Evaluatie: Vertrouwen in tuchtrecht neemt af
In het rapport, dat recent aan de Tweede Kamer is gestuurd, wordt het functioneren van het tuchtrecht sinds de wetswijziging van 2019 onder de loep genomen. De onderzoekers concluderen dat er stappen zijn gezet, maar dat de beoogde verbetering van het tuchtrecht grotendeels uitblijft.
De wetswijziging van 2019 beoogde vooral de lerende functie van het tuchtrecht te versterken. De procedure moest voor zorgverleners minder juridisch en minder bestraffend aanvoelen. Daarnaast werden griffierecht ingevoerd en tuchtklachtfunctionarissen, maategelen die bedoeld waren om de instroom in te dammen van lichte klachten die eigenlijk thuishoren in de klachten- en geschillenprocedures in de zorg zelf. Ook kreeg de IGJ de mogelijkheid om in afwachting van een tuchtprocedure een last tot onthouding van beroepsactiviteiten op te leggen.
Van 'leren van fouten' komt het in het tuchtrecht niet
Uit het evaluatierapport volgt dat de belangrijkste doelen van de wetswijziging nog niet voldoende bereikt worden. Zo krijgt de lerende functie in de praktijk te weinig vorm, omdat zorgverleners de procedure nog steeds als formeel en bestraffend ervaren. Daarnaast lukt het niet om lichte klachten buiten het tuchtrecht te houden. Het vertrouwen in het tuchtrecht onder zorgverleners neemt eerder af dan toe.
In het rapport worden 2 scenario’s geschetst voor de toekomst.
- Het eerste scenario sluit aan bij de koers die sinds 2019 is ingezet: het reguleren van de instroom van klachten, het snel afhandelen van lichtere klachten en het verder versterken van de lerende functie van het tuchtrecht.
- In het tweede scenario wordt juist afstand genomen van die lerende functie. Het tuchtrecht richt zich daar voornamelijk op het corrigeren van zorgverleners naar aanleiding van zwaardere klachten, terwijl lichtere klachten niet langer binnen het tuchtrecht vallen. Die lichtere klachten moeten dichterbij huis behandeld worden: in een klacht- of geschillenprocedure. Daar is, zo leert de ervaring, het lerende effect juist veel groter.
KNMT was nauw betrokken bij evaluatie
De KNMT is nauw betrokken geweest bij de evaluatie van het tuchtrecht en heeft input geleverd die is gebruikt voor de aanbevelingen in het rapport. In het bijzonder voor de volgende aanbevelingen:
- Besteed aandacht aan deskundigheidsbehoud- en bevordering van de leden van de tuchtcolleges.
- Zet stappen om de doorlooptijd van een tuchtklacht te verkorten, zodat tandarts(specialist)en die te maken krijgen met een tuchtklacht, eerder weten waar zij aan toe zijn.
- Overweeg de klachtgronden te beperken, zodat voor lichtere klachten minder ruimte is in het tuchtrecht.
- Verkort de verjaringstermijn van 10 naar 5 jaar. Het is voor tandarts(specialist)en lastig zich te verweren tegen tuchtklachten die lang geleden plaatsvonden.
- Waarborg dat eisen voor BIG-herregistratie niet alleen betrekking hebben op werkervaring, maar ook op de deskundigheid van de zorgverlener. De KNMT pleit in dit kader voor een wettelijke verplichting tot deskundigheidsbevordering.
Minister verwacht vervolgstappen in 2026
Wij houden de ontwikkelingen naar aanleiding van dit evaluatierapport nauwlettend in de gaten. De minister heeft aangegeven naar verwachting in de loop van 2026 met vervolgstappen te komen.