Mondzorg voor ex-daklozen en (ex-)verslaafden: hoe gaat dat?
Op de Leger des Heilslocatie De Blinkert in Baarn wonen ongeveer 90 mensen. De bewoners zijn veelal dakloos geweest en hebben vaak een verleden met een drank of drugsverslaving. Sommigen leiden aan Korsakov, zijn schizofreen of kunnen vanwege een geestelijke stoornis niet meer voor zichzelf zorgen. Het is de enige plek van het Leger des Heils waar deze mensen terechtkunnen. De wachtlijst is dan ook enorm, vertelt tandarts Ru Modderman. Hij werkt voor Fresh Mondzorg en komt al bijna 3 jaar wekelijks op deze locatie. Er is geen planning, omdat het altijd van de bewoners afhangt of er kan worden behandeld.
13.35 uur
Voordat Modderman en zijn assistent Lindsay Abels de kamer van Albert binnengaan, trekken ze eerst wegwerphandschoenen aan. Naast de deur van iedere kamer hangt daar een doos van, voor de verzorgenden. Albert ligt in bed met het dekbed half over zich heen. “Blijft u maar lekker liggen hoor”, zegt Modderman. De patiënt had de vorige keer een witte plek in zijn mond waar eeltvorming was ontstaan, waarschijnlijk door het roken, en de tandarts wil daar graag nog een keer naar kijken. Hij is snel klaar bij zijn eerste patiënt: “De plek wordt kleiner, dat is een goed teken!” Veel van de bewoners van De Blinkert hebben door roken en alcohol risico’s op afwijkingen in de mond, vertelt Modderman. Het is belangrijk dat ze regelmatig door een tandarts worden gezien; Modderman heeft de afgelopen tijd tweemaal mondkanker gediagnosticeerd. Bij één patiënt kon de plek worden verwijderd, de andere patiënt wordt bestraald. Bij Albert is Modderman voorlopig gerustgesteld, al blijft hij de plek uiteraard in de gaten houden.
13.45 uur
Een kleine, magere vrouw, Sonja, wordt door assistent Abels naar de tandarts gereden. Modderman vraagt of hij vandaag bij haar een controle mag doen en daar stemt ze mee in. Modderman rijdt haar naar haar kamer, vol met foto’s en knuffels. Als Sonja op de rand van haar bed is gaan zitten, kijkt Modderman hoe haar prothese zit: “U hebt net gegeten zo te zien, en lekker ook volgens mij! De prothese vind ik aan de grote kant, concludeert hij. Als die nog losser gaat zitten kan er een nieuwe laag in worden gezet, legt Modderman de patiënt uit. “Maar u bent degene die zegt of dat nodig is of niet, ik adviseer alleen maar.” Werken als mobiele tandarts is zwaar, zowel mentaal als fysiek, vertelt Modderman. “We kunnen op één dag niet zo heel veel behandelingen doen, dat gaat ergonomisch gezien niet. Veel patiënten kunnen niet uit hun rolstoel of bed komen, dus moeten we bukken om goed bij de mond te kunnen.” Ook moet je tegen ‘verrassingen’ kunnen om met deze patiënten te kunnen werken. Het gebeurt wel eens dat je eerst de broek van een patiënt omhoog moet hijsen of dat iemand in zijn broek plast. “En daar kan niet iedereen mee omgaan”, stelt Abels. “Het gaat hier niet alleen om tandheelkunde, maar ook om het sociale aspect. Maar gelukkig kunnen we ruim de tijd voor patiënten nemen.”
