Wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers: veranderingen op komst?

Hans Scholten
3 minuten
Team in overleg
Demissionair minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil en mag door met zijn wet waarmee hij flexwerkers meer zekerheid wil geven door onder andere de concurrentie met werknemers met een vast contract te verkleinen. Zijn wetsvoorstel, Meer zekerheid flexwerkers, wordt daarom naar verwachting de komende tijd behandeld in de Tweede Kamer. Wat zijn de relevante punten voor werkgevers in de mondzorg?

Oproepovereenkomsten verdwijnen

Flexibele arbeidsovereenkomsten, zoals nulurencontracten en min-maxcontracten, ook wel oproepovereenkomsten genoemd, zullen verdwijnen. Deze contracten mogen volgens het voorstel ook niet meer worden gebruikt.

Daarvoor in de plaats komt een bandbreedtecontract. Werkgevers moeten hierin een minimum én maximum aantal uren vastleggen, waarbij het maximum niet meer dan 130% van het minimum mag bedragen.

Het minimum aantal uren is gegarandeerd en dient dus ook te allen tijde te worden uitbetaald. De werknemer is gehouden gehoor te geven aan een oproep zo lang deze binnen de bandbreedte valt.

Het blijft wel mogelijk te werken op basis van een jaarurennorm. De te werken uren per periode mogen dan fluctueren, maar de werknemer heeft wel recht op een vast inkomen per betalingsperiode.

Daarnaast geldt een uitzondering voor minderjarigen, scholieren en studenten. Zij mogen nog wel werkzaam zijn op basis van een oproepovereenkomst zoals het huidige recht dat biedt.

De ketenregeling herzien: van 6 maanden naar 5 jaar

In het wetsvoorstel is ook bepaald dat de zogeheten ketenregeling wordt gewijzigd. Het aantal maximale contracten blijft staan op 3, binnen een maximale termijn van 36 maanden.

Wel wijzigt de huidige onderbrekingstermijn van maximaal 6 maanden tussen de laatste en de nieuwe arbeidsovereenkomst. De demissionaire minister wil een vervaltermijn invoeren van 5 jaar. Dit betekent dat wanneer een werknemer uit dienst treedt na bijvoorbeeld 1 contract of 1 jaar en deze binnen 5 jaar terugkeert, de werkgever gehouden is de keten van arbeidsovereenkomsten en de duur door te tellen.

Kwam een werknemer eerder in vaste dienst en keert hij binnen 5 jaar terug? Dan geldt eveneens een contract voor onbepaalde tijd. Ook hier zal een uitzondering voor scholieren en studenten gaan gelden.

Ten slotte wordt de positie van uitzendkrachten verbeterd door middel van het in lijn brengen van de maximale totale duur van tijdelijke uitzendovereenkomsten met die van de reguliere werknemer. Ook krijgen uitzendkrachten recht op dezelfde arbeidsvoorwaarden als reguliere werknemers.

Beoogde invoering per 2027

Met het niet-controversieel verklaren van dit wetsvoorstel zal de Tweede Kamer het voorstel inhoudelijk gaan behandelen. Wanneer dit precies gebeurt, is nog onduidelijk. Het kan ook na de verkiezingen eind oktober zijn, wat mogelijk invloed heeft op het draagvlak voor het voorstel. De demissionaire minister heeft in ieder geval voor ogen het wetsvoorstel per 1 januari 2027 in te voeren. Wat de verbetering van arbeidsvoorwaarden voor uitzendkrachten betreft wenst de minister dit al per 1 januari 2026 in te voeren.

De KNMT heeft al in 2023 gereageerd op het conceptwetsvoorstel. Daarin hebben we aangegeven de beperkingen van flexibiliteit in praktijken niet als oplossing te zien voor het capaciteitstekort. 

Indien onverhoopt het werken buiten dienstbetrekking eveneens moeilijk tot onmogelijk zou worden, is de mondzorg nu juist gebaat bij flexibele mogelijkheden binnen het arbeidsrecht. Die worden met dit wetsvoorstel ernstig beperkt. 

De regering is echter van mening dat het voorstel voldoende flexibiliteit aan werkgevers biedt.