Mondzorg-op-afstand of innovaties bekostigen: zo werkt dat
In de tandheelkunde en orthodontie geldt dat als de zorg zoals die staat omschreven in een prestatie ook op afstand plaats kan vinden, je hiervoor de bestaande prestatie in rekening mag brengen – uitgezonderd beugelconsulten. De zorg op afstand moet de reguliere vorm van de zorg dan uiteraard wel vervangen, denk bijvoorbeeld aan een probleemgericht consult via beeldbellen.
Op afspraak met de zorgverzekeraar kun je als tandarts ook gebruik maken van het hogere max-maxtarief, waardoor financieel extra ruimte kan ontstaan voor het declareren van digitale zorg.
Beugelconsult op afstand via aparte prestatie
Sinds 2023 is het mogelijk om beugelconsulten ook te declareren wanneer deze 'op afstand' plaatsvinden om de voortgang van de behandeling te beoordelen. Hiervoor is een aparte prestatie (F520) opgenomen in de prestatie- en tariefbeschikking orthodontische zorg.
Innoveren? Ook daarvoor zijn financieringsmogelijkheden
Voor digitale toepassingen die niet passen in bestaande prestaties kunnen aanbieders een beroep doen op de beleidsregel ‘Innovatie voor kleinschalige experimenten’.
Deze beleidsregel biedt de mogelijkheid om 3 jaar (en in sommige gevallen 5 jaar) een kleinschalig experiment uit te voeren met een innovatieve vorm van zorg.
Deze route is vooral interessant als innovators snel een declaratietitel willen voor hun e-health-toepassing en lokaal willen experimenteren. Een voorbeeld hiervan is Dental Coach, een preventieprogramma met app waarmee tandheelkundige zorgverleners hun patiënten helpen hun gebit gezonder te maken.
Ook voor de innovatie-beleidsregel heeft de NZa een wegwijzer opgesteld, met ook daarin speciale aandacht voor de mondzorg.
Naar de Wegwijzer innovatie en preventie in de eerstelijnszorg 2024