14.05 uur
Bij Gerhard – grijze joggingbroek, baard en petje – moet een kies worden geëxtraheerd. Er zit een groot gat in. Het heeft Abels de nodige moeite gekost om Gerhard zover te krijgen dat hij meeging voor de behandeling. Of hij het goed vindt dat hij op de foto wordt gezet? “Ik kom toch niet in Opsporing Verzocht?” lacht hij. Op Gerhards kamer hangt een lichte geur van bier en rook. Modderman voelt eerst hoe los de kies zit. “Doet het pijn? Wil je in m’n hand knijpen? Dat heb ik je beloofd,” vraagt Abels aan de patiënt. Maar het is niet nodig, Gerhard is een taaie. Op het moment dat er een harde ‘knip’ te horen is, kreunt hij even. Zijn been, gestrekt op een steun van zijn rolstoel, gaat een beetje heen en weer. Modderman legt de kies op een servet. “Is ‘ie weg?” vraagt Gerhard, zijn mond nog wijd open. “Hij is weg”, bevestigt Modderman. En stopt een sponsje en gaasje in de mond tegen het bloeden en hecht de wond. “Tandarts, ik kan niet anders zeggen dan dat je het goed hebt gedaan!” zegt de man, terwijl hij zijn duim opsteekt. Abels vraagt wat de patiënt met de getrokken kies wil. “Breng hem maar niet naar het museum,” antwoordt hij lachend. Modderman adviseert Gerhard nog een kwartier op het sponsje te bijten, tegen het bloeden. Eten en drinken zal hij zoveel mogelijk met de andere kant van zijn mond moeten doen. “Dat deed ik toch al”, reageert deze. Hij heeft nog wel een prangende vraag: “Mag ik wel roken?” “De komende twee weken eigenlijk niet”, grapt de tandarts. “Dat roken is vaak het enige waaruit de bewoners nog plezier halen, dat moet je ze niet afnemen”, zegt Modderman als hij de kamer uit is. Hij slaakt een lichte zucht van verlichting. “Het is altijd spannend of je de kies eruit krijgt of niet. Ik ben opgelucht dat het goed ging.” Behandelingen als deze komen niet vaak voor op locaties van het Leger des Heils. Liever behandelt het tandheelkundig team helemaal niet, maar monitoren ze alleen en zorgen ze voor goede preventie, legt hoofdassistent Nyree van Wijngaarden van Fresh Unieke Mondzorg uit. “Op die manier proberen we behandelingen zoveel mogelijk uit te stellen. Het gaat hier echt om kwaliteit van leven.”
14.30 uur
De laatste patiënt van vandaag, Jan, moet eerst gevonden worden. Hij blijkt in een van de woonkamers van het huis te zitten. Dat gebeurt wel vaker, vertelt Modderman. “Deze mensen zijn vaak de hort op, zelfs als we een afsprakenkaartje achterlaten.” Jans kamer is netjes, schoon en opgeruimd , zeker in vergelijking met de kamers van veel andere bewoners. In de vensterbank staan planten en naast het bed een kasje met kruiden. Jan, die vanwege geestelijke problemen niet voor zichzelf kan zorgen, heeft last van zijn prothese: er zit een scherp randje aan de bovenkant dat in zijn mond snijdt. Secuur snijdt Modderman het randje weg en de prothese zit weer als gegoten.
14.45 uur
Modderman is een bekend gezicht in De Blinkert, blijkt als hij de koffieruimte binnenkomt. Een vrouw aan een tafeltje zwaait enthousiast naar hem. “Dat is de tandarts!”, zegt ze tegen de man naast haar. Als Modderman zijn thee op heeft, is het tijd voor zijn minst favoriete klusje: de administratie. Toch zou hij niet anders meer willen, het werken op locaties van het Leger des Heils geeft hem veel voldoening. Bovendien is het ook rustiger dan werken in een algemene praktijk. “We hoeven niet te racen en hebben de tijd voor de patiënten. Alleen werken in een algemene praktijk zou ik niet volhouden.”
Tekst: Laura Jansen // Beeld: Simone Michelle
Financiering
De meeste behandelingen voor patiënten in de huizen van het Leger des Heils worden gefinancierd vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz). Patiënten die daar geen indicatie voor hebben, moeten hun behandeling zelf betalen. Velen van hen zitten echter in de schuldsanering, zodat dit een probleem kan zijn en er alternatieve oplossingen nodig zijn. Modderman: “Het gaat er om dat patiënten pijnvrij zijn, kronen of bruggen zullen bij deze doelgroep niet snel worden geplaatst. Het belangrijkste is dat deze mensen weer volwaardig aan de maatschappij kunnen deelnemen.”