De mond en de embouchure: cruciale relatie voor blazers
Om te beginnen: de term ‘embouchure’. Afgeleid van het Frans ‘la bouche’, de mond. Onder embouchure verstaan we het samenspel van spieren in en rond de mond dat een rol speelt bij de toonproductie bij blazers. Voor meer zicht op die rol onderscheiden we 2 hoofdcategorieën blazers: hout- en koperblazers. De manier waarop hun mond functioneert bij het produceren van tonen verschilt, afhankelijk van de fysieke eigenschappen van het instrument.
‘Het hout’ kent 3 varianten. Bij de dwarsfluit wordt het mondstuk tegen de onderlip geplaatst, waarboven de bovenlip een spleet vormt. De klarinet (en ook de saxofoon) heeft een wigvormig mondstuk met 1 riet aan de onderkant. De bovenincisieven rusten op het mondstuk, de onderlip ligt tegen het riet aan. De hobo (en ook de fagot) heeft een dubbelriet dat door beide lippen omsloten wordt.
Bij ‘het koper’ – van trompet tot en met tuba – wordt een komvormig mondstuk tegen beide lippen geplaatst: de trillende lippen vormen de bron van het geluid dat via het mondstuk versterkt worden.
Betere begripsvorming
De beschrijving hierboven maakt gebruik van het artikel van Fawn van der Weijden dat in april in het Nederlands Tijdschrift voor Tandheelkunde verscheen. Als orthodontist in opleiding en ‘verdienstelijk amateur-fluitist’ promoveerde zij een jaar geleden op de invloed van de mond en tandstand op het spelen van blaasinstrumenten. De intentie van haar promotieonderzoek is om bij te dragen aan betere begripsvorming over de embouchure onder mondzorgverleners.
Een van de co-writers van het onderzoek was Cees Hazenberg, mogelijk de enige tandarts in ons land met ook een conservatoriumopleiding als trompettist. Hoe belangrijk vindt hij die ‘betere begripsvorming’ onder collega’s? “Ik kan me voorstellen dat niet iedere tandarts zich diepgaand wil verdiepen in de specifieke problemen die blazers – zowel beroeps als amateurs – kunnen krijgen. Maar dan realiseer je je waarschijnlijk ook niet hoe tragisch de gevolgen kunnen zijn van problemen rond de embouchure en het gebit. Het is zo’n nauw samenspel dat een verkeerde ingreep echt fataal kan zijn voor iemands carrière. Andersom kunnen we met goede restauratieve en orthodontische behandelingen blazers soms ook helpen om niet te hoeven stoppen. Of juist helpen om een flinke positieve ontwikkeling door te maken.”
Bobbeltje in de wang
Cees Hazenberg heeft in zijn lange carrière – hij is sinds 1 januari met pensioen – een enorme hoeveelheid beroeps- en amateurblazers geadviseerd en dan vooral koperblazers. Dat begon al tijdens zijn opleiding in Nijmegen. Hij liep stage bij de afdeling Kaakchirurgie, waar een tubaïst zich meldde met een bobbeltje in zijn wang waardoor hij niet meer kon spelen. Of Cees, toen ook al trompettist, even wilde meekijken: “We kwamen erachter dat deze oudere beroepsmusicus eigenlijk een motivatieprobleem had. Leeftijd kán tellen: je kaken versmallen, tandposities veranderen, de spiermassa wordt minder. Er spelen bij musici vaak ook mentale factoren die ook weer embouchureproblemen kunnen veroorzaken of versterken. Onzekerheid over het halen van hoge noten bijvoorbeeld kan ervoor zorgen dat je met veel te veel druk gaat spelen. Er zijn bekende
trompettisten in Nederland die door overbelasting soms een jaar niet hebben kunnen spelen of zelfs helemaal gestopt zijn. Maar afgezien van die complexe relatie tussen mentale en fysieke factoren zijn er wel degelijk aandachtspunten waarmee iedere tandarts zijn voordeel kan doen.”
Die aandachtspunten zijn:
- Bij koperblazers rust het mondstuk op de boven- en ondertanden. Vooral met de kleinere mondstukken van trompet en hoorn heb je baat bij een regelmatige tandboog. Onregelmatige tandovergangen en scherpe randjes zijn met vulmaterialen (facings et cetera) te verhelpen. Het is belangrijk dat deze behandelingen reversibel zijn, zodat de blazer de veranderingen kan uittesten. Ook voor houtblazers kunnen facings voor vloeiende tandovergangen zorgen en hinderlijke ‘scherpe kantjes’ eraf halen.
