Mondzorg voor ouderen gaat hightech
De mondzorg voor ouderen staat de laatste jaren steeds nadrukkelijker op de kaart. Vanuit de overtuiging dat een gezonde mond de kwaliteit van leven van ouderen sterk verbetert, worden tegenwoordig allerlei initiatieven ontwikkeld. Dat gebeurt lokaal – denk aan de vele tandartsen die ouderen bijvoorbeeld thuis bezoeken – maar ook in groter verband. De mond niet vergeten, waarin onder meer de KNMT participeert, is zo’n – breed gedragen – initiatief. De beroepsorganisatie spant zich zo al jaren in voor de verbetering van de mondzorg voor ouderen, zowel degenen die thuis wonen als degenen in een instelling. Niet voor niets zijn preventie, de samenwerking met andere zorgverleners en innovatie speerpunten in het meerjarenbeleidsplan van de beroepsorganisatie.
Ook technische innovaties kunnen bijdragen aan een beter gebit voor ouderen. Dat werd onlangs nog in het NT gesteld door Wim Klüter, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Gerodontologie (NVGd).
Ook Anita Visser, hoogleraar Gerodontologie in Groningen, spreekt die verwachting uit. Zij noemt bijvoorbeeld de introductie van elektrische tandenborstels die, gekoppeld aan een app, mondzorgverleners inzicht geven in het poetsgedrag – ook van ouderen. Zo zijn er ook apps en zorgrobots die ouderen eraan herinneren dat ze hun tanden moeten poetsen. En ze wijst op teleconsulting, waardoor mondzorgverleners ouderen op afstand kunnen helpen. Verder geeft ze aan erg gecharmeerd te zijn van de mogelijkheden van 3D-printing. Voor ouderen is het volgens haar bijvoorbeeld een uitkomst dat een zoekgeraakte prothese in korte tijd kan worden geprint. “Dat lijkt me fantastisch.” En, meer in de lijn van preventie, individueel 3D-geprinte handvatten voor borstels. Daarmee “hebben ouderen met bijvoorbeeld ernstige reuma weer een goede grip, zodat ze beter of weer zelf kunnen poetsen.”
Startup
Verder ontstaat steeds meer belangstelling voor apparaten waarmee ‘automatisch’ kan worden gepoetst. Voor dergelijke innovaties echter daadwerkelijk klaar zijn om breed te kunnen worden toegepast, is er heel wat water door de Rijn gestroomd. Dat is althans de ervaring van de initiatiefnemers van de startup Dental Robotics. Onder die noemer wordt momenteel speciaal voor zorgafhankelijke ouderen een alternatief voor de tandenborstel ontwikkeld.
Het idee daarvoor ontsproot enkele jaren terug aan het brein van Joppe van Dijk, toen nog student Industrial Design Engineering aan de TU Delft. Van Dijk had een hekel aan tandenpoetsen en wilde iets verzinnen wat poetsen makkelijker, beter en sneller zou maken. Die behoefte resulteerde in zijn afstudeerproject.
Gesprekken met tandartsen en een verblijf van drie maanden aan ACTA waar hij zich in allerlei facetten van het poetsen verdiepte, leerden hem dat goed tandenpoetsen nog niet zo makkelijk is. Het vereist bijvoorbeeld de nodige vaardigheid en een juiste poetsbeweging, maar ook discipline en concentratie. Op basis van die voorstudie ontwikkelde hij een eigen concept: een handvat met een soort hockeybitje dat automatisch langs de tanden beweegt en deze reinigt, onafhankelijk van de wijze van gebruik. Het prototype scoorde goed, Van Dijk studeerde er cum laude op af.
Na zijn afstuderen besloot Van Dijk het concept verder te ontwikkelen, maar dan speciaal voor zorgafhankelijke ouderen. Dit omdat hij zich tijdens zijn afstudeerproject realiseerde dat tandenpoetsen vooral voor deze groep een lastige handeling is. En als je zelf niet meer kunt poetsen, gaat de kwaliteit van de mondzorg sterk achteruit. Dat is ook het geval wanneer door een verzorgende wordt gepoetst. Die voelt niet goed of er voldoende druk wordt gezet, bovendien ervaren ouderen het over algemeen als vervelend wanneer hun gebit door een ander wordt gepoetst.
Het was het begin van Dental Robotics, inmiddels een team van vijftien personen onder wie ondernemer Daan Domhof. Omdat mondzorg voor ouderen ook bij de overheid in de belangstelling staat en het product veelbelovend lijkt, ontving Dental Robotics een startsubsidie en een innovatielening.
