Zelfstandigenwet of Wet Vbar: welke zzp-wet wordt het?
Om dit te bepalen kent de initiatiefwet daarvoor 2 toetsen: de zelfstandigentoets en de werkrelatietoets. In de zelfstandigentoets wordt gecheckt of iemand daadwerkelijk als zelfstandige werkt. In de werkrelatietoets gaat het over de relatie tussen de zzp’er en de opdrachtgever: is er geen sprake van een gezagsrelatie is daarbij de centrale vraag.
De Zelfstandigenwet beoogt wat ruimere beoordelingskaders te bieden dan nu in de Wet DBA en het wetsvoorstel Vbar het geval is. Zo staat er expliciet in dat het werken binnen de openingstijden en met de apparatuur van de opdrachtgever niet als indicatie voor loondienst geldt wanneer daarvoor bijvoorbeeld medisch-technische redenen gelden.
Het blijft in de Zelfstandigenwet overigens nodig om de relevante omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de kwalificatie van de arbeidsrelatie vooraf nauwkeurig te analyseren. Wanneer de omstandigheden wijzen op een arbeidsovereenkomst, dan blijft dat ook met de Zelfstandigenwet zo.
De KNMT heeft de iniatiefwet geanalyseerd op impact voor tandartsen en tandartsspecialisten en samen met onze partners FMS, LHV en VvAA erop gereageerd in de internetconsultatie.
Alternatief voor de Wet Vbar, waaraan het kabinet werkt
De Zelfstandigenwet is een alternatief voor de Wet Vbar (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelatie en rechtsvermoeden) waaraan het kabinet tegelijkertijd werkt. De minister van Sociale Zaken heeft de Wet Vbar intussen voorgelegd aan de Tweede Kamer, met als doel deze in te laten gaan op 1 juli 2026. Welke wet het precies gaat halen, en in welke vorm precies, is nu nog ongewis.
Handhaving op schijnzelfstandigheid blijft hoe dan ook
Wat wel duidelijk is dat de Belastingdienst met of zonder nieuwe regelgeving blijft handhaven op schijnzelfstandigheid, waarbij vanaf 2026 ook weer fiscale boetes kunnen worden opgelegd.
Tweede Kamer zet zich in voor zzp’ers in huisartsenzorg
De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen voor het toestaan van de inzet van zzp’ers in de huisartsenzorg in situaties voor “ziek, piek en uniek” en de huisartsenzorg tijdens avond-, nacht- en weekenddiensten. De regering maakt voor de zomer kenbaar welke gevolgen ze aan de motie verbindt. De Tweede Kamer wil dit vanwege de druk op de capaciteit in de huisartsenzorg in combinatie met de verplichting dat huisartsen 24/7 zorg moeten verlenen. Dat deze redenen evengoed gelden voor de mondzorg en dat deze toestemming dus ook voor tandartsen en tandartsspecialisten zou moeten gelden zal de KNMT nader onder de aandacht van betrokkenen brengen.
