De Wet DBA, wat doet die met de praktijk? 4 voorbeelden uit het veld

Karel Gosselink
6 minuten
Image
Dat de Belastingdienst vanaf begin 2025 is begonnen met het handhaven op schijnzelfstandigheid weet zo onderhand iedereen wel. Maar wat zijn nou precies de gevolgen ervan voor het werken in een tandartspraktijk? NT/Dentz vroeg 4 tandartsen hoe ze hun werkrelaties hebben geregeld. Kiezen ze voor zzp’en, loondienst of het (mede)-eigenaarschap? 

Zzp’er in een eenmanszaak Marc Werry: “ Ik heb meer dan 7 opdrachtgevers”

“Ik ben in 2021 gestopt met mijn eigen praktijk, onder meer vanwege burn-outklachten. Na een tijdje ben ik als tandarts in andere praktijken aan de slag gegaan, zo’n 30 uur per week. Ik kies hiervoor, omdat dat voor mij het beste werkt. Het loont niet om dat vanuit een bv te doen, dus nu doe ik het vanuit mijn eenmanszaak. 

Ik werk in praktijken waar hulp nodig is. Ik heb 7 opdrachtgevers, dat zijn heel diverse praktijken. Op sommige locaties werk ik op vaste dagen, maar in principe heb ik nergens vastigheid. Het kan zomaar zijn dat ik niet meer nodig ben. In dat geval kan men meteen afscheid van mij nemen. 

In elke praktijk werk Ik compleet autonoom. Als een patiënt met een bepaalde diagnose naar mij wordt verwezen, dan beslis ik zelf in overleg met de patiënt welke behandeling ik ga uitvoeren. 

In elke praktijk werk ik compleet autonoom

Verder maak ik gebruik van de behandelstoel en de materialen in de praktijk. Ik kan die moeilijk zelf meenemen naar elke plek waar ik tijdelijk aan de slag ga. Dat werkt niet. 

Of ik hiermee voldoe aan de criteria om als zzp’er te mogen werken, is me nog niet duidelijk. Volgens mij kun je in ons vak gewoonweg niet aan alle zzp-criteria voldoen. Ik ben dan ook benieuwd naar de jurisprudentie die op dit vlak gaat ontstaan.”

Praktijkhouder Richard Kohsiek: “Waarschijnlijk wordt zzp’er ook praktijkhouder”

“In 2007 ben ik mijn praktijk begonnen. Ik werk nu zo’n 15 jaar voor kortere of langere tijd met een of meerdere zzp’ers. En nog altijd tot volle tevredenheid. Ik ben ook niet anders gewend. Ik hoor al vanaf mijn opleiding dat je óf je eigen praktijk begint óf als zzp’er aan de slag gaat. Een aantal jaar geleden heb ik al eens het balletje opgegooid bij de zzp’ers om mede-eigenaar te worden. Daar hebben we toen niets mee gedaan, want we dachten dat het niet zo’n vaart zou lopen met de Wet DBA. 

Het pand is geschikt om 2 praktijken onderdak te bieden

In 2023 werd echter duidelijk dat deze wet gehandhaafd zou gaan worden. Ik ben toen echt gaan nadenken over hoe ik verder wilde. Zo ontstond het idee om de praktijk te splitsen. 

Bij de huidige zzp’er leeft ook de wens om een eigen praktijk te runnen. Onze patiënten hebben een lichte voorkeur voor een vaste zorgverlener, gelukkig is het bestand evenredig te verdelen. Ook het pand is geschikt om zonder grote aanpassingen 2 praktijken onderdak te bieden. 

Met alleen een extra naam op de gevel ben je er echter niet. Momenteel zijn we bezig met zaken die er allemaal bij komen kijken: taxatie van pand en inventaris, overleg met het personeel en verdeling van gezamenlijke kosten. Een heel gepuzzel. Maar we hopen het de komende maanden rond te krijgen. Tot dan werken we met de laatste versie van de modelovereenkomst.”

Praktijkhouder/maat Arie Hoeksema: “We hebben afgesproken met zzp’ers verder te gaan”

“De handhaving op schijnzelfstandigheid heeft bij ons tot onrust in het team geleid. Onze praktijk in Winschoten is sinds 2011 een maatschap van 3 tandartsen. Er werken verder 6 tandarts-zzp’ers en 1 orthodontist-zzp’er op basis van een modelovereenkomst van de KNMT. 

We zijn bij elkaar gaan zitten om te praten over wat we zouden doen: blijven werken als zzp’er of verder in loondienst. Er is toen afgesproken om verder te gaan op zzp-basis, omdat wij werken op basis van gelijkwaardigheid en er bij ons geen sprake is van hiërarchie. 

Overigens zijn de mondhygiënisten en assistenten wel allemaal in loondienst. 

