Hoe draagt de mondzorg bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen van het kabinet?

Evert Berkel
6 minuten
Duurzaam
Duurzaamheid en milieu staan hoog op de agenda van het kabinet Rutte. Dat heeft het streven dat we in Nederland in 2030 de helft minder grondstoffen en energie verbruiken. In hoeverre draagt de mondzorg daar haar steentje aan bij? Het NT inventariseerde het.

Duurzaamheid, oftewel het streven om verstandig met energiebronnen en het milieu om te gaan – een van de vele definities ervan. Maar hoe duurzaam is de tandheelkundige wereld? Een vraag die niet een-twee-drie te beantwoorden is, door het ontbreken van concrete cijfers en informatie. Het NT moest daarom zelf op zoek naar antwoorden, bij leveranciers en fabrikanten maar ook bij tandartsen.

Zoals Angelica Setiaman, tandarts bij de Jeugdtandverzorging in Amsterdam (JTV Amsterdam). Ergernis over het feit dat tandartsen thuis wel afval scheiden, maar op het werk vaak alle afval in één bak gooien, was voor haar en een aantal collega’s reden zich met een werkgroep te buigen over de duurzaamheid van JTV Amsterdam. Dit alles vanuit het idee dat kinderen – de doelgroep van JTV Amsterdam – de toekomst hebben en dat ook tandartsen daar verantwoordelijk voor zijn.

Elektrische auto’s

Inmiddels beschikt men in Amsterdam over elektrische auto’s voor de eigen koerier, die dagelijks het instrumentarium wisselt bij de twintig mobiele tandartsen die er werken. Ook ontwikkelt de werkgroep een plan voor het scheiden van het praktijkafval, is er een overstap naar een leverancier van groene energie gepland en zijn er ideeën om zonnepanelen op het praktijkpand te plaatsen. Bij de duurzaamheidsmaatregelen, zegt Setiaman, houden we rekening met de vereisten op het gebied van kwaliteit en infectiepreventie. “We moeten daarom zorgvuldig werken. Tegelijk moeten we er ook rekening mee houden dat de maatregelen werkbaar moeten zijn voor de assistenten.”

Ecologische voetafdruk

Duurzaamheid staat ook hoog in het vaandel bij André Donckers uit Simpelveld. Hij wil zijn ecologische voetafdruk – een maatstaf voor de persoonlijke belasting van het milieu – verminderen. Vijf jaar geleden al schafte hij daarom een elektrische auto aan. En in zijn nieuwe praktijkpand – dat hij in december betrekt – gaat Donckers energieneutraal werken. Om dat te bereiken heeft hij gekozen voor warmtepompen in plaats van een cv-ketel en voor zonnepanelen, die volgend jaar worden geplaatst. Zijn bank steunde hem daarbij en verstrekte een duurzaamheidskorting op de rente van de lening. Verder probeert Donckers zo veel mogelijk plastic afval van de rest te scheiden en wil hij voor het maken van digitale afdrukken een mondscanner aanschaffen.

Persoonlijk geïnteresseerd

Renka Vermaas, mondhygiënist én productmanager bij Dental Union, is persoonlijk erg geïnteresseerd in het thema duurzaamheid. Ze probeert dit ook in het assortiment van het dental depot te laten doorklinken, maar moet toegeven dat het nog wel wat beter van de grond kan komen.

Tegelijk ervaart ze dat bij de Nederlandse tandarts nog maar een beperkte vraag is naar duurzame verbruiksmaterialen. Zoals naar biologisch afbreekbare zakjes waarin bijvoorbeeld spuitjes kunnen worden verpakt. De Nederlandse tandarts is erg prijsbewust, stelt Vermaas, en daardoor niet zo snel geneigd om meer te betalen voor duurzame producten. Toch denkt ze dat er een kentering komt als meer tandartsen naar duurzame producten vragen: dan zal de industrie hier qua ontwikkeling en prijs op inspelen. Daar ziet ze overigens wel langzaam een andere houding ten aanzien van het thema duurzaamheid.

Meer producten ontwikkelen

Cees Balder, directeur van Henry Schein Dental en voorzitter van de Vereniging Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT), meent dat duurzaamheid op dit moment nog meer iets is voor fabrikanten dan voor leveranciers, waaronder de dental depots. “De industrie zal meer producten moeten ontwikkelen die duurzaam zijn.” Qua verkoop hebben volgens Balder de dental depots natuurlijk een rol bij de verduurzaming van de dentale branche. In de nabije toekomst wordt er op dat vlak echter nog iets anders van hen verlangd: ze moeten tandheelkundige producten en apparaten weer innemen om te worden gerecycled. “We zullen niet alleen onze leden daarop gaan wijzen, ook tandartsen zullen we erover informeren dat ze oude apparatuur bij de groothandel moeten inleveren”, aldus Balder.

