facebook

Voorbehouden handelingen en taakdelegatie

Een aantal handelingen in de mondzorg is wettelijk voorbehouden aan de tandarts - dus alleen iemand die de opleiding Tandheelkunde heeft gevolgd en in het BIG-register staat, mag ze doen. Maar, hij mag ze onder voorwaarden wel aan een ander delegeren.

Wat is geregeld in de Wet BIG?

De zorgverlening door beroepsbeoefenaren wordt geregeld door de Wet beroepen individuele gezondheidszorg (Wet BIG). Doel van deze wet is de kwaliteit van de beroepsbeoefening te bevorderen en te bewaken, en de patiënt te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen door beroepsbeoefenaren.

In de Wet BIG is een aantal voorbehouden handelingen opgenomen. Dit zijn handelingen die wanneer ze worden uitgevoerd door ondeskundigen onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid van de patiënt met zich kunnen meebrengen.

Tandartsen zijn zelfstandig bevoegd voor de volgende voorbehouden handelingen:

  • heelkundige handelingen*;
  • injecties geven*;
  • onder narcose brengen*;
  • radioactieve stoffen gebruiken en toepassen van ioniserende straling*/**;
  • voorschrijven van geneesmiddelen*. 

* Tandartsen zijn uitsluitend zelfstandig bevoegd voor zover het gaat om handelingen die tot het wettelijk omschreven deskundigheidsgebied behoren. Daarnaast moeten tandartsen beschikken over de bekwaamheid die nodig is voor het behoorlijk verrichten van de voorbehouden handelingen.
** Met inachtneming van de eisen zoals deze voortvloeien uit de Kernenergiewet en daarop gebaseerde regelgeving.

Tandartsassistenten zijn niet zelfstandig bevoegd. Wel biedt de wet de tandarts de mogelijkheid een tandartsassistent de opdracht te geven een voorbehouden handeling uit te voeren. De wet en de tuchtrechter stellen daar voorwaarden aan.

NB – Sinds 1 juli 2020 mogen geregistreerd-mondhygiënisten die aan de voorwaarden voldoen bij wijze van experiment drie voorbehouden handelingen zelfstandig uitvoeren: anesthesie geven, röntgenfoto’s maken en primaire cariës behandelen. Ook mogen zij deze handelingen delegeren aan een tandartsassistent. Daarvoor gelden dezelfde voorwaarden als voor een tandarts.

Voorwaarden uitvoeren voorbehouden handelingen door tandartsassistenten

De tandarts:

  • is BIG-geregistreerd en stelt de indicatie;
  • geeft een opdracht aan de tandartsassistent, per patiënt, en evalueert de uitvoering daarvan; de opdracht wordt schriftelijk vastgelegd in een protocol of bij gebrek daaraan in het dossier van de patiënt;
  • gaat na of de tandartsassistent bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • borgt* de mogelijkheid van toezicht en/of tussenkomst: telefonische bereikbaarheid of toezicht op afstand is niet voldoende, aanwezigheid in de praktijk is een vereiste;
  • geeft zo nodig aanwijzingen.

* Belangrijk is dat in de praktijk een BIG-geregistreerd tandarts aanwezig is. Dat hoeft niet de opdrachtgevend tandarts zelf te zijn. Op het moment dat de opdrachtgevend tandarts niet aanwezig kan zijn, kan de tandarts de mogelijkheid van toezicht en/of tussenkomst borgen door met een collega-tandarts daarover concrete afspraken te maken. Vanzelfsprekend moet de collega-tandarts bereid zijn de verantwoordelijkheid op dit punt te nemen.

De tandartsassistent:

  • handelt uitsluitend in en na opdracht van een BIG-geregistreerd tandarts;
  • gaat na of hij/zij bekwaam is om de voorbehouden handeling naar behoren uit te voeren;
  • gaat na of de mogelijkheid van toezicht en/of tussenkomst geborgd is;
  • volgt gegeven aanwijzingen op;
  • informeert de patiënt dat de voorbehouden handeling in opdracht van de tandarts wordt uitgevoerd, vraagt de patiënt in dat kader om toestemming en legt deze toestemming vast in het dossier.

Wanneer ben je bekwaam?

