5 inzichten van de tuchtrechter uit 2024

Eerst de check: is een klacht ontvankelijk?
Als een patiënt een tuchtklacht indient, kijkt het tuchtcollege allereerst of deze ontvankelijk is, oftewel, in behandeling genomen kan worden. Een klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard als hij niet voldoet aan de formele vereisten die eraan gesteld worden. In dat geval wordt de klacht inhoudelijk niet in behandeling genomen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer:
- Een klacht verjaard is. Het is na meer dan 10 jaar moeilijk om nog vast te stellen wat er precies gebeurd is en of de kwaliteit van zorg nog in het geding is. Daarnaast vindt de wetgever het niet redelijk dat een zorgverlener na meer dan 10 jaar nog kan worden berecht voor een volgens een patiënt gemaakte fout.
- Een tuchtklacht over hetzelfde handelen en nalaten van de tandarts met hetzelfde feitencomplex al beoordeeld is in een eerdere procedure. In de Wet BIG is opgenomen dat niemand nogmaals berecht kan worden wanneer al een tuchtrechtelijke eindbeslissing is genomen (het 'ne bis in idem'-beginsel).
- Niet duidelijk is tegen wie wordt geklaagd, niet duidelijk is waar de klacht over gaat, als de klacht niet over een BIG-geregistreerde zorgverlener gaat, de klacht niet over de behandelrelatie gaat, als er geen behandelingsrelatie bestaat tussen de patiënt en de tandarts of als de klager niet klachtgerechtigd is om een klacht in te dienen.
- Een klacht niet onder de eerste of tweede tuchtnorm van de Wet BIG valt. De eerste tuchtnorm betreft situaties waarin de zorgverlener iets heeft gedaan of nagelaten dat in strijd is met de zorg die hij in zijn professionele hoedanigheid had moeten verlenen, zoals stellen van een verkeerde of te late diagnose of het onvoldoende informeren over de behandeling.
- De tweede tuchtnorm omvat ‘enig ander handelen of nalaten in strijd met hetgeen een behoorlijk beroepsbeoefenaar betaamt’. Hieronder kunnen diverse zaken vallen, zoals verzekeringsfraude, het niet toelaten van een collega tot een waarneemregeling of onjuist optreden in de media.
Ontvankelijk? Dan op zoek naar het antwoord: is de klacht gegrond?
Is een klacht ontvankelijk verklaard dan kan deze in behandeling genomen worden. Om antwoord te krijgen op de vraag of de klacht gegrond is, onderzoekt het tuchtcollege of de tandarts de zorg heeft verleend die van hem verwacht mocht worden.
De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende tandarts, oftewel, een tandarts die handelt volgens de geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden.
Het gaat in een tuchtzaak dus niet om de vraag of de zorgverlener het 'beter' of 'anders' had kunnen doen, maar of hij binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening is gebleven.
De toetsing van het handelen van de tandarts vindt plaats in het licht van wat hem op dat moment bekend was en wat hem bekend kon en behoorde te zijn. Verder geldt als uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.
Het tuchtcollege beoordeelt op basis van al deze criteria of een klacht (on)gegrond is.
Klachten in 2024: de rode draad
In 2024 zijn er voor de mondzorg tuchtrechtelijke uitspraken gepubliceerd, waarvan 1 tuchtklacht tegen een kaakchirurg, 3 tuchtklachten tegen orthodontisten en 39 tuchtklachten tegen tandartsen. Van de 43 uitspraken zijn er 22 klachten gegrond, 16 klachten ongegrond en 5 klachten niet-ontvankelijk verklaard.
Van de gegronde klachten is er 12 keer een waarschuwing gegeven, 7 keer een berisping en 3 keer een (voorwaardelijke) schorsing met een proeftijd van 2 jaar. Dit is een kleine daling van het aantal tuchtklachten vergeleken met 2023 (46 tuchtklachten), maar een verdubbeling van het aantal gegrond verklaarde klachten.
Hieronder zie je 5 'rode draden' uit de zaken van 2024.
