5 valkuilen om te vermijden als je een stageplek aanbiedt

1. Geen stagiair maar werknemer hebben

Alhoewel de meeste stagiairs juist graag veel en hard werken, kun je ze natuurlijk niet inzetten als volwaardige werknemers. Ze zijn immers nog niet vakvolwassen. Laat altijd tijd en ruimte om te leren – en ook om fouten te maken. Zorg ook dat er tijd is om praktijkopdrachten voor te bereiden, of er verslag van te doen.

2. Altijd maar hetzelfde werk laten doen

Stagiairs zijn leergierig, en willen laten zien wat ze in huis hebben. Als de mogelijkheid er is, geef ze dan gevarieerde taken. Laat ze niet alleen assisteren aan de stoel, maar laat ze ook oefenen met poetsinstructie geven of de omloop doen.

3. Geen moeite steken in stagebegeleiding

In kleinere praktijken is dat niet altijd mogelijk maar idealiter is de stagebegeleider iemand naast wie je niet de hele dag staat te assisteren. Een stagebegeleider die iets meer op afstand staat, werkt beter. Met diegene bespreek je makkelijker waar te als stagiair tegenaan loopt. Vaak blijkt zo’n probleem dan eenvoudig op te lossen. Zorg hoe dan ook dat er iémand is aangewezen als stagebegeleider, en zorg dat deze weet wat er van hem verwacht wordt. SBB geeft tips en gratis cursussen voor stagebegeleiders.

4. De stagiair niet als zodanig bekendmaken

Het geeft stagiairs een ongemakkelijk gevoel als patiënten niet weten dat ze met iemand te maken hebben die nog in opleiding is. Maak dat dus altijd duidelijk, bijvoorbeeld met een naambordje en/of bij het voorstellen aan de patiënt.

5. Vergeten om je waardering uit te spreken

Stagiairs zijn nét mensen: ze fleuren op als ze weten dat ze gewaardeerd worden. Vergeet dus niet om af en toe een compliment uit te delen. Je waardering uiten kan daarnaast door echt de tijd te nemen om feedback te geven op het werk van de stagiair. Wie ‘echte’ aandacht krijgt, weet dat hij ertoe doet. (Een stagevergoeding doet het daarnaast ook goed, trouwens.)

Meer informatie

Handleiding stage- of leerwerkplek aanbieden