Praktijkovername: 4 juridische aspecten om rekening mee te houden

Evert Berkel
4 minuten
praktijkoverdracht
Een praktijk overnemen in de mondzorg. Voor de meeste tandartsen is het een ‘once in a lifetime’-ervaring. Een praktijk overnemen – of overdragen – vergt de nodige voorbereiding en begeleiding. De volgende 4 tips helpen je goed beslagen ten ijs te komen.

1. Aandelen of activa?

Een tandartspraktijk kan via diverse rechts- of contractsvormen gevoerd worden. Veel voorkomend zijn de bv, de eenmanszaak en de maatschap. Bij overname van een praktijk die via een eenmanszaak of een maatschap wordt gevoerd, kun je enkel de activa van de praktijk overnemen.

Bij een activatransactie wordt besproken (en uitonderhandeld) welke activa de koper zal overnemen. Vaak zijn dit alle activa die op de balans staan en de lopende contracten. Partijen kunnen afspreken dat passiva (denk aan schulden) niet worden overgenomen. Ook claims uit het verleden blijven rusten bij de verkopende partij. Het personeel volgt wel de activiteit, waarover later meer.

Belangrijk is bovendien dat bij overname van de activa de agb-code van de overnemende praktijk niet mee kan overgaan. Dit is een belangrijk punt van aandacht, waarmee de overnemende partij tijdig in het proces rekening zal moeten houden.

Bij de overname van aandelen in een bv is dit allemaal geen issue. Dan is er geen keuze, in die zin dat de kopende partij de gehele onderneming verkrijgt. Alle contracten, alle vorderingen en alle schulden, maar ook de agb-code.

2. Weet wat je koopt!

Het is een dooddoener, maar als je niet weet wat je koopt, loop je behoorlijke risico’s. Zeker als je de aandelen van een besloten vennootschap overneemt. Je koopt dan de gehele onderneming (met alle contracten, werknemers, activa en claims uit het verleden), en wilt natuurlijk absoluut zeker weten dat op een later moment geen lijken uit de kast komen.

Daartoe wordt vaak een zogenaamd 'due diligence'-onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek bestaat meestal uit 3 onderdelen: financieel, fiscaal en juridisch. De omvang van deze onderzoeken bepaalt de kopende partij. Die bepaalt vooraf welke informatie hij graag van de verkoper wil ontvangen en stelt daarvoor een vragenlijst op.

Het is aan de verkoper om deze vragen te beantwoorden. Op hem rust ook een (wettelijke) mededelingsplicht: hij mag belangrijke informatie voor de kopende partij niet verzwijgen, ook al wordt deze informatie niet door de kopende partij opgevraagd. Het uitwisselen van al deze informatie is vaak voor beide partijen een tijdrovend en daarmee kostbaar proces. De verkopende partij kan echter tijd en kosten besparen door al op het moment dat hij beslist zijn onderneming te verkopen, zijn administratie op orde te brengen.

De kopende partij doet er vanuit kostenoverwegingen goed aan zorgvuldig na te denken over de informatie die hij wil vergaren. Hij kan zich met deze informatie ook al vast een beeld vormen over de kansen van de onderneming en de wijze waarop hij de te kopen praktijk in zijn eigen onderneming wil integreren.

De uitkomsten van het 'due diligence'-onderzoek zullen hun weerslag vinden in de op te stellen koopovereenkomst. De kopende partij weet nu welke garanties hij wil vragen en voor welke specifieke risico’s – die uit het 'due diligence'-onderzoek zijn gebleken – hij van de verkopende partij een vrijwaring wil.

3. Opgelet bij werknemers!

Werknemers van de over te nemen praktijk nemen bij een overname een bijzondere positie in. Of nu aandelen of activa worden gekocht, in de wet is geregeld dat het personeel inclusief hun arbeidsvoorwaardenpakket automatisch naar de nieuwe eigenaar overgaat. Kopende partijen kunnen dus geen keuze maken welke werknemers zij wel en niet wensen over te nemen. Daardoor is van belang voorafgaand aan de overname duidelijk in beeld te brengen welke werknemers in dienst zijn, wat hun arbeidsvoorwaarden zijn, of er zieke werknemers zijn en of aan reïntegratieverplichtingen is voldaan.

4. Is goedkeuring nodig?

In het overnameproces moet tijdig in kaart worden gebracht of interne stakeholders (ondernemingsraad, cliëntenraad, raad van toezicht) bij een overname een advies- of goedkeuringsrecht hebben. Daarnaast moet gekeken worden of goedkeuring nodig is van externe stakeholders (denk aan de NZa, ACM en zorgverzekeraars).

Zowel de kopende als de verkopende partij doet er goed aan dit al in de voorfase van de overname in beeld te brengen en de acties te ondernemen die nodig zijn om de vereiste goedkeuring(en) te verkrijgen.

Bij overnames tussen kleine partijen zijn deze goedkeuringen vaak niet aan de orde. Maar bij een overname met een keten of een middelgrote tandartsenpraktijk kan dit zeker spelen. Ook moeten partijen alert zijn op zogenaamde 'change of control'-bepalingen in contracten die de overnemende praktijk heeft gesloten en welke contracten de koper wil (bij een activa transactie) of zal (bij koop van aandelen) overnemen. Een 'change of control'-bepaling houdt in dat de overeenkomst zal of kan eindigen als de zeggenschap over een contractspartij (in dit geval de over te nemen praktijk) wijzigt. Het is van belang snel in beeld te krijgen of en zo ja voor welke contracten dit aan de orde is.

Dit artikel verscheen eerder in NT/Dentz en is geschreven door mr. Claudia Zwetsloot, advocaat ondernemingsrecht en partner bij Eldermans|Geerts Advocaten in de zorg.

Overzicht praktijken die ter overname worden aangeboden