NZa maakt prestaties en tarieven 2023 bekend
Prestaties, tarieven en regels 2023
- Tarieven en prestaties tandheelkunde 2023
- Tarieven en prestaties orthodontie 2023
- Tarieven en prestaties tandtechniek in eigen beheer 2023
- NZa-regels rondom administratie, declaraties en transparantie: Regeling mondzorg 2023
- Alle NZa-regels en -documenten 2023
Toelichting wijzigingen prestaties en tarieven 2023
De wijzigingen in de tariefbeschikking tandheelkundige zorg gaan in op 1 januari 2023. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op het hoofdstuk Implantologie (J). De prestatieomschrijvingen in het J-hoofdstuk zijn patiëntvriendelijker omschreven, minder detaillistisch gemaakt en aangepast aan de laatst stand der wetenschap en techniek.
Duidelijker is aangegeven welke handelingen verricht moeten worden om een prestatie te kunnen declareren en welke handelingen optioneel zijn (‘zonodig’ bij omschrijving). Daarnaast is het hoofdstuk doorgelopen op het meer uniform gebruiken van verschillende termen en definities zoals o.a. klikgebit en vaste prothetiek en hebben de prestaties een nieuwe code gekregen (J met 3 cijfers).
Wijzigingen hoofdstuk J, Implantologie
J01/J02 - J010/J020 Onderzoeken ten behoeve van implantologie
De omschrijvingen zijn aangepast om de verschillend tussen het initiële onderzoek en het vervolgonderzoek duidelijker te maken. Hierbij is ook losgelaten dat het vervolgonderzoek (J020) ten behoeve van de uitvoering van de implantologische ingreep altijd voorafgegaan moet worden door een onderzoek of de behandeling is geïndiceerd (J010). Denk hierbij aan patenten die al eerder zijn geïmplanteerd en zich vervolgens voor een nieuw implantaat op een andere locatie melden zonder dat er veel veranderd is in de gebitssituatie en de overige factoren.
Verder is implicieter benoemd dat bij J020 inclusief een boormal is, in de gevallen dat er geen (virtuele) proefopstelling gemaakt wordt. Dit is wel exclusief een eventuele implantaatpositionering op een CT scan (J014) en de techniekkosten die door het sterretje bij J020 geplaatst kunnen worden.
Het vervangen van een verloren gegaan implantaat is inclusief de voorafgaande onderzoeken. Vanaf 2023 is benoemd dat dit alleen geldt voor het vervangen van implantaten in dezelfde praktijk (zorgaanbieder). De verbetering is dat een andere tandartspraktijk dan wel de noodzakelijke onderzoeken in rekening kan brengen.
J012/J013 - J03 Proefopstelling 1-4 elementen / 5 of meer elementen
Door de innovatie in de guided surgery waarbij intra-orale scans van de dentitie worden gebruikt in combinatie met (CB)CT’s scans, is er een verschuiving opgetreden van de planning van grote (full arch) constructies naar de enkeltandsvervanging en/of kleinere constructies. Hierdoor is de prestatie gesplitst om recht te blijven doen aan de bijbehorende inspanning.
J06 Vrijleggen foramen
Deze prestatie werd nauwelijks toegepast en had geen eenduidige omschrijving waardoor gekozen is om de prestatie te verwijderen en de vrijgekomen omzet te clusteren bij de prestaties om implantaten te plaatsen.
J19 - J053 Toeslag esthetische zone
Prestatie J19 is verplaatst van onderdeel b2 Pre- en per- implantologische chirurgie: diversen naar onderdeel e Diversen. In de beschrijving is verduidelijkt dat deze prestatie een toeslag is voor de extra chirurgische handelingen die noodzakelijk zijn in de esthetische zone. Daarnaast is verduidelijkt dat deze prestatie per kaakhelft in rekening gebracht mag worden.
J104 Eenvoudige reparatie klikgebit zonder staafdemontage en zonder afdruk
Er ontbrak een prestatie voor eenvoudige aanpassingen waarbij sprake was van materiaal- en techniekkosten zoals het vervangen van een matrix of een reparatie van een scheur.
