. Dan kunnen we hierover met elkaar in gesprek gaan. Een digitaal en actueel makkelijk te raadplegen medicatieoverzicht – dus met een koppeling met het Elektronisch Voorschrijfsysteem (EVS) – zal al veel problemen oplossen, verwacht ik.’’

Er wordt nu gewerkt aan een landelijk systeem van digitale medicatieoverdracht waar op termijn ook tandartsen bij gaan aansluiten. Hoe kijkt u daar tegenaan?

“Ik verwacht vooral politieke problemen om dit voor elkaar te krijgen. Wanneer ik met artsen over dit onderwerp praat, dan begrijpen en onderstrepen zij het belang dat tandartsen inzicht krijgen in het medicatiegebruik. Maar zodra dit gesprek naar bestuurlijk of juridisch niveau getild wordt, dan zijn er allerlei beren op de weg qua privacy. Op financieel gebied denk ik dat het uiteindelijk goedkoper is. Het kost zorgverleners op dit moment veel tijd om het actuele medicatieoverzicht op papier te delen. Tijd die je ook aan andere zaken kunt besteden. Ik verwacht dat het inbouwen van zo’n overzicht op technisch vlak makkelijk moet zijn. Toegang tot een Elektronisch Voorschrijfsysteem via het Tandheelkundig Informatie Systeem (TIS) moet eenvoudig te realiseren zijn. Op de werkvloer merk ik dat iedereen het toejuicht als wij inzage krijgen in een medicatiedossier. De enige angst die artsen en medisch specialisten hebben, is dat tandartsen zelf gaan voorschrijven zonder met hen in overleg te gaan. Met name bij de verpleeghuizen hebben wij een duidelijke afspraak dat we medicatie altijd voorschrijven via de specialist of behandelend arts. Dat werkt goed. Als tandartsen kunnen beschikken over een digitaal medicatieoverzicht, gaat het onderwerp medicatie meer leven. Dan zullen ze zich meer verdiepen en ik geloof echt dat dit belangrijk is. Een papieren overzicht is maar een momentopname en misschien gedateerd. Daarnaast is het voordeel van digitale inzage dat we qua medicatiegebruik ook de historie zien. Tot slot hoop ik op flexibiliteit van de TIS-leveranciers en de verschillende sectoren, zodat we samen hetzelfde doel nastreven: medicatieoverdracht in de keten verbeteren en hebben regelmatig bijwerkingen die zich uiten in de mond: overmatige speekselproductie, slikklachten, een droge mond of een verhoogd infectiegevaar.’’  

Dit artikel is eerder gepubliceerd in NT/Dentz 05/2023.

Start digitale medicatieoverdracht in de keten

Een betere medicatieoverdracht in de keten moet bijdragen aan een veilige en efficiënte manier waarop zorgverleners inzage krijgen in de medicijnen die een patiënt krijgt voorgeschreven. 

Dit kan bijdragen aan het voorkomen van opnames in het ziekenhuis door medicatie-incidenten. Het gaat om de informatiestandaarden Medicatieproces 9, Labwaarden ten behoeve van medicatie en CiO (Contra-indicaties en overgevoeligheden). 

De KNMT vertegenwoordigt de sector Mondzorg in het landelijk programma ‘Samen voor medicatieoverdracht’. Vorig jaar startte in de regio’s Friesland en Rijnmond een kickstart. Hiervan maakt de mondzorg nog geen deel uit. De KNMT volgt nauwgezet de ervaringen en leerpunten uit de kickstart, zodat deze in de mondzorgsector kunnen worden toegepast. 

Momenteel is de KNMT bezig met de voorbereiding op en het maken van plannen voor de aanvullende beproeving op basis waarvan de mondzorg ook kan aansluiten bij de medicatieoverdracht.

Watch Kennissessie | Kennismaken met het landelijk programma Medicatieoverdracht on YouTube.

Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz)

Sinds 1 juli 2023 is de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) van kracht. Deze wet moet ervoor gaan zorgen dat gegevens in de (mond)zorg – waaronder medicatiegegevens – op een eenduidige wijze en via een elektronische infrastructuur worden uitgewisseld. Het gaat om een zogenoemde kaderwet die de komende jaren verder wordt ingevuld en ingevoerd.