- Bij kinderen die een blaasinstrument (willen) spelen, is het belangrijk om afwijkingen als crowding, open beet en grote sagitale overbeet op tijd te signaleren als mogelijk probleem. Vroegtijdige orthodontische hulp kan hen helpen al jong een comfortabel embouchure en gemakkelijke speeltechniek te ontwikkelen.
- Kinderen met brackets hoeven niet te stoppen met spelen. Houtblazers gebruiken soms was voor een egaler oppervlak. Invisalign apparatuur kan ook goede diensten bewijzen. Kinderen die tanden wisselen, leren soms in die fase technisch beter spelen, doordat ze met minder druk gaan spelen. Ook een spalk kan zonder belemmering voor de blazer helpen tandposities te bestendigen en dus de embouchure te ondersteunen.
- Verstandskiezen vormen een zeer belangrijk aandachtsgebied. Volgens Hazenberg is het cruciaal dat verstandskiezen die problemen zouden kunnen veroorzaken, worden getrokken vóór het 18e levensjaar. Ze kunnen ontstoken raken, andere kiezen aantasten en de posities van elementen beïnvloeden. “Het verwijderen van verstandkiezen op latere leeftijd heeft al heel veel blazers in problemen gebracht. Een van Nederlands bekendste hoornisten heeft zijn carrière moeten beëindigen toen op latere leeftijd een verstandkies getrokken werd, waarbij een zenuw geraakt werd die de sensibiliteit van zijn onderlip onomkeerbaar aantastte.”
- Van belang is ook dat er voor blazers een alternatieve methode is om verstandskiezen te verwijderen, decapitatie: “De bovenkant van de kies wordt er afgehaald, waardoor de wortel weg groeit uit de buurt van de zenuw. Dat maakt verwijdering veel minder riskant.”
- Blazers zijn gebaat bij het vastleggen van hun gezonde gebitsstatus in gipsafdrukken of via 3D-scans. Bij het verlies van elementen en/of traumata kan de oorspronkelijke situatie zo nauwkeurig mogelijk worden nagebootst.
- Bij verlies van elementen zijn niet-uitneembare constructies zeer te prefereren. De tijd die het aanbrengen van implantaten vergt, wordt ruimschoots gecompenseerd door het speelcomfort dat daarna weer bereikbaar is.
Toeten noch blazen
Bij bovengenoemde aandachtspunten geeft Hazenberg het advies tijdig te verwijzen naar orthodontist, paradontoloog of mka-chirurg. “Het is aan de algemeen practicus die letterlijk van toeten noch blazen weet niet altijd makkelijk uit te leggen waar de problemen precies liggen. Daar komt bij dat dingen uitproberen niet alleen met kennis van zaken moet gebeuren, maar ook veel tijd kost. Daar zat – en zit – bij mij heel veel liefdewerk in, door mijn betrokkenheid als trompettist.” Hazenberg heeft zelf toen hij als legertandarts werkte een flink ongeluk gehad, waardoor hij alleen met de hulp van uitstekende docenten weer heel goed heeft leren spelen. “Dat ik op mijn leeftijd nog steeds Brandenburgse Concerten van Bach speel (ongeveer het hoogste, ook letterlijk, in het repertoire voor piccolo-trompet – red.) is nogal uitzonderlijk. En dat geldt eigenlijk ook wel voor mijn combinatie van tandheelkundige en blaastechnische kennis. Al toen ik lesgaf op de opleiding Tandheelkunde in Nijmegen informeerde ik altijd bij studenten wie een blaasinstrument speelde. Een opvolger heb ik helaas nog niet gevonden. Maar collega’s mogen me altijd benaderen voor adviezen.”
