KNMT blij met aandacht voor mondzorg kinderen en minima

Hans Scholten
3 minuten
Kind praktijk
De KNMT verwelkomt de aandacht die minister Schouten van Armoedebeleid schenkt aan mondzorg voor kinderen die niet naar de tandarts gaan en het mijden van een bezoek aan de tandarts van mensen in een (financieel) kwetsbare positie. In haar brief aan de Tweede Kamer over de aanpak van armoede in Nederland komt ze met goede voorstellen om deze problemen tegen te gaan.

Modelaanpak mondzorg voor financieel kwetsbaren

In haar brief ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’ spreekt Schouten haar steun uit voor het initiatief om met een modelaanpak voor gemeenten te komen, zodat die met lokaal maatwerk kunnen zorgen dat financieel kwetsbaren en minima toegang hebben tot goede mondzorg. Deze modelaanpak wordt momenteel ontwikkeld door de Mondzorgalliantie bestaande uit de KNMT, NVM-mondhygiënisten en ONT, de ministeries van VWS en SZW, VNG en Zorgverzekeraars Nederland. Naar verwachting is deze modelaanpak dit najaar gereed en zullen het ministerie van VWS en SZW de Tweede Kamer er dan over informeren. 

Samenwerking op jeugd

Schouten stelt daarnaast in haar brief ervoor te willen zorgen dat kinderen die nu niet gaan voortaan ook op controle komen naar de tandarts. De KNMT stimuleert daartoe de samenwerking tussen mondzorgverleners en consultatiebureaus, die kinderen kunnen doorleiden naar een mondzorgverlener. Dit zal ook terugkomen in het in het najaar te verschijnen actieplan ‘Op weg naar een mondgezonde generatie’ dat aan minister Kuipers mede door de KNMT en alle betrokken veldpartijen zal worden aangeboden. 

Geen schooltandarts maar 'huistandarts'

Van de inzet van schooltandartsen is de KNMT in principe geen voorstander. Het is namelijk juist belangrijk dat kinderen zo vroeg mogelijk een ‘huistandarts’ krijgen, waar ze met hun ouders komen en ze samen mondzorginstructie krijgen – bijvoorbeeld via het programma Gewoon Gaaf. Bij het bereiken van kinderen die nu niet bekend zijn bij een mondzorgpraktijk kunnen scholen wel een belangrijke rol spelen. 

Doorverwijzen vanuit het consultatiebureau

Daarnaast zou vooral op het consultatiebureau, waar vrijwel alle kinderen komen, expliciet aandacht moeten zijn voor het doorverwijzen van jonge ouders naar de tandarts. Bijvoorbeeld door de inzet van een mondzorgcoach, die ter plekke tips en adviezen geeft voor goede zelfzorg, of door de jeugdarts zelf. Zowel rondom de inzet van mondzorgcoaches als het doorverwijzen door consultatiebureaus vinden momenteel pilots plaats. Tandartsen werken hiervoor aan nauwere samenwerking met jeugdartsen, maar politieke steun is hierbij onmisbaar.

Goede zelfzorg aanleren

Buiten de door de minister genoemde acties ziet de KNMT ook heil in publiekscampagnes zoals ‘Een gezond gebit is kinderspel!’ om de basisregels voor goede zelfzorg onder de aandacht te brengen. Daarnaast zouden alle zorgverzekeraars die ouders wier kinderen niet op controle gaan moeten aanschrijven om ze erop te attenderen dat bezoek aan de tandarts tot 18 jaar onder het basispakket valt. 

Blijf voldoende opleiden

Tot slot attendeert de KNMT de minister van Onderwijs er nogmaals op dat er voldoende tandartsen en andere mondzorgverleners nodig zijn om goede mondzorg voor iedereen in Nederland te garanderen. Daartoe pleit de KNMT voor het zo snel mogelijk uitbreiden van het aantal opleidingsplekken Tandheelkunde met 100 per jaar en het verkennen van een nieuwe opleiding in Rotterdam.

Dit schrijft minister Schouten in haar Kamerbrief ‘Aanpak geldzorgen, armoede en schulden’:

"Signalen over het mijden van de mondzorg door volwassenen om financiële redenen waren voor VWS, SZW, VNG, Zorgverzekeraars Nederland en de beroepsorganisaties in de mondzorg aanleiding om onderzoek te laten doen naar de omvang van het probleem. We werken samen aan maatregelen ter verbetering van de toegang tot mondzorg voor minima. Na het zomerreces ontvangt uw Kamer een brief van de minister van VWS met een nadere toelichting en een planning."

"Daarnaast zijn er wijken in Nederland waar veel kinderen niet naar de tandarts of mondhygiënist gaan, ondanks dat de mondzorg voor hen is opgenomen in het basispakket. Het kabinet wil samen met maatschappelijke partners zoals de GGDen, scholen, organisaties van mondzorgverleners en zorgverzekeraars het bezoek aan de mondzorgverlener vergroten. Daarbij wordt gekeken naar mogelijkheden als een mondzorgverlener die scholen bezoekt en kinderen die naar de  mondzorgverlener worden geleid."