'Een veilige werkomgeving is geen vanzelfsprekendheid'

Evert Berkel
7 minuten
vertrouwenspersoon
Iedere werknemer heeft recht op een veilige werkomgeving en het is de werkgever die daarvoor moet zorgen. Hoe? Dat mag die werkgever in grote lijnen zelf bedenken. Voor wie daar niet uitkomt, biedt de KNMT een aantal oplossingen. Rode draad daarin: de vertrouwenspersoon.

Het zal niemand zijn ontgaan dat er de afgelopen tijd heel veel te doen is geweest rondom het onderwerp ‘veilige werkomgeving’. Eerst vooral in het buitenland, maar de onthulling dat juryleden van het televisieprogramma The Voice of Holland zich schuldig hadden gemaakt aan seksueel intimiderend gedrag jegens een aantal deelnemers deed ook hier een stroom meldingen van soortgelijke situaties op gang komen. Gaandeweg werd ook duidelijke dat deze zich niet alleen in de showbizzwereld, maar in alle lagen van de samenleving manifesteren.

Niet vanzelfsprekend

Zo’n veilige werkomgeving leek altijd zo vanzelfsprekend, maar is dat dus zeker niet. Een intimiderende opmerking of gebaar, een grappig bedoelde kwinkslag, een compliment met een zekere lading. Wat voor de een leidt tot een onveilig gevoel is voor de ander een onschuldig iets. Als je eenvoudigweg ontkent dat zoiets bij jou in de praktijk kan voorkomen, heb je het mis.

'Je maakt duidelijk dat bepaald gedrag niet wordt geaccepteerd'

Je hebt bijvoorbeeld geen invloed op het gedrag van patiënten, en die doen in dit verhaal wel degelijk ook mee. Zodoende kun je er als werkgever dus niet automatisch vanuit gaan dat jij in jouw praktijk zonder iets te doen altijd een veilige werkomgeving aan je medewerkers biedt. Terwijl je wel de plicht hebt te bewerkstellingen dat die omgeving zo veilig mogelijk is.

Meldingen of klachten

De Arbowet immers verplicht werkgevers beleid te voeren om ongewenste omgangsvormen, zoals seksuele intimidatie, discriminatie, pesten en agressie en geweld te voorkomen. De Arbeidsinspectie ziet erop toe dat dat beleid wordt gevoerd. Over hoe je dat regelt, spreekt de wetgever zich nauwelijks uit maar denk aan het opstellen van gedragsregels, het geven van voorlichting en waarborgen dat medewerkers die slachtoffer zijn geworden van dit soort gedrag goed worden opgevangen. Bijvoorbeeld door een vertrouwenspersoon aan te stellen.

Adviseren en ondersteunen

Bij een vertrouwenspersoon kunnen medewerkers terecht als zij meldingen of klachten hebben over ongewenst gedrag. De vertrouwenspersoon vangt de medewerker op, gaat na of een oplossing in de informele sfeer mogelijk is en begeleidt of verwijst de medewerker naar hulpverlenende instanties. Ook adviseert en ondersteunt een vertrouwenspersoon werkgevers en leidinggevenden bij het voorkomen van ongewenste omgangsvormen.

'Wat voor de een leidt tot een onveilig gevoel is voor de ander een onschuldig iets'

Die vertrouwenspersoon mag je zelf in je praktijk aanstellen, op voorwaarde dat dit niet de werkgever is of iemand anders met managementstaken. Maar je kunt er ook voor kiezen een externe vertrouwenspersoon aan te stellen. Dat kost wat, maar scheelt je ook weer het nodige werk.

Stappenplan

Je kunt er ook voor kiezen gebruik te maken van de ondersteuning die de KNMT biedt bij het voorkomen en aanpakken van ongewenste omgangsvormen in de praktijk. Ook de beroepsorganisatie vindt namelijk dat de praktijk voor iedereen een veilige werkomgeving moet zijn. Daarom is er een stappenplan bij grensoverschrijdend gedrag beschikbaar dat je op weg helpt.