J055-J81 Verkrijgen en verwerken van bloed tot een regeneratief biomateriaal middels een venapunctie
Om platelet rich fibrin (PRF) toe te passen in de implantologie is bloed verkregen middels een venapuntie nodig. Recent is deze prestatie aan de tariefbeschikking toegevoegd omdat het voordelen biedt bij de wondgenezing en weefselregeneratie. Een punctie is echter een van de 14 voorbehouden handelingen die beschreven staan in de Wet BIG. Binnen hun deskundigheidsgebied mogen artsen, verloskundigen, physician assistent, klinisch technologen en verpleegkundige specialisten deze handeling zelfstandig uitvoeren. Zie voor meer informatie: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voorbehouden-handelingen/vraag-en-antwoord/voorbehouden-medische-handelingen
Tandartsen mogen volgens de wet deze handeling niet (functioneel) zelfstandig uitvoeren. De KNMT is bezig om dit te herzien, maar een wijziging zal waarschijnlijk nog jaren in beslag nemen.
Omdat de KNMT het belangrijk vindt dat deze prestatie in de tarieven voor 2023 behouden bleef, is er volgens de huidige wet- en regelgeving een zin aan toegevoegd dat de venapuntie onder verantwoordelijkheid van een arts uitgevoerd moet worden. Dat betekent dat elke tandarts die deze handeling uitvoert naast (getoetste) bekwaamheid ook een protocol moet opstellen met een verantwoordelijk arts. De precieze invulling van de opdracht, toezicht en tussenkomst van de arts moeten door de tandarts en arts zelf redelijkerwijs worden op een voldoende niveau worden bepaald en vastgelegd, naast regelen van de opvang bij eventuele calamiteiten.
R67 - J44 Plaatsen van een opbouw ten behoeve van een implantaatkroon
Deze prestatie is verhuisd naar het R-hoofdstuk, omdat het een prothetische prestatie is ten behoeve van vaste prothetiek. Het J-hoofdstuk bevat in 2023 alleen prestaties voor het plaatsen van implantaten en uitneembare implantaat gedragen prothetiek.
H38 - J39 Autotransplantaat
Volgens geldende definitie in de zorg is het verplaatsen van een weefsel, zoals een gebitselement, een chirurgische handeling en geen implantatie. Ook het Zorginstituut heeft aangegeven dat voor patiënten tot 18 jaar deze behandeling in het basispakket valt het daarom de voorkeur verdient om als chirurgische handeling te worden opgenomen. Daarom is deze prestatie met behoud van hetzelfde tarief verplaatst naar het H-hoofdstuk. Wel is de opbouw van het tarief aangepast. De overheadkosten uit het J-hoofdstuk zijn opgenomen in het tarief en de voorbereiding praktijkruimte moet apart worden gedeclareerd. Mede daarom is de prestatie ook gesplitst in een eerste en volgende element in de zelfde zitting.
Nazorg
Uniforme en duidelijker beschrijvingen van prothetische en chirurgische nazorg en bijbehorende termijnen:
- 6 maanden chirurgische nazorg
- 4 maanden prothetische nazorg aan een nieuwe of aangepaste / gerepareerde klikgebitten
- 2 maanden prothetische nazorg aan bestaande (niet implantaat gedragen en uitneembare) prothetische voorzieningen na chirurgie
Aanpassingen overige hoofdstukken
Wijzigingen hoofdstuk C, Consultatie en Diagnostiek
C016 Maken en bespreken van een restauratieve proefopstelling
Er komt een nieuwe prestatie, C016 voor het maken van een proefopstelling voor uitgebreide restauratieve behandelingen. De KNMT heeft samen met de NVVRT deze nieuwe prestatie verzocht, omdat binnen de restauratieve tandheelkunde veelal sprake is van een complexe gebitssituatie waarbij veel referenties afwezig zijn. Om voorspelbaar te kunnen werken is het vervaardigen van een proefopstelling onontbeerlijk. Dient als basis voor eventuele try-in /mock-up (nieuwe prestatiecode R92) om de functie van de aangepaste occlusie/articulatie te evalueren en als basis voor de definitief uit te voeren behandeling. Ook geeft deze proefopstelling inzicht aan de patiënt (visualisatie van het gewenste eindresultaat). Omdat deze nieuwe prestatie bedoeld is voor de grotere restauratieve behandelingen, is deze alleen te declareren indien er sprake is van 4 of meer te behandelen elementen ten behoeve van het veranderen van de vorm van het gebit.
