Mondzorg onder 1 dak de beste garantie voor goede en betaalbare zorg
1. Preventie onder druk
Met het experiment is het risico groot dat een van de belangrijkste pijlers van de mondzorg in het gedrang komt, namelijk preventie. Deze kerntaak van de mondhygiënist komt door het verschuiven van taken van de tandarts naar de mondhygiënist in gevaar, ook omdat er een tekort aan mondhygiënisten is.
Terwijl juist de aandacht voor preventie in de Nederlandse mondzorg de afgelopen tientallen jaren heeft gezorgd voor een grote daling van het aantal gaatjes en het aantal kunstgebitten - en dus heeft gezorgd voor gezondere gebitten. Deze zo waardevol gebleken aandacht voor preventie is essentieel, vooral nu blijkt dat de gebitten van de jongste jeugd en die van kwetsbare ouderen extra aandacht verdienen.
2. Kwaliteit neemt af
Het opsplitsen van taken vergroot de kans op onvolledige en niet op elkaar aansluitende deeldiagnoses en het ontbreken van een integrale diagnose. Dat komt de kwaliteit van de zorg allesbehalve ten goede.
De verschillende onderdelen in de mondzorg staan onderling namelijk sterk met elkaar in verband: het behoud van een gezonde mond, de bestrijding van mondziekten, het bevorderen van een goede kauwfunctie en het bevorderen van een goede esthetiek en kwaliteit van leven voor de patiënt. Het stellen van een diagnose en het opstellen van een behandelplan hoort dan ook in één hand te liggen. De tandarts is diegene met de klinische kennis en ervaring die daarvoor nodig is.
De huidige samenwerking in de mondzorg onder medisch leiderschap van de tandarts is de beste waarborg gebleken voor optimale patiëntenzorg. De nu voorgestelde taakherschikking doorkruist dit en brengt bovendien risico’s met zich mee. Een solistisch werkende mondhygiënist kan niet de juiste zorg leveren op het moment dat een op het oog ‘eenvoudig’ gaatje dieper blijkt te zijn dan gedacht. Ook kan de mondhygiënist geen spoedbehandeling verlenen bij pijn of complicaties.
3. Kosten zullen stijgen
Niet alleen de kwaliteit van de mondzorg loopt gevaar door de plannen van de minister, ook de kosten zullen stijgen. Ten eerste zullen zelfstandig gevestigde mondhygiënisten forse investeringen moeten doen om hun praktijken zo in te richten dat ze de nieuwe taken kunnen uitvoeren.
Ook moeten ze investeren in scholing. Dat betekent de aanschaf van dure apparatuur en het doen van aanpassingen in de praktijk om aan hygiëne-eisen te kunnen voldoen. En dat terwijl de tandarts al over deze apparatuur beschikt.
Ook het risico op overbehandeling neemt toe: wie de mogelijkheden in huis heeft, gaat ze ook gebruiken. Er zullen bijvoorbeeld extra foto’s worden gemaakt. Voorheen werden die bij de tandarts gemaakt voor de tandarts én de mondhygiënist samen. Nu worden ze door beide zorgverleners gemaakt voor de eigen praktijk. Onnodig duur en onnodig belastend voor de patiënt.
4. Onduidelijkheid neemt toe
Het experiment leidt tot onnodige en onwenselijke verwarring over wie er wat doet in de mondzorg. Bij wie moet ik zijn met mijn gebitsprobleem, de mondhygiënist of de tandarts? Moet ik nu voortaan naar twee verschillende adressen om mijn mond gezond te houden? Wie kan ik aansprakelijk stellen als er problemen zijn?
Bovendien mag alleen een beperkte groep mondhygiënisten meedoen aan het experiment, namelijk diegenen die een 4-jarige hbo-opleiding hebben gevolgd. De 2- en 3-jarig opgeleide mondhygiënist valt niet onder het experiment. Voor de patiënt is echter onduidelijk wat het opleidingsniveau van de mondhygiënist is en daarmee of deze wel mag boren.
5. Patiënt wil het niet
De plannen van de minister staan haaks op de vraag van de patiënt. Die wíl graag dat de tandarts de regie over zijn mondgezondheid houdt. Uit eerder onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland blijkt dat 83% van de patiënten wil dat de tandarts de periodieke controle uitvoert (tegenover 5% voor de mondhygiënist), 88% wil dat de tandarts kleine gaatjes vult (tegenover 2% mondhygiënist), 82% wil dat de tandarts de verdoving toedient ( tegenover 1% mondhygiënist) en 58% wil dat de tandarts foto’s maakt (tegenover 9% mondhygiënist).
Teamwork is de oplossing
Niet een herverdeling van taken maar het organiseren van mondzorg onder één dak is de manier om patiënten goede en betaalbare zorg te garanderen. Want zoals dat voor de hele zorg geldt, is ook mondzorg teamwork. De mondhygiënist maakt daar onlosmakelijk deel van uit en dat moet vooral zo blijven.
De mondhygiënist is namelijk broodnodig als het gaat om voorlichting over mondverzorging, preventie en de behandeling van tandvleesproblemen. Zoals de tandarts binnen het team degene is die de diagnose stelt, het zorgplan maakt en inhoudelijk de regie heeft over de behandeling.
Juist door deze goede onderlinge samenwerking slagen we er in te voorkomen dat er überhaupt geboord moet worden.
Binnen het mondzorgteam is duidelijk wie er wat doet:
- de mondhygiënist richt zich primair op preventie
- de tandarts zich primair op genezing
- de assistent ondersteunt hen
En de mondzorgverleners doen dat:
- vanuit dezelfde vestiging
- met dezelfde apparatuur
- vanuit één agenda
- op basis van hetzelfde patiëntdossier
Kortom: mondzorg onder één dak is duidelijk, veilig, betaalbaar en goed.