In de Wet BIG wordt geen invulling gegeven aan het begrip ‘bekwaam’. Dat laat de wetgever over aan de tandarts die de opdracht geeft en de tandartsassistent die de opdracht krijgt. 

Uit een aantal tuchtrechtelijke uitspraken volgt dat de opdrachtgevend tandarts zich dient te overtuigen van de bekwaamheid van de tandartsassistent. Externe opleiding en toetsing heeft de voorkeur. Interne opleiding, bijvoorbeeld door de tandarts zelf, is mogelijk op voorwaarde dat er op die opleiding toezicht door derden is, dat wil zeggen door professionals uit het opleidingscircuit.

Een tandartsassistent die een opdracht krijgt tot het uitvoeren van een voorbehouden handeling doet er verstandig aan bij zichzelf na te gaan of hij/zij bekwaam is. Belangrijke vragen die daarbij een rol spelen zijn:

  • heeft de tandartsassistent scholing gevolgd, intern dan wel extern en heeft toetsing van kennis en kunnen plaatsgevonden?
  • houdt de tandartsassistent kennis en kunnen op peil door met enige regelmaat bij- of nascholing te volgen?
  • voert de tandartsassistent de voorbehouden handeling regelmatig uit?
  • kan de tandartsassistent de reikwijdte van het eigen handelen overzien?
  • is de tandartsassistent op de hoogte van de mogelijke risico’s van de uit te voeren behandeling?
  • is de tandartsassistent geïnstrueerd hoe te handelen als er iets niet goed gaat?

Twijfelt een tandartsassistent aan de eigen bekwaamheid, dan moet de tandartsassistent zijn/haar verantwoordelijkheid nemen en dit bespreken met de opdrachtgevend tandarts. In voorkomend geval zal de tandartsassistent de opdracht niet kunnen uitvoeren.

Hoe zit het met niet-voorbehouden handelingen?

De Wet BIG gaat heel specifiek in op voorbehouden handelingen en wie daarvoor (zelfstandig) bevoegd is. Maar over niet-voorbehouden handelingen wordt in de wet weinig gezegd.

Ook voor niet-voorbehouden handelingen geldt dat iemand bekwaam moet zijn om deze goed uit te kunnen voeren.

Er zijn niet-voorbehouden handelingen met meer of minder risico. Dit kan liggen aan de handeling zelf, maar ook aan met de patiënt samenhangende omstandigheden.

Hoe groter het risico op gezondheidsschade, hoe meer waarborgen de tandarts moet inbouwen om ervoor te zorgen dat de patiënt daadwerkelijk goede zorg krijgt van een bekwaam tandartsassistent. Dit staat niet alleen in de Wet BIG, maar volgt ook uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz).

Welke handelingen kan een preventieassistent zelfstandig uitvoeren?

Een preventieassistent is een tandartsassistent die is opgeleid in het uitvoeren van preventieve handelingen en mondhygiëne. Daarnaast biedt een preventieassistent ondersteuning aan de tandarts op het gebied van de voorbereiding, de uitvoering en de afronding van de patiëntenbehandeling. 

Na opleiding is een preventieassistent in staat de volgende behandelingen zelfstandig uit te voeren:

  • onderzoek ten behoeve van de preventiebehandeling (o.a. bepalen PPS-score);
  • opstellen van een preventiebehandelplan;
  • uitvoeren plaque-kleurtest;
  • geven van voedingsadvies, voorlichting en instructie mondhygiëne en poetsinstructie;
  • verwijderen van zichtbaar boven het tandvlees  aanwezig tandsteen en/of tandplaque;
  • polijsten van tanden;
  • lokaal aanbrengen van fluoride. 

De tandarts is degene die bepaalt welke patiënten door de preventieassistent gezien en/of behandeld kunnen worden. De tandarts kan ook bepalen de patiënt naar een mondhygiënist te verwijzen.

Controle op taakdelegatie

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd is de instantie die kan controleren of een praktijk voldoet aan de regels rondom taakdelegatie. Ze gebruikt daarbij het Toetsingskader Taakdelegatie in de mondzorg, dat mede gebaseerd is op de circulaire 'Taakherschikking in de tandheelkundige praktijk'