Tweede Kamer ontvangt nieuwe versie zzp-wet Vbar

Harry Korver
2 minuten
samenwerkende mondzorgverleners
Dit najaar gaat de Tweede Kamer het gewijzigde wetsvoorstel Vbar behandelen, dat meer duidelijkheid moet geven over de inzet van zzp’ers. Demissionair minister Van Hijum van Sociale Zaken verwacht dat de wet op 1 juli 2026 in werking kan treden. De Wet Vbar moet in de Tweede Kamer dan wel de voorkeur krijgen boven de Zelfstandigenwet, een wetsvoorstel-in-de-maak door een aantal Kamerleden.

Verduidelijkende wetgeving

Het doel van het wetsvoorstel Vbar (Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties) is niet zozeer om nieuwe regels te introduceren maar eerder om te verduidelijken wat je moet verstaan onder ‘werkgeversgezag’. In het wetsvoorstel staat onder andere dat als bij de uitvoering van de werkzaamheden de kenmerken van werknemerschap duidelijker aanwezig zijn dan het voor eigen rekening en risico werken, er sprake is van werken in dienstbetrekking.

Onder die kenmerken die wijzen op een dienstverband worden bijvoorbeeld verstaan het hoofdzakelijk voor één werkgever werkzaam zijn of gedurende langere tijd werken bij een werkgever. Dat sluit aan bij de zienswijze van de Belastingdienst, die nu al zo handhaaft op basis van bestaande wetgeving.

Of het doel van de wetswijziging gehaald wordt, hangt mede af van de nog niet beschikbare aanvullende regelgeving. Daarin zal de minister nadere beoordelingscriteria beschrijven. Op dat moment worden mogelijk ook meer kenmerken van ondernemerschap danwel werknemerschap duidelijk.

In het wetsvoorstel staat ook dat wanneer een opdrachtnemer een uurtarief heeft onder een bepaalde grens er een grote kans is dat sprake is van een dienstverband. Dat tarief is op prijspeil 1-1-2025 vastgesteld op € 36,- per uur. Vraagt een opdrachtnemer in zulke gevallen om een arbeidsovereenkomst, dan kan de opdrachtgever daar alleen onderuit als hij aannemelijk kan maken dat daarvan toch geen sprake is.

Zelfstandigenwet of Wet Vbar?

Of de Tweede Kamer gaat instemmen met de Wet Vbar is nog maar de vraag. Een aantal Tweede Kamerleden werkt namelijk aan een alternatief, de Zelfstandigenwet. Direct na publicatie van het wetsvoorstel Vbar hebben de initiatiefnemers van die wet aangegeven gewoon verder te zullen gaan met de ontwikkeling van hun eigen voorstel. Het is daarmee mogelijk dat er later dit jaar niet 1 maar 2 voorstellen worden voorgelegd aan de (nieuwe) Kamer.