Handhygiëne wordt beschouwd als de belangrijkste maatregel om het risico van overdracht van micro-organismen te verminderen.
Aanbevelingen
Bekijk de aanbevelingen uit de richtlijn Infectiepreventie aangaande handhygiëne (pdf)
Instructievideo
Wanneer handen wassen?
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) heeft 5 momenten gedefinieerd waarop in de gezondheidszorg handhygiëne dient worden toegepast:
- voor handcontact met de patiënt;
- voor schone en aseptische handelingen;
- na mogelijk handcontact met lichaamsvloeistoffen;
- na handcontact met de patiënt;
- na handcontact met de omgeving van de patiënt.
Belangrijk: er is een verschil tussen handen wassen met water en zeep en handdesinfectie.
Wanneer was je je handen met water en zeep?
Handen wassen met water en zeep hoeft alleen:
- bij zichtbaar vuil
- bij plakkerig aanvoelen
- na bezoek aan het toilet
- na neus snuiten, niezen of hoesten.
Wanneer pas je handdesinfectie toe?
Je desinfecteert je handen:
- vóór handcontact met de patiënt. Het geven van een hand vormt hierop een uitzondering.
- vóór schone en aseptische handelingen, ook waarbij geen handschoenen worden gedragen.
- na mogelijk handcontact met lichaamsvloeistoffen of oppervlakken/materialen die met lichaamsvloeistoffen in aanraking zijn geweest.
- na handcontact met de patiënt. Het geven van een hand vormt hierop een uitzondering.
- na handcontact met de directe omgeving van de patiënt.
Ook interessant: Het gevaar van acrylnagels voor mondzorgverleners