NZa komt met wijzigingen in lijst tariefprestaties
NZa publiceert 2 besluiten met wijzigingen
De NZa heeft 17 januari 2 besluiten gepubliceerd met wijzigingen in de Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg en orthodontische zorg. Het gaat om een wijzing van het J-hoofdstuk (implantaten) en om een wijziging in de algemene bepalingen van de orthodontische zorg betreffende de ‘Definitie van een maand’.
Wijzigingen doorgevoerd op KNMT-website
De KNMT heeft de wijzigingen inmiddels opgenomen in het Tarievenboekje 2023 op de website. In de week van 23 januari krijgen KNMT-leden een addendum met de wijzigingen per post toegestuurd.
Hieronder lees je de wijzigingen op een rijtje:
J-hoofdstuk (implantaten)
J020* - Ophoging bodem bijholte in een aparte zitting voorafgaand aan het implanteren, eerste kaakhelft,
Éénmaal per kaakhelft, per implantaatbehandeling in rekening te brengen. Aanbrengen van autoloog (lichaamseigen) bot en/of botvervangend materiaal in de kaakbijholte om extra botvolume te creëren zodat er voldoende botvolume is voor de implantatie (sinusbodemelevatie). Verrichting in een aparte zitting die niet in combinatie met J040 (in dezelfde kaak) kan worden uitgevoerd.
Indien binnen een termijn van drie maanden een ophoging van de bodem bijholte in de tweede kaakhelft wordt uitgevoerd, is J021 van toepassing.
J021* - Ophoging bodem bijholte in een aparte zitting voorafgaand aan het implanteren, tweede kaakhelft binnen een termijn van drie maanden
Éénmaal per kaakhelft, en per implantaatbehandeling in rekening te brengen. Aanbrengen van autoloog (lichaamseigen) bot en/of botvervangend materiaal in de kaakbijholte om extra botvolume te creëren zodat er voldoende botvolume is voor de implantatie (sinusbodemelevatie).
In rekening te brengen indien sprake is van een ophoging van de bodem bijholte in de tweede kaakhelft die wordt uitgevoerd binnen een termijn van drie maanden na J020.
J022* - Kaakverbreding en/of verhoging in een aparte zitting voorafgaand aan het implanteren, per kaak
Aanbrengen van autoloog (lichaamseigen) bot en/of botvervangend materiaal voor het in hoogte en/of breedte uitbouwen van de kaak zodat er voldoende botvolume is voor de implantatie.
Verrichting in een aparte zitting die niet in combinatie met het plaatsen van een implantaat (J040, J046 of J049) in dezelfde kaak kan worden gedeclareerd. Naast deze prestatie mogen ook de andere codes uit onderdelen c en d van het J-hoofdstuk niet gedeclareerd worden.
J050 - Toeslag voor de kosten van boren voor eenmalig gebruik en/of inzetstukken van een Implant Removal Set voor eenmalig gebruik
- Boren en borstels kunnen tegen kostprijs, onder vermelding van het lotnummer, in rekening worden gebracht. Alleen in combinatie met de codes J040, J046, J048, J049, J052, H38, U05, U25 en U35 in rekening te brengen.
- De inzetstukken van een Implant Removal Set mogen alleen in rekening worden gebracht indien ze eenmalig gebruikt kunnen worden. Alleen in combinatie met de codes J044, J045, U25 en U35 in rekening te brengen.
Orthodontische zorg
In de algemene bepalingen bij de prestaties voor orthodontie is een wijziging doorgevoerd in de definitie van een maand. De tekst van punt 12 in die algemene bepalingen is nu als volgt:
12. Definitie van een maand: De termijn van een maand verstrijkt aan het einde van de dag met hetzelfde nummer als de dag van de eerdere behandeling, een maand later. Bij het plaatsen van de eerste slotjesbeugel op 3 januari verstrijkt de termijn dus op 3 februari. De Algemene Termijnenwet bepaalt nog dat als de termijn eindigt op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag, deze termijn wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die geen zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is. De termijn wordt verkort als de behandeling bijvoorbeeld op 30 januari plaatsvindt. Februari heeft geen 30ste dag. De termijn eindigt dan op 28 februari (of 29 februari in een schrikkeljaar).
Voor de prestaties F493, F511 tot en met F521 en F531 tot en met F533 geldt dat een maand een kalendermaand betreft. De kalendermaanden zijn: januari, februari, maart, april, mei, juni, juli, augustus, september, oktober, november en december. Een kalendermaand begint op de eerste dag van een kalendermaand en eindigt op de laatste dag van een kalendermaand.