'Praktijk moet voor iedereen een veilige werkomgeving zijn'

Kies je ervoor zelf een vertrouwenspersoon in de praktijk aan te stellen, realiseer je dan dat bij zo’n interne vertrouwenspersonen de taak- en rolomschrijving vaak niet duidelijk zijn. En door een gebrek aan kennis en scholing lopen de kwaliteit en professionaliteit sterk uiteen. De KNMT biedt daarom de cursus Vertrouwenspersoon. Daar komen onder meer die taken en rollen aan bod.

Branchevertrouwenspersoon

Voor leden die niet zelf aan de slag willen, is de KNMT een samenwerking aangegaan met arbodienstverlener ArboNed. KNMT-leden kunnen in het kader van die samenwerking gebruikmaken van een branche-vertrouwenspersoon die op afroep beschikbaar is. Voorts krijgen ze de beschikking over een protocol ongewenste omgangsvormen en worden er desgevraagd voorlichting en instructies aan de medewerkers in de praktijk gegeven. Deze dienstverlening is gratis, als de branche-vertrouwenspersoon daadwerkelijk wordt ingezet kost dat 154 euro per uur, exclusief BTW.

Vertrouwenspersoon Sheila Peeters aan het woord

Nu is er altijd de mogelijkheid dat je denkt: ‘Leuk hoor, die nieuwe toevoeging van de KNMT ter ondersteuning van het creëren van een veilige werkomgeving in de tandartspraktijk. Maar zo’n abonnement op een vertrouwenspersoon is niks voor mij. In onze praktijk zijn we een leuk, hecht team dat goed met elkaar door één deur kan en ook onze patiënten gedragen zich prima’. Het is ook zeker geen onredelijke invalshoek en het staat iedereen vrij om hier wel of niet gebruik van te maken. Desondanks vroegen we Sheila Peeters, coördinerend vertrouwenspersoon van ArboNed voor KNMT leden, een beeld te schetsen van hoe dit werkt en wat je van een externe vertrouwenspersoon mag verwachten.  

U bent aangewezen als coördinerend vertrouwenspersoon voor KNMT-leden. Kunt u wat vertellen over het beroep en uzelf?

“Zeker. Ik ben 55 jaar en ik woon in Arnhem. Zo’n 22 jaar geleden ben ik begonnen met het werk als vertrouwenspersoon en bedrijfsmaatschappelijker werker. Net zoals mijn andere collega’s bij ArboNed heb ik een achtergrond hulpverlening. Hierdoor hebben we allemaal voldoende kennis en kunde over psychosociale problemen. Wat het werk als vertrouwenspersoon zo mooi maakt is dat iedere situatie uniek is. Het is altijd weer zoektocht naar de behoefte van degene die tegenover je zit. Het is geen routinewerk.”

En coördinerend vertrouwenspersoon, wat betekent dat precies?

“Dat betekent dat ik contact onderhoud met de KNMT over de samenwerking met ArboNed en dat ik help bij het verdelen van de werkzaamheden. We hebben een 0800-nummer waar medewerkers van de KNMT-leden die zich bij ons inschrijven contact mee op kunnen nemen indien er sprake is van grensoverschrijdend gedrag. De centrale receptie in Utrecht kijkt vervolgens aan welke vertrouwenspersoon zij het beste in de regio kunnen worden gekoppeld. Zo kunnen zij ook eenvoudig persoonlijk op gesprek komen zonder het hele land door te hoeven reizen. Het is aan mij om te zorgen dat dit alles soepel verloopt.“  

Er zijn ook tandartsen die een externe vertrouwenspersoon wat overdreven vinden of het simpelweg niet zo zien zitten…

“Dat is natuurlijk ieders goed recht en ik kan me zo’n reactie ook best voorstellen. Er kan echter altijd iets gebeuren, hoe prettig de sfeer in je praktijk ook is en dan zul je toch iets moeten regelen. Wat ik ook vaak hoor, is dat werkgevers het liever intern oplossen door een medewerker als vertrouwenspersoon aan te wijzen. Dat is al een erg goede stap en ik raad mensen ook zeker aan om dat te doen. In een ideale situatie zorg je namelijk voor een en-en-situatie, waarbij er zowel een interne als een externe vertrouwenspersoon is. Beide vormen hebben hun eigen voor- en nadelen.”   

