Praktijkkaart tandarts - jeugdarts: gebruik jij hem al?
De samenwerking tussen de jeugdgezondheidszorg (JGZ) en mondzorg is niet overal vanzelfsprekend. Toch zijn professionals uit de JGZ door hun preventieve taak en grote bereik bij uitstek een interessante partner om het tandartsbezoek onder jonge kinderen te stimuleren. Maar liefst 95 tot 98 procent van de kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar bezoekt namelijk met enige regelmaat het consultatiebureau.
Met de praktijkkaart beogen KNMT en de vereniging van jeugdartsen AJN een handreiking te bieden om lokaal in gesprek te komen over elkaars werkwijzen, de (on)wenselijkheden en elkaars (on)mogelijkheden in de samenwerking. Met de praktijkkaart kan het makkelijker worden om contact met elkaar te maken en de lijntjes tussen tandartsen en jeugdartsen korter te maken.
Jeugdverpleegkundige inzetten voor gezond gedrag
Beleidsadviseur jeugd Milou Munk van de KNMT heeft een achtergrond als arts Maatschappij en gezondheid en was 10 jaar werkzaam in de JGZ. Zij ziet synergiemogelijkheden in de interprofessionele samenwerking. “Denk aan situaties waarbij het moeizaam is om een kind vanuit de tandartspraktijk te bewegen tot gezond gedrag. In samenspraak met ouders zou op casusniveau dan een jeugdverpleegkundige benaderd kunnen worden. Die kent het gezin vaak goed en werkt intensief met ze samen om ouders te ondersteunen bij het gezond opgroeien van hun kind. Motiverende gespreksvoering en gedragsverandering zijn onderdelen van hun dagelijks werk. Ook is er vaak een mogelijkheid om bij een gezin op huisbezoek te gaan.”
JGZ helpen geschikte mondzorgpraktijk vinden
“Omgekeerd zou de JGZ gebaat kunnen zijn bij een lokaal overzicht van mondzorgpraktijken die in de gelegenheid zijn om jonge kinderen, van wie de ouders zelf niet in een praktijk zijn ingeschreven, te zien. Het is fijn om te weten wie er plek heeft en of er mondzorgverleners in de buurt zijn met affiniteit met de doelgroep. De ervaring leert dat het vooral voor ouders uit een risicogroep ingewikkeld kan zijn om zelf hun weg te vinden naar een geschikte praktijk.”
Het is fijn om te weten wie er plek heeft en of er mondzorgverleners in de buurt zijn met affiniteit met de doelgroep.
Doorverwijzen werkt
Dat dat doorverwijzen werkt, blijkt uit onderzoek naar de ‘Gigagaaf’-aanpak door promovenda Ashley Verlinden. Ze volgde 5 jaar lang een groep kinderen. De ene helft werd door de jeugdarts met 6 maanden oud (zoals de richtlijn voor jeugdmondzorg voorschrijft) actief naar de tandarts verwezen, en de andere helft niet. Uit de eerste resultaten blijkt dat 53% van de kinderen uit de interventiegroep vóór hun eerste verjaardag de mondzorgpraktijk bezocht, ten opzichte van 7% in de controlegroep. Ook de ervaringen met de aanwezigheid van een mondzorgcoach op het consultatiebureau, die tips geeft en ook doorverwijst, zijn positief.