Het verschil in cariogeniteit van een S. mutans biofilm tussen verschillende limonadesiropen met natuurlijke aanwezige fruitsuikers, toegevoegde suikers of suikervervangers in verschillende concentraties, gemeten met QLF, OCT en Knoophardheid.

De bachelorscriptie 'Het verschil in cariogeniteit van een S. mutans biofilm tussen verschillende limonadesiropen met natuurlijke aanwezige fruitsuikers, toegevoegde suikers of suikervervangers in verschillende concentraties, gemeten met QLF, OCT en Knoophardheid.' van Lilian van Hoek, Mina Fadhil en Margot Closier (Rijksuniversiteit Groningen) is een van de genomineerden voor de KNMT Bachelorscriptie Award 2023. Op deze pagina kun je de samenvatting van hun scriptie lezen. Ook vertellen de Groningse studenten over hun onderzoek en het belang ervan.

Inleiding

De consumptie van suikerhoudende dranken, zoals limonades, blijft toenemen en draagt bij aan het feit dat cariës wereldwijd de meest voorkomende orale aandoening is. Het is daarom van belang om de consumptie van suikerhoudende dranken te verminderen. Een mogelijk alternatief zijn dranken met suikervervangers, maar over het effect hiervan op de cariogeniteit is weinig bekend. In dit onderzoek is daarom de volgende vraagstelling onderzocht: “In hoeverre verschilt de cariogeniteit van S. mutans tussen verschillende limonadesiropen met fruitsuikers, toegevoegde suikers of suikervervangers en welke invloed heeft de verdunningsfactor van de limonadesiroop?” Het doel van dit onderzoek is om dit verschil in cariogeniteit inzichtelijk te maken, zodat tandartsen mogelijk in staat gesteld kunnen worden om betere adviezen te geven over de consumptie van limonades die het minst schadelijk zijn voor de mondgezondheid. Met deze adviezen kunnen patiënten een bewustere keuze maken met betrekking tot consumptie van limonades.

Materiaal en methode

In dit retrospectieve onderzoek werd gebruikgemaakt van een dataset uit een eerder uitgevoerd, kwantitatief, experimenteel in vitro onderzoek. Monsters, vervaardigd uit runderglazuur, werden geïnoculeerd met S. mutans en vervolgens in één van de tien onderzoeksgroepen geplaatst. Deze onderzoeksgroepen bestaan uit drie limonadesiropen (limonade 1: toegevoegde en natuurlijke suikers, limonade 2: natuurlijke suikers en suikervervangers, limonade 3: suikervervangers) in drie verschillende verdunningen (1:5, 1:7 en 1:9) en een negatieve controlegroep. Na tien dagen werd bij elke onderzoeksgroep (n=5) door middel van OCT, QLF en Knoophardheidsmetingen de cariogeniteit beoordeeld door middel van vier afhankelijke variabelen, namelijk de verandering in glazuurvolume (mm3), biofilmvolume (mm3), rood: groen ratio en verandering in (Pa). Een tweeweg ANOVA werd toegepast in SPSS om de groepen te vergelijken en een mogelijk interactie-effect tussen het soort limonade en de verdunningsfactor vast te stellen.

Resultaten

Tussen het soort limonade en de verdunningsfactor was een significant interactie-effect aanwezig bij de variabele verandering in glazuurvolume (p < ,01). Een significant hoofdeffect was aanwezig van het soort medium op het biofilmvolume (p < ,05), het rood: groen ratio (p < ,001) en de verandering in HK (p < ,01). De limonade met enkel suikervervangers had hierbij het hoogste biofilmvolume en de hoogste afname in HK. De limonade met toegevoegde suikers had de hoogste rood: groen ratio. Het hoofdeffect van de verdunningsfactor op de vier afhankelijke variabelen was niet significant.

Discussie

De resultaten zijn niet volledig in overeenstemming met de verwachting dat een limonade met meer fermenteerbare suikers het meest cariogeen is. Het effect op de verandering in glazuurvolume werd anders naarmate de limonades meer of minder verdund waren. Hierbij werd echter niet consequent gevonden dat een hogere concentratie tot een grotere glazuurafname leidt. Met de bevindingen uit dit onderzoek zijn dus geen eenduidige conclusies te trekken met betrekking tot de cariogeniteit van de verschillende limonades. Mondzorgverleners zouden om deze reden terughoudend moeten zijn in het aanbevelen van limonades met enkel suikervervangers, omdat deze mogelijk een effect op de cariogeniteit van de biofilm kunnen hebben. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat aan de limonades vruchtensap uit concentraat is toegevoegd. Dit bevat glucose en fructose wat mogelijk tot demineralisatie kan leiden. Ook bevatten de limonades ascorbinezuur en citroenzuur die een erosief effect kunnen hebben. Verder onderzoek moet meer duidelijkheid verschaffen over de cariogeniteit van limonades met suikervervangers. Een suggestie voor vervolgonderzoek is om te onderzoeken wat de invloed van vruchtensap uit concentraat op de cariogeniteit van de biofilm is.