Zoals?

“Veel organisaties kiezen tegenwoordig voor een interne én externe vertrouwenspersoon. De praktijk wijst uit dat dit erg goed werkt. Een interne vertrouwenspersoon heeft wellicht wat minder kennis en ervaring, maar is wel laagdrempelig. Je wandelt als collega eenvoudig even naar binnen. Ligt het onderwerp echter heel gevoelig, dan kan het fijn zijn om iemand van buiten de organisatie te spreken. Die is ervoor opgeleid en gecertificeerd en kunnen met collega’s sparren over de casus. Een laatste voordeel van beide opties tot je beschikking hebben, is dat de interne vertrouwenspersoon ook contact op kan nemen met de externe collega om te overleggen over ingewikkelde gevallen.”  

En als ik het nu nog steeds niet zo zie zitten? Wat zijn dan de 3 belangrijkste redenen die mij ervan overtuigen dat ik toch echt een vertrouwenspersoon moet nemen?

“Ten eerste keer moet ik dan herhalen wat ik eerder zei en dit is echt iets wat je niet moet onderschatten. Het kan altijd gebeuren en het gebeurt overal, dat is inmiddels echt wel duidelijk. In bedrijven met een goede sfeer en wederzijds vertrouwen komt het veel minder vaak voor, maar dat sluit niks uit. Ten tweede is het inmiddels wettelijk verplicht om als werkgever beleid te voeren op het gebied van psychosociale arbeidsbelasting. Op het gebied van ongewenste omgangsvormen is er eigenlijk geen andere manier om dit goed te waarborgen dan met een vertrouwenspersoon. Geloof me, ik heb er lang over nagedacht maar geen beter werkend alternatief kunnen verzinnen. Tot slot kan alleen al het aanstellen van een vertrouwenspersoon ook iets teweeg brengen in een praktijk. Zodra jij tegen je medewerkers zegt dat er een plek is waar zij terecht kunnen als er iets speelt op dit gebied, heeft dat een sterke preventieve werking. Je straalt als werkgever uit het onderwerp en de veiligheid van je medewerkers belangrijk te vinden op alle gebieden, waaronder grensoverschrijdend gedrag. Dat is een statement. Door er aandacht aan te besteden en te bespreken dat er een heldere gedragscode is, maak je duidelijk dat bepaald gedrag niet wordt geaccepteerd en durven mensen elkaar ook sneller daarop aan te spreken. “  

Is er nog iets wat u graag kwijt wilt?

“Alleen dat het ongelooflijk belangrijk is gebleken voor mensen om ergens terecht te kunnen met je verhaal, zonder dat de persoon in kwestie daar per se iets mee gaat doen of dat het delen ervan al onomkeerbare gevolgen kan hebben. Bij een vertrouwenspersoon ben je zelf volledig in control. Als je nog volop in de emotie een verhaal deelt en je bedenkt later toch dat je het anders aan wilt pakken, laat een externe vertrouwenspersoon dat helemaal aan jou. Het is een persoon zonder rol of belangen binnen de organisatie. Iemand die een situatie objectief kan beoordelen of met je meedenkt over hoe je iets bespreekbaar kunt maken. Een uitlaatklep voor deze emoties kan ook uitval door emotionele belasting verminderen.”  

Dit artikel verscheen eerder in NT/Dentz.