Enorme overbite
Hazenberg gaat daarbij bepaald niet over 1 nacht ijs. Trompettist en docent Angelo Verploegen legde hem een casus voor van een student met veel talent, maar met een enorme overbite. Dat kost koperblazers gewoonlijk veel uithoudingsvermogen en belemmert een gemakkelijk hoog register. Verploegen stuurde video-opnamen mee. Hazenberg: “Ik heb hemel en aarde bewogen om zinvol advies te vergaren. Bij mka-chirurgen in Nederland en veel van mijn contacten in Europa en de Verenigde Staten. Uiteindelijk bleek niemand er iets zinnigs over te kunnen zeggen. Na zeer ampele overweging heb ik geadviseerd tot een operatie, waarbij de onderkaak naar voren is gezet. Dit uiteraard na instemming van de student en vooral ook uitvoerig overleg met diens ouders. In het onderzoek van Van der Weijden wordt osteotomie uitsluitend geadviseerd bij een evidente medische indicatie. Bovendien zou ik als adviseur bij een slechte afloop ook nog eens aansprakelijk kunnen worden gesteld. Maar de ingreep heeft geweldig uitgepakt. Deze jongen behoort nu tot de meest beloftevolle talenten van zijn generatie.”
Een blijvend gevoelloze onderlip
Saxofonist Daan Kluwer was onlangs bij het televisieprogramma ‘Podium Klassiek’ te zien en horen als ‘jong talent’. Kort roerde hij iets aan over een incident bij de tandarts. In een telefoongesprek verduidelijkt hij wat er in 2021 gebeurde. Hij zat op dat moment in het tweede jaar van zijn conservatoriumstudie: “Ik was obsessief met de saxofoon bezig. Nog niet lang daarvoor was ik pas echt gegrepen door de muziek. Ik studeerde Geneeskunde en roeide zeven keer per week. Een tamelijk toevallig tot stand gekomen les van Simon Rigter <een gerenommeerde tenorsaxofonist – red.> trok me 100 procent de muziek in.”
In het tweede conservatoriumjaar onderging hij een wortelkanaalbehandeling bij de tandarts, maar de ontsteking ging niet weg: “Na een tweede niet-effectieve behandeling kreeg ik een doorverwijzing naar de mka-chirurg, voor een wortelpuntbehandeling. Met als waarschuwing dat ik vanwege de hechtingen twee weken niet kon spelen. In die twee weken bespeurde ik een wat ‘doof’ gevoel in mijn onderlip. Maar toen ik na twee weken mijn sax pakte, bleek het gevoel in mijn onderlip grotendeels verdwenen! Ik voelde direct paniek. Mijn spiergeheugen en sensitiviteit leken compleet weg. En daarmee alle controle over mijn toonvorming en intonatie.”
Lange tonen blazen
Een zenuw bleek beschadigd - een complicatie die vaker voorkomt, maar zich meestal herstelt, werd Kluwer verzekerd: “Dat herstel is nooit gekomen. Ik heb er driekwart jaar over gedaan weer te leren spelen, heb alle concerten en repetities afgezegd. Ik kon alleen lange tonen blazen en proberen weer grip op mijn toon te krijgen. Intonatie <= zuiver spelen – red.> zal altijd een aandachtspunt blijven, omdat je dat op saxofoon onder meer doet met de fijne motoriek en subtiele pressie van je lippen.”
Kluwer heeft nooit een klacht ingediend. Omdat hij niet echt wrok voelt en zijn energie liever positief besteedt. Maar ook omdat hij direct al geen enkele klik voelde met de mka-chirurg: “Ik vond haar niet communicatief, het stereotype van een chirurg: sociaal volkomen incapabel. De follow-ups van de behandeling zijn dan ook door een andere mka-chirurg gedaan, die meer empathisch vermogen toonde. Achteraf had ik misschien, als je zo afhankelijk van je mond bent, zelf aan de eventuele complicaties en consequenties van zo’n behandeling moeten denken. Je leert tijdens een geneeskundestudie ook wel dat je niet elke medicus zomaar met 100 procent vertrouwen op een voetstuk moet plaatsen.”
Enige vorm van excuus heeft Kluwer nooit bereikt. Wel heeft hij zijn tandarts, het ziekenhuis én de maatschap mka-chirurgen een brief geschreven. Met het pleidooi dat mondzorgprofessionals zich goed bewust moeten zijn van de impact die complicaties kunnen hebben op patiënten zoals hij, die zo afhankelijk zijn van het functioneren van hun mond. “Maar ook daarop heb ik nooit echt respons gekregen. Dat is jammer. Want ik heb echt wel een zware tijd gehad. Toch heeft die ook mijn spelen verdiept, waardoor ik echt vol optimisme vooruit kan kijken.”
Dit artikel is eerder geplaatst in NT/Dentz 03/2023.
Lees ook: FN van der Weijden 'De invloed van de tandstand en het bespelen van een blaasinstrument', Ned Tijdschr Tandheelkd 2023; 130:183-188