5 tips om verstandig met Parkinsonpatiënt om te gaan
Elke tandarts heeft met patiënten met Parkinson te maken
Naar schatting telt Nederland meer dan 50.000 mensen met de ziekte van Parkinson, wat betekent dat vrijwel elke tandarts wel zo’n patiënt in de praktijk heeft. Uit onderzoek blijkt dat de mondgezondheid van deze mensen slechter is dan van gezonde leeftijdsgenoten. Ze hebben meer last van cariëslaesies, wortelresten en kauw- en afbijtproblemen én vaker een droge mond en smaakverandering, aldus Marjolein van Stiphout. Als tandarts-gehandicaptenzorg en mede-oprichter van de stichting Mondzorg en Parkinson heeft ze vijf tips voor de tandarts met een Parkinsonpatiënt in de stoel.
Tip 1. Zorg voor goede en haalbare adviezen op het gebied van mondverzorging
Door de motorische beperkingen (beven, stijfheid en verstoorde beweeglijkheid) kan de dagelijkse mondverzorging bemoeilijkt worden. Geef je patiënt dus duidelijke, doeltreffende en haalbare adviezen op het gebied van mondhygiëne. Adviseer bijvoorbeeld om iemand thuis te laten helpen bij de mondverzorging, vaker een mondhygiënist te bezoeken en frequenter een periodiek mondonderzoek te ondergaan.
Tip 2. Maak een realistisch mondzorgplan
Denk goed na over welke (preventieve) behandelingen je uitvoert. Streef naar een mond die eenvoudig te reinigen is. Kom je er zelf niet uit, verwijs de patiënt dan naar een gerodontoloog of een Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde.
Tip 3. Communiceer over de te verlenen zorg
Bespreek met de patiënt wat de gevolgen van zijn ziekte zijn voor de mond nu en op langere termijn. Communiceer over de benodigde preventie en de tandheelkundige behandeling, over hoelang de patiënt kan liggen en op welk tijdstip gedurende de dag een behandeling het beste kan plaatsvinden.
Tip 4. Houd rekening met droge mond of kwijlen
Veel mensen met de ziekte van Parkinson hebben een droge mond, wat tot meer cariës kan leiden. Geef tips om een droge mond tegen te gaan, zoals water drinken, sabbelen op een suikervrij snoepje of het gebruik van een speekselsubstituut. Soms komt het juist voor dat er slikproblemen zijn, waardoor er overmatig speekselverlies is (kwijlen). In dat geval kan een verwijzing naar een logopedist helpen.
Tip 5. Wees alert op temporomandibulaire dysfunctie (tmd)
De verstoorde beweeglijkheid kan zich ook voordoen in het orofaciale gebied. Dit kan zorgen voor bruxisme en tmd. Tref zo nodig maatregelen, bijvoorbeeld vervaardiging van een splint, mits de patiënt hiermee kan omgaan.
Meer informatie: www.mondzorgparkinson.nl