Nog niet alle mondzorgverleners aantoonbaar beschermd tegen hepatitis B
Steekproef IGJ begin 2024
De IGJ onderzocht de vaccinatiestatus van 235 medewerkers in de mondzorg op bewijs van voldoende antistoffen, dit noem je ook wel titerbepaling. De titerbepaling moet aanwezig zijn en meer dan 100 IE/L zijn om veilig je werk uit te kunnen voeren.
Bevindingen uit de steekproef
Uit de steekproef van de IGJ blijkt dat:
- Bij 193 medewerkers alles in orde was.
- Bij 42 medewerkers er tijdens het bezoek geen aantoonbare titerbepaling was.
In 82% van de gevallen was de vaccinatiestatus op orde. Dit is meer dan de 70% die in 2019 alles aantoonbaar op orde had.
Alleen het bewijs van vaccinatie is niet voldoende, ook de titerbepaling moet aanwezig zijn.
De titerbepaling met daarop duidelijk de naam van de medewerker is compleet wanneer er naast de waarde ook de eenheid (IE/L of mIE/ml) op staat.
Check: heeft jouw praktijk de zaken op orde?
Heeft jouw praktijk een goed beeld van de mate van bescherming van medewerkers tegen hepatitis B? De werkgever en werknemer zijn er samen voor verantwoordelijk dat de vaccinatiestatus bekend is.
In de richtlijn Infectiepreventie staat wat je precies moet regelen:
- Registreer de volgende gegevens van elke zorgverlener:
- vaccinatiestatus hepatitis B;
- anti-HBs titer en beschermduur op basis van de anti-HBs titer;
- noodzakelijke vervolgonderzoeken op basis van de anti-HBs titer.
- Zorg dat van elke zorgverlener een kopie van het vaccinatiebewijs aanwezig is op de locatie waar men werkt.
Gebruik het stappenplan HBV op orde om je te helpen aantoonbaar te voldoen aan de normen.
