KNMT vraagt duidelijkheid over verplicht intern toezicht

Hans Scholten
3 minuten
Image
administratie-wtza
Zorgaanbieders hoeven toch geen jaarverantwoording aan te leveren over de jaren 2022 en 2023. Minister Helder drukt definitief de pauzeknop in voor de openbare jaarverantwoording, zo schrijft ze aan de Tweede Kamer. De minister toont zich ook gevoelig voor verhoging van de getalsgrens voor intern toezicht. Over waar deze grens precies moet komen te liggen gaan we samen met de andere organisaties in de Eerstelijnscoalitie verder in gesprek met de minister.

De pauzeknop geldt overigens alleen voor zorgaanbieders die voor 1 januari 2022 al een praktijk voerden. Voor aanbieders die na 1 januari 2022 zijn gestart en aanbieders waarbij na  1 januari 2022 een wijziging in de rechtsvorm heeft plaatsgevonden, waardoor het KvK-nummer is gewijzigd,  geldt de pauzeknop niet. Zij moeten over 2022 en 2023 dus wel een jaarverantwoording aanleveren. 

Goede eerste stap

De Eerstelijnscoalitie (ELC) is blij met het indrukken van de pauzeknop. Tegelijkertijd is twee jaar uitstel niet een toekomstbestendige oplossing. Ook over twee jaar zal de jaarverantwoordingsplicht eerstelijnszorgaanbieders veel tijd kosten. De ELC en het ministerie gaan de komende periode verder in overleg over de komende twee jaar en starten een bredere verkenning naar de organisatie van zorg en de inhoud van de eerstelijnszorg.

Verkenning grens intern toezicht

In haar brief aan de Tweede Kamer geeft de minister aan dat zij, naar aanleiding van de signalen uit de eerstelijnszorg over de disproportionaliteit van de verplichting tot instellen van intern toezicht bij meer dan 25 zorgverleners, wil bezien of het niet beter is om de grens voor intern toezicht te verleggen. Zij doet in de brief geen uitspraak over waar de grens moet komen te liggen omdat zij eerst alle voor- en nadelen wil verkennen. De uitkomsten van deze verkenning deelt zij medio volgend jaar met de Kamer.

Minister neemt zorgen veld serieus

De ELC is positief over het feit dat minister de zorgen uit het veld serieus neemt en oog heeft voor de ongewenste gevolgen die de getalsgrens van 25 medewerkers heeft. We hebben de minister gevraagd duidelijkheid te geven over wat dit betekent voor de verplichting van eerstelijnszorgaanbieders om op 1 januari a.s. intern toezicht ingeregeld te hebben. Blijft deze verplichting staan of is het, zolang de uitkomsten van de verkenning van de minister nog niet bekend zijn, voldoende als zorgaanbieders aannemelijk maken dat zij aan de slag zijn gegaan met de verplichting intern toezicht te organiseren.

Op 1 januari 2024 loopt de overgangstermijn af voor zorgaanbieders met een vergunningplicht. Voor zorgaanbieders die van rechtswege waren toegelaten of geen Wtzi-vergunning hoefden te hebben en nu onder het overgangsregime Wtza vallen, geldt dat zij voor 1 januari 2024 een vergunningaanvraag ingediend moeten hebben. Onderdeel van de vergunningaanvraag is het gaan organiseren van intern toezicht. 

Kamerbrief minister Helder invoeringstoets Wtza (pdf)

* De Eerstelijnscoalitie is een samenwerking van KNMP, KNMT, KNOV, LHV, LVVP, PPN**, NVM-mondhygiënisten, NVvP en ONT.

**De PPN (Paramedisch Platform Nederland) wordt gevormd door 6 paramedische beroepsverenigingen, te weten: Ergotherapie Nederland, NVD (Diëtisten), NVH (Huidtherapeuten), NVLF (Logopedisten), OVN (Optometristen Vereniging Nederland), VvOCM (Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck)

Adviescollege: kwaliteit regelgeving in de zorg neemt af

Op dinsdag 3 oktober verzorgde het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) een technische briefing in de Tweede Kamer over effecten van regeldruk op o.a. professionals in de zorg. Uit de rapportage die zij hebben gemaakt ten behoeve van deze briefing komt duidelijk naar voren dat de kwaliteit van voorgenomen regelgeving in de zorg afneemt. Te vaak zijn de regeldrukgevolgen voor zorginstellingen, professionals en burgers niet of onvoldoende in kaart gebracht. Goed afgewogen besluitvorming wordt daardoor in sommige gevallen onmogelijk.

In de rapportage doet ATR een aantal aanbevelingen aan de Tweede Kamer die kunnen helpen om onnodige regeldruk te voorkomen of weg te nemen. Zo roept het college de Kamerleden op bij incidenten niet automatisch om nieuwe wet- en regelgeving te vragen. Maar eerst goed te analyseren welk probleem er opgelost moet worden en wat daar mogelijk voor nodig is.

Het advies van de ATR over regeldruk in de zorg