Patiënt krijgt recht op elektronisch inzien en meenemen dossier

Hans Scholten
2 minuten
USB
Patiënten hebben vanaf 1 juli 2020 het recht op elektronische inzage in hun patiëntendossier. Ook hebben zij het recht op een elektronisch afschrift ervan. Voor beide zaken mogen geen kosten in rekening gebracht worden. Wat moet je als tandarts geregeld hebben?

Het recht op elektronisch inzien en meekrijgen van het patiëntendossier vloeit voort uit de Wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg (Wabvpz). De wet laat zorgverleners tamelijk vrij in hoe ze de gegevens elektronisch beschikbaar wil stellen aan de patiënt. 

Zo kan een tandarts voldoen aan het verzoek van de patiënt door hem op een computer in de praktijk inzage te geven in zijn dossier. Of een tandarts stelt het dossier beschikbaar via een bestand dat je beveiligd deelt met de patiënt; dat mag via e-mail of een usb-stick. 

Het is niet verplicht – maar wel toegestaan - de elektronische inzage op afstand (online) mogelijk te maken, bijvoorbeeld via een online patiëntenportaal. 

Mondzorgpraktijken die patiëntgegevens die mogelijk relevant zijn voor andere zorgverleners opvraagbaar (gaan) maken via een elektronisch uitwisselingssysteem zoals het Landelijk Schakelpunt (LSP) krijgen te maken met een derde recht dat patiënten per 1 juli krijgen. Dat is inzage in welke zorgverleners toegang hebben tot zijn patiëntendossier via het elektronisch uitwisselingssyteem. Dat betekent dat de patiënt inzage krijgt in wie gegevens beschikbaar heeft gesteld en wie ze wanneer heeft ingezien, de zogenaamde ‘logging’ gegevens.

Tandartsen hoeven géén ‘logging’-gegevens bij te houden van het gericht sturen en verzenden van een bericht door de ene zorgverlener naar de andere in het kader van een behandeling. Bij een dergelijke uitwisseling wordt verondersteld dat de patiënt daarvan weet en daarvoor toestemming heeft gegeven.