2020: de hot topics in de mondzorg

Evert Berkel
5 minuten
Bestuur
2019 is voorbij, leve 2020! Maar waar gaat het dit jaar in de mondzorg over? De vier bestuursleden van de KNMT – Wolter Brands, Henk Donker, Richard Kohsiek en Joke Kwakman – geven hun visie. Hun rode draad: het begint bij goede mondzorg!

Tekst: Evert Berkel en Anita Zijlstra // Beeld: Simone Michelle en Daisy Fotografie

Natuurlijk, de belangrijkste onderwerpen uit 2019 lopen in 2020 gewoon door. Het experiment taakherschikking bijvoorbeeld. Daar heeft de KNMT zich in 2019 heel druk over gemaakt, zegt voorzitter Wolter Brands. “De minister heeft echter vastgehouden aan dit onzalige experiment. Welke kant het precies opgaat, valt op dit moment nog niet te zeggen. Wel dat we voorbereidingen treffen voor onze leden, nauw betrokken zijn bij de nulmeting en in overleg zijn met VWS, NVM en ANT over de invulling van de beoogde samenwerking.”

Zeven ambities moeten het huidige systeem verbeteren

Ook uit 2019: het ambitietraject dat verschillende partijen in de mondzorg met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) zijn gestart. Afgelopen jaar hebben zij zeven ambities opgesteld, die dit jaar moeten worden uitgewerkt. “Het huidige tariefstelsel is ingewikkeld en laat weinig ruimte voor innovaties en esthetische of cosmetische behandelingen”, zegt penningmeester Henk Donker over de aanleiding van het project. “Ook moet er meer ruimte voor bewezen preventie komen en meer mogelijkheden voor de behandelingen van oude bedlegerige patiënten met eigen dentitie en het tandartsbezoek van kwetsbare jongeren. De KNMT doet mee omdat we de intentie hebben om het huidige systeem te verbeteren. We passen ervoor om vanaf de zijkant toe te kijken en alleen kritiek te leveren. Wel hebben we de voorwaarde gesteld dat veranderingen slechts worden doorgevoerd als alle deelnemende partijen erachter staan”

Vroeger was transparantie het toverwoord, nu is dat preventie

Preventie is het onderwerp waar Richard Kohsiek in 2020 graag op inzet. “Waar binnen de gezondheidszorg voorheen transparantie het toverwoord was, is dat nu preventie. Preventie is mooi, maar dat moet ook in samenwerking met de patiënt. Het vergt omdenken en wordt niks als die patiënt denkt: ‘Joh, als jij dat gaatje nou gewoon vult, scheelt me heel veel gedoe.’

Wolter Brands: ‘Hebben gezien dat dee kern van onze lobby ook in Den Haag geleidelijk aan beklijft’

Daar komt bij dat het idee dat preventie de zorg op korte termijn goedkoper maakt, niet per definitie juist is, meent Kohsiek. “In preventie zul je toch echt eerst moeten investeren. En de kosten voor curatie zullen er altijd blijven. Die nemen momenteel zelfs toe, want mensen worden alleen maar ouder en hebben steeds vaker hun eigen dentitie. Als je vandaag bij de jeugd begint met het accent bij preventie te leggen, duurt het gewoon een jaar of dertig tot vijftig voordat je de besparing gaat zien. Hoe met dat gegeven om te gaan is onze uitdaging voor het komende jaar, en ongetwijfeld ook voor de jaren daarna.”

KNMT-pleidooi voor extra tandartsen lijkt vruchten af te werpen

Een ander veelbesproken onderwerp in 2019, in het verlengde van taakherschikking, is het opleiden van extra tandartsen. De KNMT heeft wat dat onderwerp betreft de druk er flink opgezet bij de overheid. Dat lijkt zijn vruchten te gaan afwerpen.

Henk Donker: ‘Het huidige tariefstelsel is ingewikkeld en laat weinig ruimte voor innovaties en uitgebreide cosmetische behandelingen’

Er ligt althans een advies van het Capaciteitsorgaan om het aantal opleidingsplaatsen voor tandartsen te verhogen tot idealiter 320. Brands: “En ik kan me niet voorstellen dat de overheid dit advies voor de derde opeenvolgende maal volledig links zal laten liggen.”

Deel van de jeugd en kwetsbareouderen staan nog aan de zijlijn

De jeugd heeft ook de aandacht van Joke Kwakman. Het is één van de groepen die de mondzorg moet zien te bereiken, zegt zij. “Althans, het deel dat niet naar de tandarts gaat. Want hoewel het best goed gaat met de mondzorg in ons land, zijn er twee groepen die aan de zijlijn staan. Een deel van de jeugd is één, kwetsbare ouderen twee. Onze boodschap is dat goede mondzorg niet alleen belangrijk is, maar ook bereikbaar en toegankelijk moet zijn. Dat vraagt om goede en laagdrempelige samenwerking met collega’s van de andere beroepsgroepen uit de eerste en tweede lijn, zoals huisartsen, apothekers, en specialisten.”

Relatie mondgezondheid en algehele gezondheid vraagt om samenwerking

Ook de relatie tussen mondgezondheid en algehele gezondheid vraagt daarom. Kwakman: “Hoe beter de tandarts op de hoogte is van de algemene gezondheid van een patiënt, des te beter beslissingen kunnen worden genomen. Hierbij is bijvoorbeeld digitale medicatie-overdracht van groot belang.”

Richard Kohsiek: ‘Gezamenlijk zal er een plan gemaakt moeten worden om te waarborgen dat de zorg de komende decennia bereikbaar en betaalbaar blijft’

De KNMT gaat in 2020 ook praktijken ondersteunen om de samenwerking tussen verschillende mondzorgverleners te organiseren, zegt zij. “Daarbij houden we er uiteraard rekening mee dat de tandarts zijn regierol behoudt en optimaal kan vervullen.”

Mondzorg heeft ervaring met het verdelen van taken

Wat dit jaar ook een rol gaat spelen: de Tweede Kamerverkiezingen van 2021. Kohsiek bespeurt dat de overheid in de gehele zorg meer en meer inzet op preventie. ”In de mondzorg hebben we daar veel ervaring mee, preventie staat in onze zorg centraal, Ook met het verdelen van taken over de medewerkers in de mondzorg met een duidelijke regierol voor de tandarts hebben we ervaring. Wellicht kan die kennis van nut zijn voor andere delen van de zorg.”

Joke Kwakman: ‘De KNMT gaat in 2020 ook praktijken ondersteunen om de samenwerking tussen verschillende mondzorgverleners te organiseren’

Preventie is ook een kwestie van een lange adem en samenwerking, zegt Kohsiek. “Niet alleen op de werkvloer maar ook tussen veld en overheid. Gezamenlijk zal er een plan gemaakt moeten worden om te waarborgen dat de zorg de komende decennia bereikbaar en betaalbaar blijft. De contacten die we in Den Haag en in het veld hebben, zullen we daartoe optimaal benutten.”

Rode draad: neem mondzorg serieus!

“Eigenlijk”, zegt Brands, “kun je bovenstaande punten samenvatten tot één rode draad: ‘Het begint bij goede mondzorg’. Niet toevallig de titel van ons Meerjarenplan 2025. Onze inzet is dat patiënten, zorgverleners in andere sectoren, beleidmakers en politici daarvan doordrongen zijn. En dat het voor zich spreekt dat je óók de mondzorg betrekt bij preventieakkoorden of programma’s gericht op langer thuis wonen. Het afgelopen jaar hebben we gezien dat die kern van onze lobby ook in Den Haag geleidelijk aan beklijft.” NT