facebook

Het kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers met betrekking tot de verticale transmissie van paropathogene bacteriën op hun kind

De bachelorscriptie 'Het kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers met betrekking tot de verticale transmissie van paropathogene bacteriën op hun kind' van K. Mullink, I. van Boxem en I. Euving (Rijksuniversiteit Groningen) is een van de genomineerden voor de KNMT Sensodyne Bachelorscriptie Award 2022. Op deze pagina kun je de samenvatting van hun scriptie lezen. Ook vertellen de Groningse studenten over hun onderzoek en het belang ervan.

Inleiding

Uit eigen literatuuronderzoek is gebleken dat verticale transmissie van enkele paropathogene bacteriën mogelijk blijkt te zijn. Deze verticale transmissie van paropathogene bacteriën kan op verschillende manieren plaatsvinden. Denk bijvoorbeeld aan het kussen van het kind op de lippen of het delen van een lepel.

Omdat paropathogene bacteriën een belangrijke etiologische rol spelen in het ontstaan van parodontitis, is preventie van deze overdracht van ouder of verzorger op kind belangrijk. Het valt namelijk te verwachten dat kinderen die al jong gekoloniseerd raken met paropathogene bacteriën op latere leeftijd een grotere kans lopen op het ontwikkelen van parodontitis. Het is daarom belangrijk dat ouders en verzorgers op de hoogte zijn van het feit dat hun mondhygiënegedrag bij kan dragen aan een verhoogd risico op de verticale overdracht van paropathogene bacteriën. 

Er is echter nog weinig bekend over het huidige kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers met betrekking tot de verticale overdracht van deze paropathogene bacteriën. Deze studie beoogt daarom een antwoord te geven op de volgende onderzoeksvraag: “Wat is het kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers in Noord-Nederland met betrekking tot verticale transmissie van paropathogene bacteriën op hun kind met een leeftijd van 0 tot en met 4 jaar?” Daarnaast zal worden onderzocht of het opleidingsniveau en het aantal kinderen van invloed zijn op dit kennisniveau en mondhygiënegedrag. Het doel van dit onderzoek is het vergroten van het bewustzijnsniveau van ouders en verzorgers met betrekking tot de verticale overdracht van paropathogene bacteriën en het veranderen van het daaraan gerelateerde mondhygiënegedrag.

Methode

Dit onderzoek betrof een cross-sectioneel vragenlijstonderzoek waarbij data is verzameld met behulp van een online vragenlijst. Via consultatiebureaus in de regio Groningen is de vragenlijst verspreid onder ouders en verzorgers van kinderen met een leeftijd van 0 tot en met 4 jaar. 99 ouders en verzorgers werden benaderd voor deelname aan het onderzoek.

Met behulp van de vragenlijst zijn gegevens verzameld over het kennisniveau en het mondhygiënegedrag van de deelnemers met betrekking tot de verticale overdracht van paropathogenen. De maximaal te behalen score per deelnemer was 32 punten. Op basis van de behaalde score is het kennisniveau en mondhygiënegedrag van de deelnemers ingedeeld in drie categorieën: laag (-3 t/m 10 punten), gemiddeld (11 t/m 21 punten), hoog (22 t/m 32 punten).

Voor de statistische analyse is gebruik gemaakt van de independent samples t-toets.

Resultaten

De respons op de vragenlijst was 62,6% (n = 62). Uit het onderzoek kwam een gemiddelde totaalscore voor het kennisniveau en mondhygiënegedrag van 17,12 punten (SD = 4,50) naar voren. De te behalen score kon variëren tussen minimaal -3 en maximaal 32 punten. 5% van de deelnemers viel wat betreft de totaalscore voor het kennisniveau en het mondhygiënegedrag in de categorie “laag”, 75% in de categorie “gemiddeld” en 20% in de categorie “hoog”. Op de vraag: “Denkt u dat tandvleesontstekingen kunnen worden overgedragen van ouder/verzorger op het kind?” antwoordde 41,7% van de deelnemers “weet ik niet”. De overige deelnemers antwoordden in ongeveer gelijke aantallen “ja” (28,3%) of “nee” (30,0%).

Er bleek geen verschil te bestaan wat betreft het kennisniveau en mondhygiënegedrag op basis van opleidingsniveau (p = ,80) of het aantal kinderen (p = ,73).

Conclusie

Het kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers in Noord-Nederland met betrekking tot verticale transmissie van paropathogene bacteriën op hun kind met een leeftijd van 0 tot en met 4 jaar oud is ondermaats. Voorlichting is nodig om het kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers te verbeteren. Er blijkt geen verschil te bestaan tussen het kennisniveau en mondhygiënegedrag op basis van opleidingsniveau of aantal kinderen. Het is daarom niet noodzakelijk bij het ontwikkelen van voorlichtingsmateriaal rekening te houden met deze twee variabelen. Wel is het essentieel voorlichtingsmateriaal te ontwikkelen voor de algemene groep ouders en verzorgers om het kennisniveau en het mondhygiënegedrag te verbeteren.

Discussie

Slechts 20% van de deelnemers van het huidige onderzoek heeft toereikende kennis en adequaat mondhygiënegedrag. Dit suggereert dat het kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers in Noord-Nederland met betrekking tot verticale transmissie van paropathogene bacteriën op hun kind met een leeftijd tussen 0 en 4 jaar ondermaats is. Deze uitkomst komt overeen met de uitkomsten van eerder uitgevoerde vergelijkbare onderzoeken.

Het huidige onderzoek vormt met deze uitkomst een mooie aanvulling op de eerder uitgevoerde onderzoeken, omdat het specifiek de overdracht van paropathogene bacteriën nader belicht heeft. Eerdere onderzoeken hebben voornamelijk onderzoek gedaan naar kennis en attitude over de overdracht van mondbacteriën in het algemeen of specifieker naar cariogene bacteriën. Omdat overdracht van paropathogene bacteriën mogelijk een rol speelt in het ontstaan van parodontitis op jongere leeftijd, is het relevant ook met betrekking tot deze overdacht in kaart te hebben gebracht wat het kennisniveau en mondhygiënegedrag van ouders en verzorgers is.

Hoewel voorafgaand aan het invullen van de vragenlijst de deelnemers is gevraagd de vragenlijst eerlijk in te vullen, is het mogelijk dat enkele deelnemers sociaal wenselijke antwoorden hebben gegeven. Daarnaast is het denkbaar dat deelnemers uit eerdere vragen van de vragenlijst hebben kunnen afleiden dat het mogelijk is om tandvleesontstekingen via verticale overdracht van paropathogene bacteriën op het kind over te dragen. Deze factoren hebben daarmee mogelijk een negatieve invloed gehad op de interne validiteit van het onderzoek.

Daarnaast zijn deelnemers door werknemers van de consultatiebureaus actief benaderd voor deelname aan het onderzoek en was een verloting van een tegoedbon gekoppeld aan deelname aan het onderzoek. Personen met extra interesse in het onderwerp zullen daardoor mogelijk eerder geneigd zijn geweest de vragenlijst in te vullen. Dit heeft mogelijk geleid tot selectiebias waarbij de onderzoekspopulatie niet representatief is voor de feitelijke populatie.

Terug naar het scriptieoverzicht 2022