1. Handelen volgens richtlijnen weegt zwaar
Uit gedane uitspraken in 2024 komt naar voren dat een tuchtcollege het van belang acht dat de tandarts op de hoogte is van de actuele richtlijnen en deze op de juiste manier toepast.
Afwijken van een richtlijn kan nodig zijn om recht te doen aan de individuele toestand of behoefte van een patiënt, maar doe dit wel gemotiveerd door de patiënt te informeren en een aantekening te maken in het patiëntendossier. Een patiënt heeft immers recht op informatie.
2. Verzwaarde informatieplicht bij esthetische ingrepen
Een esthetische behandeling brengt voor de tandarts extra verantwoordelijkheden mee. Er worden zwaardere eisen gesteld aan de redenen voor de behandeling en de informatievoorziening, 'informed consent' en notities in het patiëntendossier.
Bij een esthetische ingreep is het geven van zorgvuldige informatie van groot belang, waarbij de aard van de behandeling, mogelijke alternatieven, risico’s en eventuele gevolgen van de behandeling nadrukkelijk met een patiënt moeten worden besproken.
Het Kwaliteitskader Cosmetische Mondzorg schept duidelijkheid over functionele en cosmetische mondzorg en biedt tandartsen handvatten om goede en veilige cosmetische mondzorg in de praktijk uit te voeren.
Voorbeeldcasus: facings
In een tuchtzaak meent een minderjarige patiënt van 17 jaar dat er geen behandelplan met risico’s en gevolgen is opgesteld voor het plaatsen van facings en voor het verlengen en verbreden van frontelementen.
De patiënt heeft ingestemd met een behandeling waarvan hij van te voren niet wist wat deze precies inhield. Uit het dossier blijkt dat de tandarts weliswaar voldoende informatie had gegeven, maar dat het tuchtcollege toch vindt dat de tandarts in eerste instantie een minder invasieve behandeling als alternatief had moeten voorstellen. Hiermee zou mogelijk het door patiënt gewenste resultaat zijn bereikt zonder onomkeerbare schade aan de elementen toe te brengen.
Voor zo’n alternatieve behandeling was des te meer aanleiding gezien de jonge leeftijd van klager, de goede staat van zijn gebit en het feit dat hij door de facings zijn leven lang vastzit aan het onderhoud hiervan.
De klacht is deels gegrond en deze tandarts kreeg de maatregel van een waarschuwing opgelegd.
3. Gebrekkig patiëntendossier wordt tandarts aangerekend
Uit het patiëntendossier moet kunnen worden afgeleid:
- wat er besproken is,
- of de patiënt het besprokene ook heeft begrepen,
- of er samen een beslissing is genomen
- en of de patiënt toestemming heeft gegeven voor de gewenste behandeling.
Als er onvoldoende informatie is gegeven of niet uit het patiëntendossier blijkt wat er besproken is, is er sprake van een gebrekkige verslaglegging. Het tuchtcollege oordeelt regelmatig dat hierin tekort is geschoten. Dit wordt de tandarts aangerekend, aangezien het in strijd is met de wettelijke plicht.
De KNMT-checklist ‘Samen Beslissen’ en de richtlijn ‘Patiëntendossier’ geven inzicht waaraan het patiëntendossier moet voldoen.
4. Voldoe aan verzoek om inzage patiëntendossier
Iedereen van 12 jaar of ouder kan mondeling of schriftelijk vragen om een kopie van het patiëntendossier. Er hoeft geen reden aangegeven te worden. Indien een patiënt vraagt om inzage in zijn patiëntendossier moet je aan dat verzoek voldoen.
Het afschrift moet tijdig en kosteloos worden verstrekt. Tijdig wil zeggen binnen 1 maand nadat je het verzoek hebt ontvangen. Deze termijn kan, indien nodig, met 2 maanden worden verlengd onder vermelding van de reden van vertraging.