Acceptatie oudere
De actuele stand van zaken is dat er nu een borstel is die bestaat uit een handvat met een mondstuk dat zich aanpast aan het gebit van de gebruiker. “Het aanpassen aan verschillende monden is erg belangrijk”, aldus Van Dijk. “Het zorgt ervoor dat het volledige tandoppervlak geraakt wordt, zelfs als er een tand mist”.
Het mondstuk wordt gevuld met een voorgeschuimde tandpasta waarna de gebruiker er zijn tanden inzet. Een masserende beweging in het mondstuk zorgt voor de reiniging van de tanden. Het onder- en bovengebit worden zo in een keer in dertig seconden gepoetst. Het streven is om de tijdsduur terug te brengen naar tien seconden.
Inmiddels zijn in de eigen werkplaats al zo’n tweeduizend prototypes de revue gepasseerd. Stuk voor stuk worden deze nauwkeurig beoordeeld, getest en bijgesteld. De focus ligt hierbij op twee zaken: hoe goed poetst de borstel – gemeten met een plaqueverklikker – en in hoeverre wordt de borstel door ouderen, en dan vooral ouderen met dementie, geaccepteerd?
Zorgen voor een goede acceptatie van de borstel is de grootste uitdaging, zeggen Van Dijk en Domhof. Ouderen blijken prikkels en trillingen vaak vervelend te vinden, ook moet het apparaat makkelijk in en uit de mond te brengen zijn.
Mondzorgservice
Dertien stuks van het product worden momenteel getest bij Patyna, een Friese zorginstelling met negentien locaties. Adviseur human technology Reinier Hakvoort van Patyna, begeleidt de test en is heel enthousiast. Hij kijkt vooral naar de gebruiksvriendelijkheid en het valt hem op dat zelfs demente ouderen de borstel vrij makkelijk accepteren. Met name het snelle poetsen wordt als pluspunt genoemd. En ouderen die niet door een verzorgende worden geholpen maar die zelf de borstel weer ter hand nemen, zeggen het prettig te vinden dat ze zelf weer de regie over het poetsen hebben.
In het najaar wordt de test in Friesland uitgebreid naar dertig borstels. “Allemaal in het kader van zorgvuldigheid. We willen er zeker van zijn dat dit een goed product is voordat we het richting zorginstellingen en thuiszorg uitrollen”, aldus Van Dijk en Domhof. In ieder geval laten de tests zien dat er een hele hoge acceptatiegraad is van de borstel door dementerenden. De twee verwachten dat dat nog een halfjaar tot een jaar duurt. De borstel wordt dan overigens niet te koop aangeboden, maar inclusief tandpasta, training voor het personeel en onderhoud voor een vast bedrag per maand ter beschikking gesteld.
Visser, die de borstel weleens heeft gezien maar niet uitgeprobeerd, uit haar twijfels bij het gebruik door kwetsbare demente ouderen. Die laten zich al nauwelijks gewoon poetsen of in de mond kijken. Visser vraagt zich af of die ouderen er wel happig op zullen zijn om hun hele tandboog in een soort beetmal met borstelfunctie te stoppen. En ze zet vraagtekens bij de reiniging van de cervicale randen; gebeurt dat wel goed als een oudere de mal niet goed in de mond plaatst? Verder onderzoek zal dit moeten uitwijzen, aldus Visser, die ook uitkijkt naar de resultaten van de onderzoeken die nu al gaande zijn.
Verder onderzoek
Gert Jan van der Putten, specialist ouderengeneeskunde, is lid van de raad van advies van Dental Robotics. Het zal niet verbazen dat Van der Putten enthousiast is over de borstel, die voldoet aan zijn wens voor een automatische borstel voor ouderen. Volgens Van der Putten is de Nederlandse vinding niet uniek; wereldwijd is er een aantal vergelijkbare ontwikkelingen. Maar die werken volgens hem nog onvoldoende. De Nederlandse borstel onderscheidt zich op technisch vlak, wat ervoor zorgt dat hij zich in de mond goed naar de tanden voegt. Daarom kan hij weleens een goede bijdrage gaan leveren aan de mondzorg voor ouderen, verwacht Van der Putten. Desalniettemin zal er volgens hem nog wel verder wetenschappelijk onderzoek naar onder andere de effectiviteit op de mondhygiëne moeten worden gedaan, meent hij.
Volgens Van der Putten wordt er ook nog gekeken of de borstel kan worden voorzien van bijvoorbeeld sensoren die meten of er goed gepoetst is en de mond daadwerkelijk voldoende schoon is. “En je kunt denken aan de mogelijkheid biomarkers in het speeksel te meten om zo bijvoorbeeld de medicijnspiegel te bepalen of bepaalde aandoeningen vroeg op te sporen.” NT
Tekst: Karel Gosselink // Beeld: Mirjam van der Linden