Klare Taal: bezwaren bij het kostenonderzoek

Evert Berkel

7 november 2024

3 minuten

Na een lange voorbereidingstijd is de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) half september gestart met de uitvoering van het kostenonderzoek. Zo’n vierhonderd tandarts- en orthodontiepraktijken nemen er – verplicht – tot medio november aan deel.

Aan de tandartsen die deelnemen aan het kostenonderzoek is gevraagd voor medio november een vragenlijst in te vullen met de kosten en productie van de praktijk in 2023. De door alle praktijken aangeleverde gegevens worden vervolgens vertaald naar gemiddelde praktijkkosten in 2023. Daar wordt dan een indexering over 2024 en 2025 aan toegevoegd en de uitkomsten hiervan vormen samen met de uitkomsten van het inmiddels voltooide onderzoek naar de normatieve arbeidskostencomponent (NAC) de basis voor nieuwe tarieven. Deze worden, zo is de planning, in juli 2025 vastgesteld om in te gaan per 1 januari 2026.

Komen de tarieven op een uitgebalanceerde manier tot stand?

Hoe de nieuwe tarieven voor tandartsen zullen uitpakken, valt nu nog niet te zeggen. Waar wel wat over valt te zeggen, is of ze op een uitgebalanceerde manier tot stand zullen komen. Optisch zit het wat dat betreft allemaal wel goed. Wij onderhouden nauw contact met de NZa over het kostenonderzoek, zowel tijdens de uitvoering als evaluatie ervan. Onze inbreng bij de NZa baseren we onder andere op de inbreng van leden en ervaringen van andere eerstelijnsorganisaties die recent met een kostenonderzoek te maken hebben gehad. En we hebben onze inbreng gehad via afgevaardigden in de externe klankbordgroep en de expertgroep.

Onze feedback heeft tot te weinig aanpassingen geleid

Maar je zegje mogen doen en mogen meedenken, houdt niet automatisch in dat je ook wordt gehoord. Dat is ook bij dit kostenonderzoek het geval. Onze feedback heeft te beperkt tot aanpassingen in het onderzoek geleid, vinden wij. De zorgautoriteit heeft te weinig gedaan met onze inbreng. Dat hebben we de NZa ook per brief laten weten, inclusief een opsomming van de bezwaren die wij tegen de huidige opzet hebben. Dat is bijvoorbeeld het feit dat er een onrealistisch maximum zit aan het aantal uren in een werkweek van een praktijkhoudende tandarts.

De zorgautoriteit heeft te weinig gedaan met onze inbreng

Ook vinden we dat de steekproef een te nauwe omvang heeft en vinden we het onterecht dat goodwill-afschrijvingen niet als kosten worden meegenomen.

Bezwaar indienen kan nog niet

Hadden we met al onze bezwaren niet in een eerder stadium aan de bel kunnen trekken? Nee, want een bezwaar kun je alleen indienen tegen een formeel (tariefs)besluit en dat is er nog niet. Vooralsnog kunnen we daarom weinig anders dan onze bezwaren inhoudelijk bij de NZa-directie toelichten.

Ruim 350 deelnemers hebben zich bij de KNMT gemeld

Bezwaren die we nog hopen te kunnen onderbouwen met de uitkomsten van een eigen schaduwonderzoek, waarmee we op 1 november starten. We hebben deelnemers aan het kostenonderzoek gevraagd zich bij ons te melden – dat hebben er inmiddels ruim 350 gedaan, ook hebben we ze gevraagd om deel te nemen aan ons schaduwonderzoek.

We hebben inbreng gehad in de externe klankbordgroep en de expertgroep

We voeren dat uit om over dezelfde brondata te kunnen beschikken als de NZa. Die data komen waarschijnlijk van pas als we formeel wel bezwaar kunnen maken, achteraf, als de uitkomsten van het onderzoek er al zijn. Dan gaat een bezwaarperiode in. En levert die niets op, dan kunnen we altijd nog besluiten om in beroep te gaan.