Ooit ging het zo: tandheelkunde bij dieren

Evert Berkel
2 minuten
Oghz
Ontstekingen, slijtage, tandvleesproblemen en fracturen. Ook dieren kunnen gebitsproblemen krijgen. Voorheen stond men daar niet zo bij stil, tegenwoordig telt ons land meerdere dierenartsen die zich op het dierengebit hebben toegelegd. Dierenartsen, want tandartsen mogen geen dieren behandelen.

In eerste instantie beperkte de zorg voor het dierengebit zich vooral tot het paard. In de Eerste Wereldoorlog – toen miljoenen paarden aan het front ‘dienden’ – werd ontdekt dat een paard met een verzorgd gebit met minder voer toekon. Dus startte men met het wegvijlen van scherpe randen en het trekken van slechte tanden en kiezen. Iets wat tot op de dag van vandaag gebeurt. Later groeide het besef dat ook andere dieren gebitsproblemen konden krijgen die moesten worden verholpen.

Op de foto wordt in 1935 het gebit gecontroleerd van Jackie, de leeuw die in die jaren het gezicht is van de filmstudio Metro-Goldwyn-Mayer (MGM). Het lijkt gevaarlijk, je handen in de bek van een leeuw steken, maar zoals altijd bij ‘publicitaire activiteiten’ was Jackie gedrogeerd. De laatste decennia van de vorige eeuw werden steeds meer dieren tandheelkundig behandeld. Zo kregen werkhonden, zoals politiehonden, die een hoektand kwijtraakten geregeld een kroon aangemeten.

Ook worden geregeld dierentuindieren met gebitsproblemen behandeld. Dierenarts Andries van Foreest, de grondlegger van de veterinaire tandheelkunde in ons land, heeft daar in het NT een aantal fraaie staaltjes van laten zien: een tijger met een ontstoken kies, een olifant met een afgebroken slagtand en een papegaai bij wie een afgebroken snavel met composiet werd gereconstrueerd.

De laatste jaren kent de tandheelkunde bij dieren nagenoeg geen grenzen meer. Parodontologische en endodontologische behandelingen en kroon- en brugwerk zijn vrij normaal. Of dat ook geldt voor puur esthetische ingrepen, zoals een beugel voor een showhond om diens tandjes perfect recht te zetten, is maar helemaal de vraag…