Er is afgesproken dat ze hun eigen logo en naam op de werkkleding aanbrengen

Er waren altijd al veel afspraken met de zzp’ers. Zo hebben ze een eigen beslissingsbevoegdheid over de behandeling en regelen ze bij vakantie hun eigen vervanging en financiële afhandeling hiervan. Ook moet elke zzp’er zijn eigen verzekering op het gebied van arbeidsongeschiktheid en aansprakelijkheid regelen, net als een eigen klachtenregeling. Verder betalen ze voor de factoring en hebben ze een debiteurenrisico. De zzp’ers mogen zelf bepalen met welk tandtechnisch laboratorium ze willen werken en aangeven welk materiaal hun voorkeur heeft. 

Aan deze afspraken hebben we onlangs nog enkele nieuwe toegevoegd: elke zzp’er verzorgt zijn eigen garantieregeling en er is afgesproken dat ze hun eigen logo en naam op de werkkleding aanbrengen. Verder is er een scheiding aangebracht tussen het team van de maatschap en de zpp’ers. Ze staan apart vermeld op de website. De zzp’ers worden niet meer uitgenodigd voor het bedrijfsuitje. En ze moeten zelf een factuur indienen voor hun werkzaamheden.”

Tandarts in loondienst en chef de clinique Brita Santing: “Iedereen werkt hier in loondienst”

“Onze praktijk, Tandartsen Centrum Deventer, bestaat al 96 jaar. Het was ooit een ziekenfondspraktijk waar alle tandartsen in loondienst werkten. Toen het ziekenfonds verdween, is de praktijk een stichting geworden en bleef iedereen in loondienst omdat dat goed beviel. 

Er werken nu 12 tandartsen met een arbeidsovereenkomst. We werken alleen met zzp’ers voor tijdelijke waarneming bij langdurige ziekte en zwangerschapsverlof. En soms is er een implantoloog op zzp-basis. Hiervoor gebruiken we een overeenkomst van opdracht voor bepaalde tijd. Ik denk dat we daar wel safe mee zitten. Je merkt dat werken als zzp’er erg leeft onder de huidige generatie tandartsen. 

In loondienst heb je het financieel echt niet slechter dan als zzp’er

Ik ben zo’n 10 jaar geleden afgestudeerd en in de opleiding werd altijd gezegd dat je beter niet in loondienst kon gaan werken, want dan was je dief van je eigen portemonnee. Je kon beter als zzp’er aan de slag gaan. Daar ben ik het niet mee eens. In loondienst heb je het financieel echt niet slechter dan als zzp’er. Zeker bij ons, omdat er sprake is van een tantième-regeling waarbij men naast het vaste salaris een uitkering krijgt op basis van omzet en gewerkte uren. 

Daarnaast word je ontzorgd, onder meer op het gebied van pensioen, verzekeringen en doorbetaling bij ziekte en vakantie. Het is een veilige werkomgeving waarin je je helemaal kunt toeleggen op je vak en je ook nog eens meerdere collega’s hebt. Dat wordt als erg prettig ervaren, er is weinig verloop bij ons. Eigenlijk kunnen we altijd wel weer nieuwe tandartsen vinden die hier willen werken.

Wat doet de KNMT?

  • De KNMT maakt zich sterk voor het kunnen blijven inzetten van zzp’ers in de zorg. Dat gebeurt veelal samen met de beroepsorganisaties voor huisartsen (LHV) en medisch specialisten (FMS) en de VvAA.
  • We voeren gesprekken met het ministerie van VWS en de Belastingdienst over de ruimte die huidige wetgeving biedt en er wordt ingespeeld op toekomstige wetgeving betreffende de beoordeling van arbeidsrelaties (Wet VBAR).
  • We ondersteunen een aantal praktijken die hun samenwerking met zzp’ers door de Belastingdienst laten beoordelen. Met de kennis die de KNMT hiermee op het vlak van de beoordeling van arbeidsrelaties opdoet, worden alle leden verder geholpen.
  • De KNMT houdt een ledenpeiling om een duidelijk beeld te krijgen van wat er leeft onder tandartsen wat de handhaving op schijnzelfstandigheid betreft en de manier waarop de KNMT leden kan ondersteunen.
  • We verkennen de haalbaarheid van een zogeheten zzp-maatschap van waaruit zzp’ers kunnen worden ingezet bij praktijken.
  • KNMT Ledenservice helpt leden bij vragen. Op knmt.nl/dba staan handreikingen en antwoorden op veel gestelde vragen. Hier zijn ook 2 webinars terug te zien: eentje over de handhaving van de Wet DBA en eentje over hoe je als praktijkhouder en zzp'er constructief met elkaar in gesprek kunt over de samenwerking.
  • Met het Handboek Arbeidsvoorwaarden en modelarbeidsovereenkomsten wordt ondersteuning geboden op het gebied van loondienst.

Webdossier Wet DBA

Dit artikel verscheen eerder in NT/Dentz 01/2025.