Wijzigingen hoofdstuk M, Preventieve mondzorg
Bij de prestatie M01, Preventieve voorlichting en/of instructie is verduidelijkt dat deze prestatie niet kan worden gedeclareerd voor de therapie met behulp van myofunctionele apparatuur. Hiervoor is G76 aangewezen.
Bij M61 is de fluoridekap toegevoegd als mogelijke behandeling.
Wijzigingen hoofdstuk R, Kronen en bruggen
Vanuit het hoofdstuk J (Impantologie) is de prestatie met code J44, Plaatsen opbouw ten behoeve van een implantaatkroon naar dit hoofdstuk verplaatst. De omschrijving en tarief zijn gelijk gebleven.
Onderdeel van het verzoek van de KNMT en de NVVRT was ook een nieuwe prestatie voor het passen van een restauratieve proefopstelling (mock-up) in de mond. Dit verzoek is door de NZa overgenomen en hiervoor is code R92 toegevoegd. Met behulp van deze prestatie kan het beoogde einddoel worden getest en getoond aan de patiënt. De prestatie kan alleen in rekening worden gebracht als het ook de wens van de patiënt is om de proefopstelling in de mond te evalueren.
Wijzigingen hoofdstuk G, Behandeling kauwstelsel
In het verlengde van de toevoeging in hoofdstuk M bij code M01 is in dit hoofdstuk het toepassen van de myofunctionele apparatuur aangepast. Er komen 2 prestaties ter vervanging van de huidige G74, 1 voor het plaatsten van de apparatuur en 1 voor het (maandelijkse) consult. Deze prestaties vervangen het huidige all-in tarief.
Wijzigingen hoofdstuk H, Chirurgische ingrepen
De omschrijving bij de prestatie H55 is verduidelijkt door het vervangen van de term buurelement in volgende element in dezelfde zitting.
Nieuw is de prestatie voor het vrijleggen van een ingesloten tand of kies ter bevordering van de doorbraak. Deze prestatie krijgt code H34 en is toegevoegd omdat voor deze handeling geen passende prestatie in de beschikking was opgenomen. Het tarief is gelijk aan dat van de chirurgische extractie (H35). Voor de chirurgische extractie is de omschrijving aangepast zodat de toepassing hiervan is verduidelijkt.
Het uitvoeren van een autotransplantaat is vanuit het hoofdstuk J verplaatst naar hoofdstuk H. Omdat voor deze prestatie in het hoofdstuk J naast het tarief ook de overheadkosten (J97) in rekening konden worden gebracht, is deze prestatie in het hoofdstuk H gesplitst in een eerste en volgend autotransplantaat. Bij het tarief voor het eerste transplantaat is het tarief van code J97 opgeteld. Daarnaast kan code H90 in rekening worden gebracht waardoor het tariefmatig gelijk wordt aan de situatie in 2022. Het tarief voor een volgend autotransplantaat in dezelfde zitting is gelijk aan het tarief voor J39 minus het tarief voor H90, operatie klaar maken van de praktijk. De omschrijving van de prestatie is verduidelijkt.
Wijzigingen in hoofdstuk P, Kunstgebitten
Na de aanpassingen voor 2022 kregen wij veel vragen over de code P043. In de toelichting is nu opgenomen dat deze prestatie 1 keer per zitting kan worden gedeclareerd. Dit betekent ook dat deze prestatie wel 2 keer per behandeling kan worden gedeclareerd, mits deze in aparte zittingen worden uitgevoerd.