Sustainability programma’s

Waar het de dentale industrie betreft, zeggen vooral de grote bedrijven eigen sustainability programma’s te hebben om hun ecologische afdruk te beperken. En soms al geruime tijd, aldus Aldo de Ranitz van 3M Oral Care. Hij laat weten dat 3M al sinds de jaren zeventig bezig is met duurzaamheid en dat er in de productieprocessen veel aandacht is voor het tegengaan van verspilling. In de zorgmarkt bemerkt hij een toenemende aandacht voor duurzaamheid. Maar tegelijk ziet hij dat de productprijs vaak doorslaggevend is bij de beslissing iets wel of niet aan te schaffen.

Ook Dentsply Sirona hecht veel waarde aan duurzaamheid van producten en manier waarop deze worden geproduceerd, zegt Johan van de Pol. Het bedrijf werkt aan de ontwikkeling van zo duurzaam mogelijke verbruiksgoederen en equipement. Welke dat zijn kan hij vanuit concurrentie-oogpunt niet verder toelichten.

Verschillende beperkingen

Joost Nederkoorn is directeur van Kuraray en bestuurslid van Indent, de vereniging van dentale bedrijven in de Benelux. Hij benadrukt dat fabrikanten nieuwe technologieën ontwikkelen en hebben ontwikkeld die bijdragen aan duurzaamheid. Als voorbeeld noemt hij CAD/CAM-apparatuur en 3D-printing, die het maken van afdrukken en gipsmodellen overbodig maken. Ook hebben fabrikanten en de overheid een gezamenlijk E-waste-cyclus opgezet om elektrische apparatuur af te voeren en te recyclen.

Maar Nederkoorn ziet ook verschillende beperkingen. Vooral wet- en regelgeving draagt bij aan verspilling. Zo moet bij veel producten verplicht een bijsluiter in verschillende talen worden meegeleverd, terwijl de tandarts deze vaak allang kent en dus meteen weggooit. Dit zou anders moeten, bijvoorbeeld met een QR-code waardoor de tandarts de bijsluiter op zijn mobiel kan lezen. Maar dan moet eerst de regelgeving vanuit Brussel veranderen.

Verder ziet Nederkoorn dat fabrikanten steeds slimmer worden in het verminderen van verpakkingsmateriaal. Ook zijn eigen bedrijf Kuraray probeert de verpakkingslast terug te brengen door sommige producten in zakjes te verpakken in plaats van in doosjes, wat ruimte en materiaal bespaart. “En dat tikt weer aan voor het milieu”, meent hij.

Minder in 2030

De vraag of het overheidsstreven om in 2030 vijftig procent minder grondstoffen en energie te gebruiken voor de tandheelkunde te doen is, is een lastige. Vermaas denkt dat een reductie van vijftig procent haalbaar moet zijn, mits fabrikanten en leveranciers bereid zijn hierin te investeren en tandartsen bereid zijn te gaan betalen voor duurzaamheid.

Volgens Donckers is een reductie van vijftig procent voor de medische wereld, waaronder de tandheelkunde, het maximaal haalbare. Deze sector heeft immers altijd te maken met verschillende besmette materialen die apart moeten worden afgevoerd en verbrand, én met richtlijnen op het gebied van kwaliteit.

Nederkoorn en Balder op hun beurt zeggen niet goed te kunnen inschatten of de beoogde reductie mogelijk is. En volgens De Ranitz zal er nog heel wat water door de Rijn moeten stromen om dit te bereiken.

Maatschappelijk verantwoord inkopen

De inkoop van producten kan een belangrijke bijdrage leveren aan de duurzame wereld van morgen. De richtlijn ISO 20400 is speciaal opgesteld om tot een maatschappelijk verantwoord inkoopproces te komen waarin duurzaamheid een grote rol speelt. De richtlijn bevat praktische handvatten voor organisaties om dit inkoopproces vorm te geven. Het is van toepassing op elk soort aankoop: van kantoorartikelen tot voedingsmiddelen, van energieleverancier tot bouwmaterialen.

Duurzaamheidsvoordeel

De overheid heeft voor ondernemers verschillende regelingen in het leven geroepen die helpen duurzaamheid te bevorderen. De belangrijkste zijn de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Ondernemers die minder milieubelastend investeren, profiteren met de MIA van een investeringsaftrek die kan oplopen tot 36 procent van het investeringsbedrag, bovenop de gebruikelijke investeringsaftrek. Met de Vamil kan de ondernemer 75 procent van de investeringskosten in duurzame en milieubesparende producten afschrijven. Diverse banken bieden kortingen op rentepercentages voor leningen en hypotheken waarmee milieubesparende maatregelen worden bekostigd. Dit kan aantrekkelijk zijn bij de bouw en verbouw van een bedrijfspand en bij duurzame investeringen.

Lees meer over duurzame mondzorg

7  duurzame tips

  1. Isoleer het praktijkpand
  2. Kies voor een warmtepomp en zonnepanelen
  3. Doe aan afvalscheiding
  4. Kies voor bulk en niet voor single dose
  5. Ivesteer in digitale hulpmiddelen zoals een mondscanner
  6. Communiceer digitaal, maar wel beveiligd
  7. Doe het niet alleen, maar samen met collega’s