Dit gaat echter niet altijd goed. In een tuchtzaak is door miscommunicatie in de praktijkorganisatie het dossier niet gedeeld met de patiënt. Het tuchtcollege heeft geoordeeld dat het de tandarts niet ontslaat van eigen (tuchtrechtelijke) verantwoordelijkheid, maar dat hij zich er op dat moment van had moeten vergewissen dat de gevraagde gegevens volledig en zo spoedig mogelijk aan (de gemachtigde van) de patiënt zouden worden verstrekt, zoals voorgeschreven is in artikel 7:456 BW.
5. Voorbehouden handeling door onbekwame assistent
Voorbehouden handelingen zijn handelingen die dusdanig risicovol zijn dat ze beroepsmatig alleen mogen worden verricht door zorgverleners die bevoegd en bekwaam zijn. Assistenten die volgens de Wet BIG niet zelfstandig bevoegd zijn mogen onder taakdelegatie voorbehouden handelingen uitvoeren.
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft in de periode april 2024 tot en met september 2024 81 tandartspraktijken bezocht en hierover het rapport ‘Het uitvoeren van voorbehouden handelingen in opdrachtrelatie in de Nederlandse tandartspraktijk’ uitgebracht en het toetsingskader ‘Taakdelegatie in de mondzorg’ opgesteld. In de praktijk blijkt dat de voorwaarden om voorbehouden handelingen te delegeren niet altijd correct worden nageleefd.
Voorbeeldcasus: taakdelegatie
In een tuchtzaak had een patiënt een complexe tandheelkundige voorgeschiedenis. De assistent heeft op basis van taakdelegatie complexe voorbehouden handelingen uitgevoerd.
Naar het oordeel van het tuchtcollege heeft de tandarts hierin niet de zorgvuldigheid in acht genomen die van hem verwacht mocht worden. De handelingen zijn gedelegeerd, maar hadden gezien de complexiteit door de ervaren tandarts uitgevoerd moeten worden. De assistent heeft geen externe opleiding(en) genoten voor het uitvoeren van deze complexe voorbehouden handeling en haar interne opleiding was niet getoetst door een externe partij.
Het tuchtcollege heeft vastgesteld dat de tandarts in strijd heeft gehandeld met de geldende richtlijn en niet heeft gehandeld in lijn met het IGJ-toetsingskader. Dit betekent dat de assistent deze handelingen naar het oordeel van het college niet had mogen uitvoeren en de tandarts hiervoor tuchtrechtelijk verantwoordelijk is.
Daarnaast komt uit het dossier naar voren dat het uitvoeren van tandheelkundige handelingen door onbevoegd en onbekwaam personeel niet incidenteel gebeurde, maar regelmatig. Dit raakt de kwaliteit van patiëntenzorg en is daarom ernstig.
Deze tandarts heeft een berisping gekregen.
Een tuchtklacht… en dan?
Een tuchtklacht kan behoorlijk overweldigend zijn. Daarom biedt de KNMT steun en informatie. Kijk daarvoor in het speciale webdossier:
Webdossier tuchtrecht voor tandartsen
Bovenstaand artikel, van de hand van gezondheidsjurist Aeltke Dekker, verscheen in aangepaste vorm eerder in NT/Dentz 02/2025. Een tweede deel wordt gepubliceerd in NT/Dentz 04/2025 dat eind juni 2025 verschijnt.
6% afgehandelde tuchtklachten heeft betrekking op tandartsen
Uit het jaarverslag van de Tuchtcolleges voor de Gezondheidszorg volgt dat in 2024 in totaal 1.103 klachten ingediend werden bij de Regionale Tuchtcolleges. Daarvan werden er 1.061 afgehandeld. Daarvan bestaat 6% uit klachten tegen tandartsen. In totaal zijn er 69 klachten tegen tandartsen afgehandeld.
Bij het Centraal Tuchtcollege zijn in totaal 289 klachten afgehandeld, waarvan 8 klachten een tandarts betroffen.
Er is bij de Regionale Tuchtcolleges en bij het Centraal Tuchtcollege 1 klacht behandeld tegen een geregistreerd mondhygiënist. Deze klacht was kennelijk niet-ontvankelijk.
De doorlooptijd voor het afhandelen van klachten was in 2024 gemiddeld 205 dagen, dat is een verkorting van ongeveer 40 dagen ten opzichte van 2024.