Wijzigingen in het hoofdstuk T, Tandvleesbehandelingen
Met het aanpassen van de omschrijving van T102, T103, T121 en T122 is verduidelijkt wanneer deze in rekening kunnen worden gebracht. T102 en T121 zijn van toepassing voor het eerste element. Indien er in dezelfde zitting meer elementen worden behandeld, dan gelden tot en met de volgende 6 elementen de prestaties T103 of T122 ongeacht de locatie van de elementen. Dus indien 7 elementen worden behandeld, dan kunnen 1 keer T102/121 en 1 keer T103/122 worden gedeclareerd. Worden er 8 of meer elementen behandeld dan kan hiervoor nog een keer T103/122 worden gedeclareerd. Ook hier geldt ongeacht de plaats van de elementen in de mond.
Wijzigingen in hoofdstuk F, Orthodontie
Er is ten behoeve van de behandeling met categorie 7 beugels, de vacuümgevormde apparatuur, een nieuwe prestatie toegevoegd. Met code F493 is het apart declareren van het verwijderen en opnieuw plaatsten van attachments gedurende de behandeling mogelijk gemaakt. Daarnaast is aan het beugelconsult categorie 7 een * toegevoegd, zodat ook tijdens dit consult het mogelijk is gemaakte materiaal- en/of techniekkosten voor deze behandeling apart in rekening te brengen.
Door de situatie van de afgelopen jaren is het mogelijk gemaakt om, indien deze gelijk is aan de fysieke prestatie, een prestatie op afstand uit te voeren. Zowel bij de NZa als de KNMT komen veel vragen binnen wanneer een prestatie nu wel of niet om een fysiek contact vraagt. Daarom is een prestatie toegevoegd, code F520, voor een beugelconsult op afstand waarmee alleen de voortgang van de behandeling wordt beoordeeld. Deze prestatie vervangt het reguliere beugelconsult inhoudelijk dus niet, maar kan niet in dezelfde maand met het reguliere consult worden gedeclareerd.
Er is onduidelijkheid over de interpretatie van een (behandel)maand. In de nieuwe regels is een definitie hiervan toegevoegd.
Hoe komt de indexatie van de tarieven tot stand?
Hoe komen de percentages voor de aanpassing van de tarieven precies tot stand? Dat gebeurt op basis van een indexatiemethodiek die is vastgelegd in een beleidsregel van de NZa. Deze methodiek geldt voor de hele zorgsector.
Voor de tandheelkunde wordt voor deze indexatie onderscheid gemaakt in 3 componenten,
- de arbeidskosten van de tandarts(praktijkhouder),
- de personeelskosten
- en de overige praktijkkosten.
De eerste 2 componenten worden jaarlijks aangepast op basis van de loonontwikkeling en de wijzigingen in de sociale lasten voor werkgevers. Deze 2 nemen ongeveer tweederde van de indexatie voor hun rekening.
De overige praktijkkosten worden aangepast op basis van de prijsindex voor zogenaamde gangbare goederen.
De indexatie voor de praktijkkosten komt dit jaar uit op 7% en die voor de eerste 2 looncomponenten op 4,2%. Dat deze laatste lager uitvallen dan de algemene inflatie wordt veroorzaakt doordat de lonen de prijzen (nog) niet volgen en dus de indexatie daarvan lager ligt. Het gewogen gemiddelde van deze 2 percentages leiden tot de indexatie van de tarieven met respectievelijk 5,2% en 5,5% (de weging van de indexatie voor de orthodontie-tarieven is iets anders).
De KNMT zal de ramingen van de economische ontwikkelingen van het CPB nauwlettend volgen. Indien de inflatieramingen voor 2023 (de voorcalculatie) in september hoger uitvallen dan die nu zijn meegenomen in de indexatie, zal de KNMT erop aandringen om de indexatie aan te passen. Omdat de indexatie zoals gezegd voor de hele zorgsector geldt, kunnen we dit niet alleen realiseren en zullen we de andere sectoren hierbij betrekken.